De Landbouw aan de vooravond van
de Economische Unie met Nederland
Het machinaal melken.
Arbeid adelt 1 LANDBOUWWEEKBLAD
Voor en door de
Landbouwers
AALST 19 FEBRUARI 1949.
Verschijnt iederen Zaterdag
28ste JAARGANG Nr 1342
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Bureelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 267.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
«ra spp a
muciu 1 Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding De medewerkers zijn verantwoordelijk
der bron is streng verboden. voor hunne bijdragen.
Aankondigingen volgens akkoord.
Al werd reeds meermaals aange
kondigd dat de Economische Unie
met Nederland op 1 Januari 1950
werkelijkheid zou worden, blijken
thans vooral van de zijde van Neder
land aarzelingen tot uiting te komen
nopens de datum waarop de econo
mische unie zal worden ingevoerd.
Deze aarzelingen hebben in hoofd
zaak een financiële oorzaak nlde
moeilijkheid voor Nederland zijn
betalingsbalans in evenwicht te bren
gen ten opzichte van de Belgische
Luxemburgse Economische Unie. In
tussen neemt in meerdere middens de
sympathie af voor de Economische
Unie. Dit is inzonderheid het geval in
de havenmiddens ingevolge het ach
terwege blijven ener regeling jnzake
het aanleggen van een rechtstreeks
kanaal tussen Antwerpen en de Rijn,
het zogenaamd Moerdijkkanaal.
Ook is zulks het geval in talrijke
nijverheidsmiddens van het Vlaamse
land. Immers Nederland en Vlaan
deren produceren beide in hoofdzaak
verbruiksgoederen of afgewerkte pro
ducten. Ingevolge de afschaffing der
tolgrenzen, komen de Nederlandse
nijverheidsproducten schier ongehin
derd op de Belgische markt, daar ons
land nog steeds een vrijhandelspoli
tiek toepast zonder wederkerigheid
vanwege het buitenland, dan wanneer
Nederland, zich beroepend op zijn
betalingsmoeilijkheden, de invoer van
niet noodzakelijke producten streng
controleert door een stelsel van in
voer- en deviezenvergunningen.
De Belgische uitvoer naar Neder
land is ongetwijfeld ingevolge het tot
stand komen van Benelux sterk toe
genomen, zoals de Regering het voor
houdt. Doch wanneer men de in- en
uitvoerstatistieken nagaat dan stelt
men vast dat deze verhoogde uitvoer
voor de 7/1 Oden wordt ingenomen
door uitrustingsgoederen die in hoofd
zaak worden geleverd door de zware
Waalse Nijverheid, terwijl de ver
bruiksgoederen, die overwegend door
onze Vlaamse nijverheid worden
voortgebracht, integendeel op onze
binnenlandse markt een steeds scher
per wordende mededinging onder
gaan van de Hollandse producten.
Aldus is het overgangsregime dat
ons scheidt van de verwezenlijking
van de Economische Unie bijzonder
nadelig voor onze Vlaamse bedrijven.
Het ware voor deze bedrijven dan
ook beter dat de Economische Unie
zonder verwijl worde doorgevoerd
op voorwaarde dat zij de mogelijk
heid biedt aan de zakenlui uit de twee
landen in gelijke voorwaarden hun
producten aan de man te brengen op
de verruimde markt der twee landen.
Doch anderzijds blijkt de Econo
mische Unie niet mogelijk alvorens
een behoorlijke aanpassing is geschied
tussen het monetair, fiscaal en sociaal
regime van de,twee landen.
Voor meerdere takken van deland-
bouw blijkt deze gelijkschakeling een
noodzakelijkheid. Tot heden zijn on
ze land- en tuinbouwproducten be
schermd tegen een abnormale mede
dinging uit Nederland, dank zij de
toepassing van een stelsel van mini
mumprijzen. Wanneer dit stelsel weg
valt, staan wij voor de zware hinder
paal opgeleverd door het feit dat het
loon- en prijzenpeil in Nederland 25
tot 30 t. h. lager ligt dan bij ons. De
geleidelijke afschaffing door de Ne
derlandse regering van de toelagen
aan het verbruik zal dit verschil on
getwijfeld grotendeels wegruimen.
Doch er blijft nog steeds het gron
dig verschil tussen de vrije politiek
gevolgd door België ten opzichte van
de landbouw en de streng geleide po
litiek toegepast door Nederland waar
van de toelagen aan de landbouw-
voortbrengers ingevolge het regime
der monopolieheffing het kenmerk
zijn. Men kan zich de Economische
Unie niet indenken zonder de af
schaffing door Nederland van deze
monopolieheffing.
Men mag inderdaad niet uit het
oog verliezen dat Nederland gedwon
gen is een aanzienlijk hoger hoeveel
heid land- en tuinbouwproducten uit
te voeren dan België. Ten overstaan
van het feit dat Frankrijk de grenzen
sluit, dat Engeland zijn land- en tuin
bouw meer en meer beschermt tegen
invoer en dat Duitsland, ingevolge de
verarming van zijn bevolking, zijn in
voer tot het strikt minimum beperkt,
is de vrees gewettigd dat België het
bijzonderste afzetgebied zal worden
voor de Nederlandse productie. In
dien dus de productiekosten voor
land- en tuinbouw in de twee landen
niet ongeveer op hetzelfde peil wor
den gebracht, dreigt het gevaar van
overrompeling onzer markt door de
Nederlandse land- en tuinbouwpro
ducten.
Na de besprekingen welke vóór
(Zie vervolg 4' bladzijde 1' kolom.)
Elke vooruitstrevende landbouwer
is er gedurig op uit om alle werk zo
veel mogelijk uit te sparen en aan te
passen aan de moderne tijd.
Daar het machinaal melken in onze
streken nog niet het burgerrecht heeft
verkregen dat het verdient, zo stellen
we de lezers voor daarover eens wat
nader te vertellen.
Reeds in het begin der 19e eeuw,
over ruim honderd jaar dus, werd de
eerste melkmachine in Amerika be-<
proefd, en in het midden derzelfde
eeuw was die eerste toepassing reeds
uitgegroeid en zodanig verbeterd dat
elke handige landbouwer ze reeds kon
behandelen,
Op onze dagen is die verbetering
zover gevorderd dat zelfs een kind
het toestel kan in werking zetten.
Thans is zijn gebruik in Amerika en
Australië zo hoog opgevoerd dat er
ruim 90 °/o der koeien langs mecani-
schen weg gemolken worden.
En in ons oud Europa, zult ge vra
gen, hoe is het daar gesteld? Wel,
om met ons zelf te beginnen, moeten
we zeggen dat ons land, Nederland
en ook Zwitserland zo ongeveer aan
het staartje komen. In Frankrijk daar
entegen neemt het gebruik van de
melkmachine meer en meer uitbrei
ding.
We laten de verschillende typen
van machines terzijde, dat is voorbe
houden aan het bezoekers van de ten
toonstellingen, doch laat ons beper
ken tot wat ervan gezegd dient te
worden over het gebruik.
De hoofdresultaten van het gebruik
zijn le) melkvoortbrengst van onbe
rispelijke reinheid, zonder onzuiver
heden en vrij van ziektekiemen; 2C)
gemakkelijk werk bij het melken zelf
en 3e) enorme arbeidsbesparing.
We willen er reeds aanstonds de
aandacht op vestigen dat hier, nog
meer dan bij het handmelken, de
grootste reinheid geboden is. Wie
dus slordig is bij het handmelken, doe
best zich zo'n tuig niet aan te schaf
fen, want indien hetzelve niet vol
doende rein wordt gehouden, gaat
men veel mislukkingen tegemoet. Met
zulk machine gaat het juist zoals met
ons goede landbouwpaard niet best
verzorgd, is niets meer waard na
korte tijd.
Velen zijn nog altijd van gedacht
dat het gebruik van de melkmachine
onmenselijk is, daar ze de dieren erg
zou doen lijden. Daar is niet van aan,
want de vier tepelhouders van de
moderne machinen zijn zodanig ge
bouwd dat ze volkomen het natuurlijk
zuigen van het kalf nabootsen, veel
beter dan de handen van de kundig-
sten melker.
Voor wie het nog niet weet, geven
we hieronder een korte beschrijving
van een moderne melkmachine.
Deze bestaat in algemenen regel,
uit een roestvrije pot, welke lucht
dicht is afgesloten en waarin de melk
wordt opgevangen. Aan die pot zijn
vier dunne darmen bevestigd aan wier
uiteinden zich de vier tepelhouders
bevinden. Tot slot het bijzonderste
stuk de vacuum of zuigpomp. Dit
laatste verstrekt de regelmatig af
wisselende luchtdruk tussen de buiten
en binnenwand van de tepelhouders,
nodig om de zuigende beweging na te
bootsen. De machine wordt in gang
gezet ofwel op het electrisch net ofwel
door een kleine benzinemotor.
Evenals bij het melken met de
hand, worden vooreerst de vier me
talen tepelhouders, waarvan de bin
nenkant bestaat uit een uitneembaar
rubbervlies, gereinigd met een droge
lap. Men legt de draagband over de
rug van de koe, zodat het hele stel
dat dan aan die band komt onder het
dier hangt.
Nu worden de vier tepelhouders
opgezet en men laat de motor in gang
zetten. De zuigpomp ook pulsator
genoemd, begint te werken, en door
de kijkglazen of een dergelijk systeem,
kan men de melk zien vloeien. Be
merkt men dat een der kwartieren
van de uier minder melk begint te
geven, dan trekt men daarvan de te
pelhouder af. Na een vijftal minuten
schijnt de koe leeg te staan. Men
stopt het machien, trekt de overige
tepelhouders af, en melkt even met
de hand na. Verder volgt men de
onderrichtingen van de fabrikant.
Voor wat betreft de overgang van
het handmelken naar het machinaal
melken, heeft de ondervinding ge
leerd dat de dieren er zeer vlug aan
gewennen. Na enkele dagen zijn de
moeilijkste dieren reeds aangepast,
wegens de zeer normale, kalme en
constante werking, welke de dieren
volkomen op hun gemak zet.
Er mag gezegd worden dat de
dieren op deze manier gemolken zich
even kalm gedragen als deze met de
hand gemolken.
Op vele boerderijen, zelf- grote,
geeft men de voorkeur aan het ma
chinaal melken, omdat op deze manier
ook den Zondag, wanneer minder
personeel voorhanden is, snel kan
gemolken worden.
JUe Koornb.
Loem