W f Onze Snijbloementeelt De Mei plezant zullen we planten Arbeid adelt LANDBOUWWEEKBLAD Voor en door de Landbouwers AALST 7 MEI 1949 Verschijnt iederen Zaterdag 28ste JAARGANG Nr 1353 Abonnementsprijs 50 fr. 's jaars. Bureelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 267. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. ernstig bedreigd door overtollige invoer uit Nederland en Frankrijk. Onze snijbloementeelt is een van de gespecialiseerde bedrijven van on- :e tuinbouw welke vooral wordt uit geoefend in de omgeving van Brussel, Antwerpen, Aalst, Dendermonde en andere steden. Zij heeft deze laatste jaten een vrij aanzienlijke uitbreiding genomen ingevolge de beperktheid van onze landbouwbedrijven. Hier door zijn onze boerenzonen verplicht zich toe te leggen op verfijnde teelten die hen toelaten dank zij vakkennis en gespecialiseerde arbeid een bestaan te verwerven op een geringe opper vlakte. De snijbloementeelt is ook een familiebedrijf dat arbeid verschaft aan talrijke handen. Het heeft dan ook een aanzienlijke sociale betekenis gekre gen. Ook haar economisch belang mag geenszins worden onderschat, wan neer men bedenkt dat niet minder dan 2.000 gezinnen er hun bestaan in vinden en dat ruim 460 Ha., waarvan 60 onder glas, aan deze teelt worden besteed en dat de jaarlijkse voort- brengst een waarde bereikt van ruim 150 millioen frank. De binnenlandse markt is het enig afzetgebied voor onze snijbloemen. Uitvoer is op het huidig ogenblik uit gesloten, hoofdzakelijk ingevolge het gebrek aan betalingsmiddelen dat de meeste landen inroepen tegenover België. Vermits nu de inlandse voortbrengst aan snijbloemen volstaat tot over vloedige bevoorrading van onze bin nenlandse markt, wordt deze over rompeld door massa's vreemde snij bloemen uit Nederland en Frankrijk. Aldus werden uit Nederland tijdens de eerste 11 maanden van 1948 248 duizend kg. snijbloemen ingevoerd voor een waarde van 11.911.000 fr. Tijdens dezelfde periode werden te vens bloembollen ingevoerd voor een bedrag van 33 millioen frank. Ingevolge de tolunie met Neder land is de invoer practisch vrij. Wat echter onduldbaar is, is het feit dat Nederland aan ons land eerst zijn bloembollen levert tegen een minimum uitvoerprijs die 40 t.h. hoger ligt dan de prijs welke in Nederland wordt toegepast en, nadien op de Belgische markt met ons eigen afgewerkte pro ducten komt mededingen, tegen prij zen die op verre na onze productie kosten niet dekken. Zo werden dan ook meermaals in onze verkoophallen de tulpen verkocht tegen prijzen die niet eens de prijs van de bollen dekten. Vóór de oorlog bedroeg de invoer van snijbloemen uit Nederland 41.000 kg. in 1930,91.000 kg. in 1931 en 212.700 kg. in 1932. Tegen deze ab normale stijging van de invoer paste de regering in 1933 de contingente- ring toe van de invoer. Ook uit Frankrijk worden abnor male hoeveelheden snijbloemen be trokken. Deze invoer is des te meer onaanvaardbaar, daar dit land onze tuinbouwproducten weert of tot een uiterst gering minimum beperkt om reden van deviezenmoeilijkheden. Van 108.000 kg. in 1938 is de in voer van snijbloemen uit dit land ge stegen tot 276.000 kg. tijdens de 11 eerste maanden van 1948. Deze abnormale invoer is een zeer erge bedreiging voor het bestaan van onze snijbloementeelt. Aan een afvaardiging van de Ver bonden voor bloemisten die hem de zware nood van hun bedrijf kwamen uiteenzetten, heeft de Heer Minister van Landbouw onlangs volgende maatregelen in het vooruitzicht ge steld toepassing van minimumprijzen op de invoer van bloembollen uit Nederland en hét stop zetten van de aflevering van nieuwe vergunningen. De invoer uit Frankrijk zou worden gecontingenteerd op de vóóroorlogse basis. Wij weten niet of de beloofde maatregelen intussen reeds werden doorgevoerd en welke uitslagen zij hebben gegeven. Het komt ons echter voor dat en kel volgende regeling van aard is om behoorlijke en blijvende resultaten af te werpen Contingentering van de invoer op grond van een gemiddelde normale invoer in gewicht tijdens de vóóroor logse jaren, tijdens dewelke de con tingentering werd toegepastaangif te bij de douane, onder nauwkeurige vermelding van de bijzonderste snij bloemensoorten, van gewicht en waarde van de snijbloemen aangebo den voor de invoer verplichte ver koop door georganiseerde verkoop inrichtingen van de ingevoerde snij bloemen, teneinde op die wijze de ontduiking te voorkomen van de weeldetaks van 10 op de verkoop (Zie vervolg 4' bladzijde 1kolom.) 't Moet weer schoon zijn, daar achter de grote boomgaard van mijn vriend. Schoon het ganse gedoe hof, boomgaard, akkers en weiden, die in het heuvelend Brabantse landschap liggen opengespreid. Schoon die lap pen grond van teer groen, van don ker bruin Schoon de rozige bloei ende appelaars. Maar vooral schoon het felle geel van de slorenvelden die nu in volle bloei staan. Elke dag zie ik die schoonheid vanop mijn tram, die me elke mor gen naar de grootstad brengt, en elke avond weer naar huis. Kurieus schoon hoor ik een arbeider zeggen. Hebt ge zoiets al eens op een schilderij gezien, fluistert daar een be diende Ge moet de poëzie van het landschap niet verder dan in ons Bra bant gaan zoeken, zegt er daar een oude man. Bekijkt me dat eens. Iedereen kijkt dezer dagen naar de weelde van de natuur die als een jon ge bruid in 't wit zich kleedt en alleen maar vreugde uitstraalt. Eigenaardig hoe jong en oud door dat beeld van de Lente wordt aangegrepen. Maar achter de grote boomgaard van mijn vriend moet het bijzonder schoon zijn nu. Wat daar zoal bij zonders te zien is Ik wil het u ver klappen. Mijn vriend heeft op het einde van zijn boomgaard een veldkapel ge bouwd. Jaren geleden. En in die kapel staat een Mariabeeld. Alles doodge woon, nietwaar Maar dit jaar heeft mijn vriend, gelijk twee jaar geleden, op de akker, juist aan de voet van de veldkapel, koolzaad gezaaid. Of beter, koolzaad geplant Zoiets van een volle hectaar. Die akker bolt zachtjes omhoog en zwenkt dan weer lichtjes zijwaarts en de diepte in. Dat moet ge zien, dat geel, dat goud, de gulden mantel van O. L. Vrouw, die gloed en die glans van de Lentezon daarop, het geschitter van millioenen gouden schilfers. Geen pen kan dat beschrij ven, geen penceel kan dat borstelen. Alleen de glimlach van de Moeder Gods zweeft over dat goud. Het ge gons van de bijen is als een gebed, en de wind die zachtjes in golvende geu- Zie vervolg 4e bladzijde le kolom. perli De Hoorn b Loem

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1949 | | pagina 1