De buitenlandse handelspolitiek van de Regering en onze land- en tuinbouw TARWEPOLITIEK EN? Arbeid adelt LANDBOUWWEEKBLAD Voor en door de Landbouwers var iren of nderen, AALST 12 MAART 19i9 Verschijnt iederen Zaterdag 28ste JAARGANG Nr 1345 Abonnementsprijs 50 fr. 's jaars. Bureelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 267. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Bij de bespreking van de begroting van landbouw in de Kamer kwam het vraagstuk der buitenlandse handels politiek der Regering op de voorgrond in verband met de dreigende crisis in meerdere takken van onze land- en tuinboijjv. Welke is immers de toestand Wijl de uitvoer van onze land- en tuinbouwproducten met de dag in eenschrompelt ingevolge de invoer beperkingen getroffen door de meeste landen, wordt de binnenlandse markt aan onze eigen productie op scherpe wijze betwist door de buitenlandse mededinging. Nochtans dient de afzet op de bin- nenlandse markt behouden voor onze Dopompi |ancj. en tuinbouwproducten, zoniet c en a staan wij voor een zeer zware crisis. Zo volstaat thans onze eiervbort- ïnkp kren9st tot dekking der behoeften iUJVv van de binnenlandse markt. De prijs van 2 fr. en minder waartegen de verbruiker thans verse inlandse eieren kan kopen is hiervan het stellig be wijs. Wanneer binnen enkele weken de leg nog zal toenemen, is het ge vaar niet denkbeeldig dat voor onze eierproductie geen voldoende afzet meer zal gevonden worden op de binnenlandse markt. Het is dan ook volstrekt vereist dat de invoer van vreemde eieren, zowel verse als ge koelde, volstrekt wordt stop gezet, n vai Met bepaalde landen werden han irboif delsaccoorden gesloten waarbij de uit- voer van Belgische eieren wordt voorzien. Doch zulks biedt geen ze kerheid voor een werkelijke uitvoer. Immers wegens werkelijke of voorge wende betalingsmoeilijkheden beper ken de meeste landen hunne aanko pen zoveel mogelijk bij uitrustings goederen en laten ons met onze ver- Tbruiksgoederen zitten, waartussen ook de eieren. Wij moeten hierbij met teleurstelling vaststellen, dat de J Belgische handelspolitiek tot heden uiterst zwak was bij het doen nale ven van de verplichtingen aangegaan door onze buitenlandse handelspart- ners. I Ook valt te voorzien dat tijdens de I lentemaanden de binnenlandse boter- I productie zal volstaan tot dekking der j behoeften onzer bevolking. Een nauwgezette controle op de invoer van vreemde boter is dan ook drin gend geboden om de invoer aan te passen aan het verbruik binnen onze grenzen. Hetzelfde kan gezegd wat betreft de invoer van varkensvlees, daar het aanbod van inlandse slachtvarkens sterk is toegenomen. Onze groenteteelt kent reeds sedert maanden een ernstige crisis. De ver koopprijzen liggen merkelijk onder de voortbrengstkosten. Nochtans wor den onze markten periodisch over stroomd met groenten uit het Noor den en het Zuiden, op tijdstippen dat onze eigen tuinbouwproducten op de markt komen. Het is volstrekt vereist dat de bin nenlandse markt bij voorrang aan onze eigen productie wordt voorbe houden, dat afdoende maatregelen worden getroffen tot naleving der minimumprijzen en tot bestrijding der handelspractijken, waardoor de vreemde groenten worden aan de man gebracht als zijnde van binnen landse herkomst. In verband met onze groententeelt moeten wij wijzen op de noodlottige politiek die door de Regering werd gevolgd ten opzichte van onze con- servennijverheid. Deze politiek was niet alleen schadelijk voor deze nijver heid zelf, doch ook voor onze groen tenteelt. Men vergete immers niet dat een grote hoeveelheid onzer inlandse groenten haar afzet moet vinden bij onze fabrieken van ingelegde groen ten. Deze spelen ook een belangrijke rol als marktregelaar op de tijdstip pen van grote aanvoer van inlandse groenten, daar zij alsdan de prijzen op peil houden. (Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom.) Tijdens de laatste weken wordt er algemeen in de landbouwpers gehan deld, over de verklaringen welke door de Heer Minister van Land bouw in de Kamer gegeven werden. Mogen we in deze verklaringen reeds een aanduiding zien voor de landbouwpolitiek welke voor de oog sten van het jaar 1949 zal gevolgd worden Er werd bij deze gelegenheid ge zegd, dat door de Regering zal ge zorgd worden dat de landbouwer niet bedreigd wordt door de buiten landse tarweproductie. Om daar tegen te beschermen zul len er vooreerst vergunningen nodig zijn. We weten dat heel wat kan bereikt worden door het onderwer pen van de invoer aan het voorleggen van vergunningen. Dat hebben we reeds talrijke malen gezien wanneer het betreft de uitvoer van onze producten naar een ander land. Aldaar wordt het afleveren van invoervergunningen zo streng toege past, dat het in vele gevallen het bijna volledig stopzetten van onze uitvoer betekent. Maar anders is het gesteld wanneer het gaat over de invoer van produc ten in ons land. Maar al te breed worden de contingenten bepaald. De inlandse voortbrengst wordt om al lerlei redenen beneden het normale geschat om zodoende een hogere in voer te verrechtvaardigen. Zulks heeft alsdan voor gevolg dat de over dreven ingevoerdehoeveelheden druk kend werken op de prijzen van de inlandse markt. We weten het, dat door de nijver heidsmaalderijen de voorkeur gege- ven wordt aan zekere soorten van vreemde tarwe. Het rendement dat ze bekomen bij het uitmalen is hoger, het vochtgehalte is lager en de er uit bereide bloem geeft brood met een beter bakvermogen. Met andere woorden, de vreemde tarwe geeft voor hen en voor de bakkers meer winst en dat is niet te onderschatten. De óorlogs- en naoorlogsjaren zijn nog niet vergeten. We weten nog maar al te goed dat wanneer er geen of niet voldoende tarwe kon inge voerd worden, onze inlandse tarwe best geschikt was voor de bereiding van brood, onder de meest uiteenlo pende vormen. We hebben in die jaren het grote belang kunnen ondervinden van te beschikken over een inlandse tarwe- teelt, welke toelaat een gedeelte van onze behoeften te dekken. Ook vóór de oorlog werd een tar- wepolitiek gevoerd, met het doel te trachten dat de met tarwe beteelde oppervlakte behouden bleef om aldus te voorkomen, dat een verschuiving naar andere teelten of weideuitbating, met als gevolg voor deze laatste een verhoogde melk- en botervoort- brengst, ook in deze takken een over productie zou doen ontstaan. Ook werd alsdan de verplichte in menging van inlandse tarwe in het broodgraan voorzien. Zelfs werd in zekere gevallen deze inmenging tot 40 °/o opgevoerd, maar zulks was nog niet bij machte de prijzen voldoende op peil te houden, om de tarweteelt te doen uitbreiden of winstgevend te maken. Andere middelen werden bedacht, waarbij zelfs teeltpremiën per opper vlakte werden toegestaan. Het bleef niet beperkt bij premiën voor tarwe, ook andere granen kwamen hiervoor "in aanmerking. Er moet gezegd worden dat door de omstandigheden soms zekere maat regelen dienen genomen, welke bij een oppervlakkige beschouwing soms niet noodzakelijk blijken. Een alge meen genomen maatregel geeft niet altijd het verwachte resultaat. Aan vullende maatregelen worden nodig. En zo komt men geleidelijk aan tot een volledige beschermingspolitiek ontstaan uit den drang der omstan digheden. jhq JB& Wel kan een goed gevoerde* tar- wepolitiek reeds ^heel wat goed ma ken. Maar hieraan hebben niet alle bedrijven voordeel. De bedrijven op zandachtige gronden en in de zand» (Zie vervolg 2' bladzijde kolom). De Koornb! loem Ook de motorploeg geeft in vele bedrijven goede uitslagen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1949 | | pagina 1