DE TERUGSLAG Onze snijbloemencultuur ernstig bedreigd. Arbeid adelt van de schorsing van de Belgische uitvoer naar Frankrijk op onze land- en tuinbouw* LANDBOUWWEEKBLAD Voor en door de Landbouwers AALST 15 JANUARI 1949. Verschijnt iederen Zaterdag 28ste JAARGANG Nr 1337 Abonnementsprijs 50 fr, 's jaars. Bureelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 267. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. In het landbouwoverzicht van ons vorig nummer hebben wij melding gemaakt van de zware slag welke voor onze witloofteelt de stopzetting betekent gedurende drie maanden van onze uitvoer naar Frankrijk, in gevolge het totaal gebrek aan beta lingsmiddelen van dit land tegenover België. Het blijkt ons gewenst nader terug te komen op de zware gevolgen welke uit deze toestand voortspruiten voor onze land- en tuinbouw. De witloofteelt. Deze tak wordt ontegenzeggelijk het zwaarst getroffen door het weg vallen van de Franse markt. In 1938 bedroeg onze uitvoer aan witloof naar Frankrijk ruim 41 millioen kg. Voor 1947-1948 werd een overeen komst met onze zuiderburen gesloten voor 17 millioen kg. Van deze hoe veelheid werden ongeveer 9 millioen kg. geleverd vóór de waardevermin dering van de Franse munt. Alsdan beriepen de Fransen zich op beta lingsmoeilijkheden, zodat de uitvoer practisch stil viel. Na moeizame on derhandelingen konden op het be schikbaar gebleven contingent amper 2 millioen kg. worden uitgevoerd. Men had, niettegenstaande de fi nanciële vooruitzichten met Frankrijk ongunstig waren, in de middens van onze witlooftelers gehoopt dat Frank rijk, zo er geen nieuwe overeenkomst kon worden afgesloten, zich zou be reid hebben verklaard het saldo op het contingent van verleden jaar, zijnde ongeveer 8 millioen kg., af te nemen. Het jongste besluit van de Franse regering heeft echter ook deze hoop verijdeld en meteen ook de deur gesloten voor een behoorlijke oplossing van het witloofvraagstuk. Immers de afzet in andere landen weegt niet op tegen het verlies van de Franse markt Tot 31 December j.l. konden in het totaal op een toegekend gewicht van 4.895.316 kg. slechts 3.360.837 kg. worden uitgevoerd, verdeeld als volgt Nederland 2.320.818 kg.Zwit serland 699.547 kg. Verenigde- Staten 135.832 kg. Engeland 108.231 kg.Duitsland 21.158 kg. Kongo 13.201 kg. Zweden 2.000 kilogram. Tot verlichting van de ramp welke onze witlooftelers treft, blijft thans maar de uitweg ener verhoging van het verbruik in het binnenland, daar van een noemenswaardige verruiming van de afzet in het buitenland dit jaar niet veel meer is te verwachten. De Nationale Dienst voor Afzet van Land- en Tuinbouwproducten zal, naar wij vernamen, een grootse propaganda inzetten tot bevordering van het witloofverbruik in ons land en zal inzonderheid met dit doel van 27 Januari tot 3 Februari in gans het land een week van het witloof in richten. Wij hopen dat deze lofwaardige werking met welslagen bekroond worde Onze paardenkweek. Vóór de jongste oorlog dreven wij met Frankrijk een bloeiende handel in paarden, vooral in kweekpaarden. Onze normale uitvoer schommelde tussen 7 000 en 8000 stuks. Zelfs tij dens het jaar 1947 leverden wij aan onze zuiderburen nog 6782 paarden voor een waarde van 183 millioen fr. Wegens gebrek aan betalingsmidde len in Frankrijk, daalde onze paar- denuit voer naar dit land ook geweldig in 1948. Alles samen leverden wij tijdens dit jaar nog enkel 176 paarden waarvan 80 mijnpaarden voor een waarde van 1,5 millioen fr. en 24 kweekpaarden voor 1.750.000 frank. De 72 overige dieren werden afgeno men door Franse invoerders als mid del ter vereffening van rekeningen welke zij in België nog hadden. Vlas- en lijnzaad. Onze lezers weten vermoedelijk dat onze vlasnijverheid een aanzienlijk gedeelte aan ruw of onbewerkt stro- vlas uit Frankrijk betrekt, wijl ander zijds grote hoeveelheden gezwingeld vlas en vlaszaad aan Frankrijk levert. Doch sedert de jongste oorlog, heeft Frankrijk door premiën aan de vlas telers en aan de vlasbewerkers op eigen bodem geleidelijk scherpere maatregelen en aldus de bevoorrading van onze vlasbedrijven aan vlas ge teeld op Fransen bodem bemoeilijkt en zijn eigen vlasindustrie mogelijk heid gegeven om uit te breiden. Met dit doel bevordert het ook op brede wijze de aankoop van vlasbewer kingsmachines in ons Land. Hierbij gebruikt Frankrijk allerlei middelen die verre van correct zijn. (Zie vervolg 4t bladzijde le kolom). Bloemisterij is een schone stiel. Een bloemist leeft toch een levenlang tus sen bloemen en kleuren en in de walm van de natuurlijke geuren. Een leven in een paradijselijke weelde Schoon gezegd, is 't niet Maar ik hoor de bloemisten, die dit lezen, al zeggen en sakkeren van weeral ene die de pen gemakkelijk te hanteren weet maar die nooit een stap gezet heeft in een bloemisterij. Mis Ik weet wél wat deze "schone,, stiel om 't lijf heeft. Ik weet ook dat de rozen doornen hebben en scherpe en die soms bloedig te werk kunnen gaan. En die doornen kunnen zijneen hagelvlaag die het duur betaalde glas in scherven legt, veelerlei insecten plagen en ziekten die de bloemen to taal waardeloos maken of ook heel wat sproeien (en sproeien vraagt dure sproeistoffen, sproeituigen en lange werkuren)rukwinden die de glasra men uit hun gevoeg rukken en in gruizelementen doen neerstortenaan koop van dure bloembollen, mest stoffen, kolen, glas en ander serren- materiaal... Die doornen zijndag en nacht op zijn hoede te wezen tegen de wispel turige natuurelementen als plots in vallende koude en nachtvorst, onweer en aanhoudende hittetoevallige om standigheden als een waterput die leeg geraakt, een ka reeloven die met zijn verderfelijke dampen de jonge planten doet verslensenlange avon den en nachtelijke uren te besteden om de frisse bloemen te snijden en de markt gereed te maken's morgens te vier, vijf uur daar te zijn als ge met de grote bloemenmanden met tram of trein naar de markt gaat. Dit alles is niets, vergeleken bij de laatste en veelal bloedigste doornen. Ik zeg, dit alles is niets, want een bloemist is in de grond een boer, een man van de natuur. En deze zijn niet bang te werken, hard te werken, een gevecht aan te gaan tegen de ver schrikkingen van alle natuurelemen ten. Een bloemist is een stielman, een man van 't vak, die liefde heeft voor zijn werk en alle moeilijkheden wel te boven komt... indien de belo ning maar volgt. En zij gerust, de be loning volgthet resultaat van zijn arbeid is schitterend. Ge moet die weelde zien in de serren, in de ver koophallen, op de hotel- en huista fels. Hij kan concurreren met de beste buitenlandse bloemist. Maar... van bloemen en geuren leeft men niet. Ik toch niet. En ook de bloemist niet. Zijn bloemen moeten opbrengen, moeten te gelde gemaakt worden. En nu kom ik bij die laatste en veelal bloedigste doornen Wat voor onze inlandse hop, onze tarwe, onze aardappelen, onze ker sen... waar is en waar was,... is niet minder waar voor onze bloemen. Ze gaan niet, ze brengen niet op... Onze bloemisten doen verlies. En de oorzaak Weeral't zelfde de buitenlandse invoer. Maar enfin, zult ge zeggen, ook daar al Ja, en we zullen u cijfers geven. En vergeet niet dat de bevoegde instanties toegeven dat het zo niet mag. Wie er weeral profijt bij heeft bij die ongezonde, overdreven invoer, moet ik niet uitmaken. Één ding weet ik dat de bevoegde in stanties, die dus toegeven, de wonde zullen trachten te genezen. Maar ik zeg een regering moet voorzien en voorkomen, want waar wonden moe- ten geheeld worden daar is intussen reeds veel geleden en veel stuk ge maakt en daar hebben eveneens heel wat duistere machten veel ongeoor loofde winsten en profijten gemaakt op een gemakkelijke manier, b.v. met een handteken, ten koste van onze eigen gezonde stielmannen en arbeidersonze bloemisten. Die duistere machten opzoeken is niet mijn taak. Maar zij gerust, gewoon lijk trekken die luië slakken, bij het minste gevaar, zich voor 'n tijdje in hun schelp terug, om zich na enige tijd weer te goed te doen op een andere categorie van voorbeeldige en arbeidzame staatsburgers. Wetten en leiding zijn goed maar dan om' zoals in Nederland, de wet toe te passen en niet om ze te laten overtreden, zoals... Wilt ge cijfers en feiten over onze bloemisterij In ons land vinden ongeveer 2000 gezinnen hun bestaan in de snijbloe mencultuur. Vooral in de streken rond Brussel, Antwerpen, Dender- monde, Assche en Aalst. Men telt 460 Ha besteed aan deze cultuur, waarvan 60 Ha onder glas. De totale productie per jaar be loopt ongeveer 150 millioen frank. Ik meen dat dit reeds kan tellen om er (Zie vervolg 4' bladzijde 4C kolom.) De 1 Koornb! Loem

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1949 | | pagina 1