ONZE WEIDEN, uitvoer van witloof
>uw
nes
uize
A I 'A A If I LANDBOUWWEEKBLAD I Voor en door de
Aroeia aaeit j Orgaan der S> M. REDT U ZELVEN. Landbouwers
LST 26 MAART 1949
Verschijnt iederen Zaterdag
28ste JAARGANG Nr 1347
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Bureelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 267.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
Api
P fall
itervatb Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hunne bijdragen.
Aankondigingen volgens akkoord.
j Maar al te dikwijls worden op
vele landbouwbedrijven de weiden
beschouwd als de plaats waar men
de koeien laat grazen en er inde Len
te wat meer te grazen valt dan tijdens
de overige zomermaanden.
Men is gewoon van tijdens de win
termaanden er de ale op te voeren en
daarbij blijft het in vele gevallen.
Maar dat is niet voldoende.
De weiden moeten worden be
schouwd als een van de bijzonderste
teelten op de landbouwbedrijven.
Gedurende het jaar 1948 werden
in ons land op een totale oppervlakte
1.720.000 Ha. - 784.800 Ha.
met blijvende en tijdelijke weiden
bebouwd.
Elk jaar vermeerderde de opper
vlakte welke aan deze gewassen
voorbehouden werd.
Niet alleen de blijvende weiden,
maar ook de tijdelijke weiden nemen
toe.
Zo waren er in 1947 28.745
a. gemaaide tijdelijke weiden en in
Land™ 1948 33.883 Ha., wat dus een
egden, vermeerdering betekent van 5.100
merk Hectaren of 17,9
Ook de begraasde weiden ver
eerderden van 32.573 Ha. in 1947,
:ot34.363 Ha. in 1948 of met 1.790
ectaren, zijnde 5,5 °/o.
In de provincie Oost-Vlaanderen
waren er in 1947 op een totaal be-
teelde oppervlakte van 205.400 Ha.
62.817 Ha. weiden, zijnde 30 °/o
Hokf van totale oppervlakte.
Wanneer de gegevens voor deze
35 provincie verder onderzocht worden
bekomen we
aan tijdelijk maailand
nnfl weiland
blijvend maailand
weiland
Hieruit blijkt dus
elk groot belang de weiden zijn in
AbCW 0nze landbouwbedrijven.
AAK Jammer genoeg wordt niet altijd
telef. de nodige zorg besteed aan deze
elangrijke oppervlakte.
Wel zien we dat alle hoeken en
kanten van een perceel tot de laatste
vierkante meter worden bewerkt,
maar het is niet overdreven als we
zeggen dat van de weiden zeker
80 °/0 van de beteelde oppervlakte
verloren gaat bij gebrek aan voldoen
de zorgen.Jggj^fej^. j
Vele weiden zijn te nat. Dit werkt
de
sus„
ïtbani
)ouwm|
agen ti
en, w
ren.
beste
amiek
ndien
*de rij
1.469 Ha.
1.188 Ha.
9.852 Ha.
50.308 Ha.
duidelijk van
jeprtji2eer ongunstig op de reactie van
bodem, waardoor deze te zuur wordt.
voor de beste grassoorten, waardoor
deze kwijnen of afsterven en vervan
gen worden door minder goede.
Ook voor de werking van de mi-
kroben is een zure grond nadelig.
Hierdoor worden deze in hunne wer
king belemmerd wat ten nadele is van
de vruchtbaarheid. Daarom moet
daar, waar zulks mogelijk is het over
tollig water verwijderd en afgeleid
worden.
Het schoon houden van de grach
ten en afvoerwegen wordt maar al te
dikwijls verwaarloosd.
Zoals we bij een andere gelegen
heid zegden moet een weide zowel
als een akker, regelmatig gekalkt
worden.
Behalve voor de reactie van de
bodem is zulks ook van zeer groot be
lang voor de goede werking van de
meststoffen en het behoud van de
goede grassoorten.
Reeds lang hebben de landbouwers
begrepen dat het loshouden van de
grond bij de meeste landbouwgewas
sen van groot nut is. Vroegere jaren
werd bij aardappelen en bieten veel
minder gehakt dan tegenwoordig.
Men heeft ondervonden dat het
regelmatig loshouden van de grond,
waardoor deze beter verlucht, een
zeer gunstige invloed heeft op de
groei van de planten.
Ook bij de weide is een regelmatig
verluchten van de grond van het
grootste belang. In vele gevallen
wordt met het eggen een goede uit
slag bekomen, maar men moet er niet
tegen opzien dat dit eens duchtig ge
daan wordt.
De weidegenerator welke in het
voorjaar gebruikt wordt legt op een
tamelijk harde manier de weide open.
Nochtans zijn de uitslagen welke er
mede bekomen worden zeer goed.
Door het eggen worden ook veel
bosjesvormende grassen, welke van
mindere hoedanigheid zijn, geheel of
gedeeltelijk verwijderd en later hier
door plaats aan de betere zodevor-
mende grassen, welke tevens rijker
zijn aan voedende bestanddelen.
Maar van zeer groot belang is te
vens dat de weiden voldoende en
goed bemest worden.
Nog maar al te veel worden de
eenzijdige stikstofbemestingen toege
past. Deze geven wel in meer of min
dere mate een grasopbrengst, maar
het verkregen gras bezit niet de ver
wachtte voedende bestanddelen om
Onze witloofuitvoer kampt met zware moeilijkheden»
Onze lezers weten dat door het tij
delijk stopzetten van de uitvoer van
Belgische producten naar Frankrijk
ingevolge de onmogelijkheid voor dit
land te beschikken over de vereiste
betaalmiddelen, onze witloofteelt een
zware slag heeft ondergaan.
Wijl normaal 80 tot 85 °/o van on
ze witloofvoortbrengst bestemd is
voor het buitenland en Frankrijk ver
uit de bijzonderste afnemer is, zal de
productie van dit jaar, welke onge
veer 40 tot 45 millioen kg. bedraagt,
voor de 3/4den afzet moeten vinden
op de binnenlandse markt. Ingevolge
de intensieve propaganda van de Na
tionale Dienst voor de Afzet van
Land- en Tuinbouwproducten werd
alreeds een verhoogd witloofverbruik
vastgesteld in het land. Doch hierte
genover staan nochtans de zeer ern
stige moeilijkheden waarop het wit
loof stuit bij de uitvoer.
Het ruilverkeer met Frankrijk.
Ten overstaan van de schorsing
van de gewone uitvoer naar Frank
rijk, werd om enigszins te verhelpen
aan deze nadelige toestand, na lang
durende en moeilijke onderhandelin
gen een beperkte ruilovereenkomst
gesloten. Deze overeenkomst slaat op
een totale som van 280 millioen fran
se frank, van welk bedrag 180 mil
lioen voorbehouden wordt aan het
witloof. Zulks vertegenwoordigt een
hoeveelheid van 3,5 tot 4 millioen kg.
De regeling verband houdende met
deze ruil is echter zeer ingewikkeld en
vrij ontmoedigend. Vooraf dienen de
Franse producten ingevoerd, waarna
Frankrijk, op basis van 65 t. h. der
verworven deviezen, invoervergun
ningen voor witloof, metalen en mest
stoffen verleent in de verhoudingen
bepaald door het ruilakkoord.
Deze proceduur alsook de geringe
aanvoer van Franse producten geven
aan onze uitvoerders de overtuiging
dat zelfs de geringe hoeveelheid voor
zien in de overeenkomst dit seizoen
niet meer kan bereikt worden.
Bovendien dient betreurd dat de
verhandelingen van de in- en uitvoer
geregeld worden zonder de vertegen
woordigers van de witloofteelt- en
handel te raadplegen. De gespeciali
seerde uitvoerders worden niet zelden
over het hoofd gezien, waardoor mis
bruiken ontstaan.
De uitvoer naar Holland.
Beneluxpartners houden er willekeu
rige practijken op na om de invoer
van Belgisch witloof doelmatig te
remmen. Er is daar vooreerst het spel
van minimum- en dagprijs.
Het Belgisch witloof mag op de
Hollandse markt niet minder gaan
dan 6 fr. het kg., minimumprijs die
voor doel heeft de eigen productie te
beschermen. Hiertegen is in principe
niets in te brengen. Doch de leiders
van het bedrijfschap in Den Haag
stellen daarbuiten nog een dagprijs
vast, die op onfeilbare wijze de in
voer contingenteerd. Inderdaad is de
aanvoer vandaag naar hun oordeel
ietwat overvloedig geweest, dan stel
len zij morgen een dagprijs vast die
merkelijk lager is. De Nederlandse
Staat lijdt hierbij geen verlies, daar de
invoerder verplicht is het verschil te
betalen tussen de dag- en minimum
prijs als zogenaamde heffing welke als
compensatiegestort wordt voor het
Nederlands landbouwbedrijf.
Onze Belgische witloofuitvoerders
vragen dan ook dat een gestelde dag
prijs minstens 48 uren zou gehand
haafd worden om hun bestellingen als
eerlijke handelaars te kunnen uit
voeren.
In tweede plaats beklagen onze
witloofuitvoerders zich over het wil
lekeurig optreden van de producten-
controleurs. Dikwijls komt het voor,
dat deze controleurs partijen witloof
afkeuren die reeds door de Belgische
officiële diensten na streng nazicht
werden goedgekeurd. Deze afwijzing
geschiedt veelal op gronden die met
de hoedanigheid van het product
niets te maken hebben. Zij heeft nor
maal plaats op dagen waarop enkele
tientallen ton de Nederlandse grens
overschreden hebben ten nadele van
de laatste zendingen.
De uitvoer naar Engeland.
De witloofuitvoer naar Engeland
werd bepaald op 600 ton. Alhoewel
tot 31 December 1948 invoervergun
ningen werden afgeleverd voor 400
ton, konden onze uitvoerders hiervan
enkel slechts de helft verzenden. Som
mige Engelse invoerders blijven dus
inactief, wat voor gevolg heeft dat de
anderen, alhoewel deze invoervergun
ningen niet werden benuttigd, geen
nieuwe invoervergunningen kunnen
bekomen. t:~
De Belgische" uitvoerders vragen
dus dat de op 31 December uitgereikte
De witloofuitvoer naar Nederland
alter Deze zuurheidsgraad is schadelijk (Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom), is niet gecontingenteerd, doch onze (Zie vervolg 4' bladzijde 1' kolom.)
bestaa
hoepersi
strooibi
jgen, Sll
aalvatè!
ranmolt
Brabas
i en tt
i, moton
De Koornbloem
Tracti
rbopoi
luchen
U tot:
lij ko?