DE DEENSE LANDBOUW Een Internationale Graanconferentie
Arbeid adelt
LANDBOUWWEEKBLAD
Voor en door de
Landbouwers
AALST 8 JANUARI 1949.
Verschijnt iederen Zaterdag
28ste JAARGANG Nr 1336
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Bureelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 267.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hunne bijdragen.
Aankondigingen volgens akkoord.
Het is onze lezers bekend, dat
vooral op gebied der dierlijke produc
tie, Denemarken aan de spits staat
der Europese landbouwlanden.
Het zal onze lezers ongetwijfeld
belang inboezemen enkele belangrijke
gegevens te vernemen betreffende de
ontwikkeling van de Deense land
bouw. Een vergelijking met de toe
stand van onze landbouw alhier zal
wellicht nut opleveren.
De landbouwstructuur.
Denemarken bezit ongeveer op het
huidig ogenblik 200.000 landbouw
bedrijven. De gemiddelde bedrijfs-
grootte bedraagt circa 17 ha. Terwijl
in ons land een groot aantal land
bouwbedrijven nog worden gepacht,
behoort de grondeigendom in Dene
marken voor meer dan 95 toe aan
de boerenstand. Vorming van te
kleine landbouwbedrijven werd in
Denemarken tegen gegaan door de
politiek van binnenlandse kolonisatie.
De grote massa der landbouwbe
volking heeft een behoorlijk peil van
algemene ontwikkeling. Wat ook in
ons land navolging zou verdienen is,
dat de boerenjeugd meestal enige ja
ren op andere bedrijven gaat werken,
waardoor het wederzijds begrip en
de landbouw-technische ontwikke
ling der toekomstige boeren wordt
bevorderd.
Wat de indeling der landbouwbe
drijven betreft, vertegenwoordigen
deze van 10-40 ha. ruim 40% van
het totale aantal en beslaan ruim de
helft van de totale cultuurgrond. On
geveer 1 bestaat uit zeer grote be
drijven van honderden hectaren die
tezamen 10 °/0 van de cultuurgrond
bezetten. De kleinste boerenbedrijven
van slechts enkele hectaren die te
gering zijn voor een onafhankelijk
bestaan verdwijnen geleidelijk, daar
de sociale wetgeving ze van weinig
betekenis acht. De bedrijven kleiner
dan 10 ha. vertegenwoordigen noch
tans op het huidig ogenblik nog bijna
de helft van het totale aantal, doch
zij nemen slechts 14 van de totale
landbouwgrond in beslag.
De Deense landbouw is sterk ge
specialiseerd, doch hoofdzakelijk op
gebied van de dierlijke productie. On
ze landbouw integendeel vertoont
meer variatie, men denke maar aan
de groenten- en fruitteelt die bij ons
in veel sterkere mate is ontwikkeld.
De Deense landbouw afgestemd
op de uitvoer.
Doordat de Deense bevolking nog
niet de helft bereikt van de onze en
1 1/2 maal zoveel cultuurgrond be
schikbaar is, is de afzetmogelijkheid
der Deense landbouwproducten op de
binnenlandse markt veel geringer dan
in België.
Daarom kan en moet de Deense
intensieve landbouw veel meer uit
voeren dan de Belgische. De Denen
brengen met het oog op deze uitvoer
op het huidig ogenblik hun offers,
namelijk door een sterk gerantsoe
neerd boter- en vleesverbruik. De
boter heeft een kostprijs van 2/3 van
de Nederlandse en kan dus op de
wereldmarkt beter mededingen.
De Deense landbouwuitvoer be
staat voor 95 °/o uit dierlijke produc
ten zoals boter, bacon, eieren en paai
den. Daarnaast worden sinds enige
tijd ook pootaardappelen uitgevoerd
en wel Bintje. Deze soort schijnt, op
de hoogvlakten van Jutland minder
onderhevig te zijn aan virusziekte dan
in Nederland.
Ook heeft de kweek van pelsdieren
zoals bevers, zilvervossen en wezels
in Denemarken uitbreiding genomen.
Hij wordt vooral beoefend door ver
schillende kleinstands-bewoners en
kleine boeren.
Aard van de landbouwgrond
en teelten.
Het schiereiland Jutland bestaat
voornamelijk uit zandgrond, terwijl
de eilanden vooral uit moraineklei
bestaan.
Door het verschil in klimaat, het is
er namelijk in de eerste zes maanden
van het jgar vrij droog, is Denemar
ken minder geschikt dan ons land
voor blijvend grasland. Dit laatste
neemt nog geen 20 in beslag van
de landbouwgrond. De Deense boer
is dan ook overwegend een bouw-
boer.
Men verbouwt dan ook meer dan
in België voedergewassen zoals bie
ten, waarvan men in de winter zeer
grote hoeveelheden voedert. Voorts
verbouwt men in hoofdzaak klavers
en luzerne.
Een aanzienlijk gedeelte van het
grasland bestaat in Denemarken uit
kortdurende kunstweide met een
groot percentage klaver.
Denemarken heeft, met ongeveer
gelijke opbrengsten als de onze,
slechts de helft tot 1/3 van ons kunst-
mestverbruik door een wisselbouw-
stelsel met inschakeling van kunst
weiden en doelmatig gebruik van
stalmest en gier.
Sedert enige jaren worden in De-
(Zie vervolg 4'bladzijde 1' kolom).
te Washington op 25 Januari 1949.
Men verneemt op het ministerie
van Buitenlandse Zaken dat de re
gering van de Verenigde Staten alle
lidstaten van de UNO heeft uitge
nodigd op een nieuwe internationale
graanconferentie, die op 25 Januari
te Washington wordt gehouden.
Deze conferentie heeft tot doel,
de werkzaamheden van de conferen
ties, welke te Londen in 1947 en te
Washington in 1948 gehouden, te
hervatten, ten einde onder de voor
naamste graanvoortbrengende lan
den en de landen die graan invoeren,
een contract op lange termijn tot
stand te brengen, waardoor de stabi
liteit van de wereldgraanprijs binnen
de perken, die door de conferentie
zullen worden bepaald, zal worden
gewaarborgd.
Men zal zich herinneren, dat de
47 landen, die in 1948 op de confe
rentie te Washington waren verte
genwoordigd, het eens geworden
waren over de clausules van een con
tract voor 5 jaren, dat op 1 Augustus
1948 begon te lopen. Dat contract
kon echter niet van kracht worden
daar binnen de vastgestelde tijd het
nodige aantal bekrachtigingen niet
werd bereikt.
België zal ter conferentie van Was
hington vertegenwoordigd zijn door
dhr Van Essche, directeur-generaal
van de economische missies en voor
zitter van de internationale graan-
raad. Dhr Van Essche zal op 16
Januari te Cherbourg scheepgaan
naar de Verenigde Staten.
Tijdens de behandeling van de
landbouwbegroting in de Senaat,
hebben talrijke sprekers de nadruk
gelegd op de noodzakelijkheid van
een tarwepolitiek. Deze kwestie had
sedert geruime tijd de aandacht der
ministeriële departementen getrok
ken. De buitenlandse tarwe, die be
gunstigd wordt door een teelt, die
geschiedt op onmetelijke uitgestrekt
heden, met sterk ontwikkelde mecha-
nisatiemiddelen en werkkrachten, die
veel goedkoper zijn dan de Belgische,
dreigt door haar lage prijs de ver
koop van inlandse tarwe in België te
belemmeren.
Teneinde dit gevaar te vermijden,
hebben de meelfabrieken eerst 10
daarna 20 en tenslotte 40 Bel
gische tarwe aan het te vermalen
graan moeten toevoegen. Rekening
houdende met dit percentage, voor
ziet men dat al de in België geoogste
tarwe over 6 maanden, dus vóór de
nieuwe oogst, zal zijn afgezet.
Maar, zo dit middel de tarwever-
koop mogelijk maakt, is het toch niet
voldoende voor een uitbreiding dezer
teelt, welke sommigen zouden wen
sen. omdat er een zeker voordeel in
gelegen is te kunnen rekenen op de
nationale productie voor het grootste
mogelijke gedeelte der voedselvoor
ziening van de natie. De te dien einde
bepleite maatregelen zijn volgens in
goedingelichte kringen, verkregen
inlichtingen, de volgende De teelt-
premiën voor de tarwe schijnen aan
sommigen het beste middel toe. Dit
systeem druist naar het schijnt veel
eer in tegen het beginsel van de al
gemene opheffing der subsidiën.
De andere maatregel bestaat in het
heffen van invoerrechten op de tar
we. In deze gedachtengang zouden
de boeren enkel de tarwe met invoer
rechten willen zien belasten, terwijl
de invoer van andere granen vrij van
rechten zouden kunnen plaats heb
ben, ten einde de kostprijs van het
vlees te verminderen.
Een ander voorstel, dat der ver
bruikers, zou alle granen, de tarwe
inbegrepen, willen belasten, zo er
van een heffing sprake is, ten einde
een te sterke stijging van de brood
prijs te voorkomen.
Verbond voor
Rundertuberculose bestrijding
Eendracht - Aalst.
Door voornoemd Verbond wordt
een Algemene Vergadering belegd op
Zondag 16 Januari a.s. te 2 uur stipt,
in het lokaal «De Koornbloem», Gro
te Markt te Aalst.
Dagorde
1Verslag over de werkzaamheden
gedurende het verlopen dienstjaar
door de Secretaris, Mr Roelandt A.
2. Uiteenzetting door Dr Van den
Bergh, Inspecteur-Veearts over Be
smettelijke Uierziekten
3. Uiteenzetting door Prof. Martin,
Hoogleraar aan de Rijkslandbouwho
geschool te Gent over Wintervoe-
ding bij onze melkkoeien».
4. Cinemavoorstellingtwee prach
tige wereldberoemde klankfilmen (in
t Vlaams) over Het hand- en me
chanisch melken Verzorging van
de melk
Gezien de belangrijkheid van deze
bijeenkomst, zal voorzeker niemand
willen ontbreken.
Elkeen is welkom.
De]
E£oornb!
Loem