1 De toestand van onze Tuinbouw Arbeid adelt Waarom spuiten de meeste kwekers hun fruitbomen niet LANDBOUWWEEKBLAD Voor en door de Landbouwers AALST 11 JUNI 1949 Verschijnt iederen Zaterdag 28ste JAARGANG Nr 1358 Abonnementsprijs 50 fr. 's jaars. Bureelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 267. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. In de Koornbloem van 21 Mei en 4 Juni 1.1. hebben wij achtereenvol gens onze zienswijze kenbaar gemaakt betreffende de bijzonderste maatre gelen welke zich opdringen bij het voeren ener politiek tot valorisatie van de inlandse broodgranen, van onze zuivelproducten en van onze dierlijke producten en meer bijzonder van onze varkens. Rekening houdend met de vooraan staande plaats welke de tuinbouw bekleedt in de landbouweconomie on zer Vlaamse gewesten, is het ook volstrekt vereist dat de Regering een goed geordende politiek volge tot vrijwaring der belangen van onze tuinbouw. In een zeer dicht bevolkt land als België, dat 454 inwoners telt voor 100 ha. beteelde oppervlakte, is de tuinbouw een noodzakelijk bedrijf wanneer men daarbij rekening houdt met de geringe oppervlakte der gron den die ter beschikking zijn onzer boerengezinnen en de verbrokkeling van het landareaal. De zonen onzer kleine landbouwers staan dan ook voor het dilemna ofwel intensieve culturen beoefenen, ofwel hun zelf standigheid prijs geven en de rangen der loontrekkenden vervoegen. Soci aal en economisch gezien is deze laat ste oplossing voorzeker niet aan te bevelen. Ons land telt immers al te veel werklozen, bijzonder tussen de niet geschoolde arbeiders, om hun aantal nog te laten toenemen. Zowel om redenen van algemeen economisch en sociaal belang als ter vrijwaring van de toekomst van onze landbouw, moet onze regering dus een doeltreffende en waakzame tuin- bouwpolitiek voeren met het doel de rendabiliteit van de verschillende tak ken van onze tuinbouw te verzekeren. Hoe dient deze politiek opgevat en uitgevoerd A) Dc groenteteelt» Ingevolge de beperkte oppervlakte der landbouwgronden heeft de groen teteelt in ons land een sterke uitbrei ding genomen inzonderheid in de ge westen waar grote verbruikscentra gevestigd zijn. De waarde der voort- brengst in 1947 kan geraamd worden °P 5 milliard frank voor de volle- grondsgroenten en op 125 millioen frank voor de groenten onder glas. Een doelmatige verdediging der belangen van onze groentenkwekers is afhankelijk van drie factoren ver zorgde en wetenschappelijke produc- tie, flinke organisatie van de verkoop en doeltreffende handelspolitiek van de Regering. Over deze laatste wil ik even uit weiden. Zij moet er op gericht zijn aan de inlandse groenten een lonende prijs te verzekeren. Dit beduidt minima-prij zen die niet alleen de kostprijs dek ken, doch ook een redelijke winst marge behelzen. Met dit doel moet het Departement van Landbouw nauwkeurig de behoeften van de be volking en de productie van groenten volgen en TIJDIG de invoer van vreemde groenten stop zetten wan neer de binnenlandse productie vol staat tot bevoorrading der bevolking. De regering moet hier preventief optreden. Dit beduidt dat zij niet moet wachten tot onze markt met vreemde producten is overstroomd en de prijzen zijn gedrukt alvorens de in voer stop te zettendat zij niet moet wachten op de klachten en stappen van onze tuinbouwers en hunne vere nigingen alvorens maatregelen te treffen. Dan komt zij te laat en missen de maatregelen grotendeels hunne uitwerking. Deze treurige ervaring moesten onze tuinbouwers in 1948 opdoen inzake tomaten en dit jaar met de ajuin en meer recent nog met de invoer van bloemkolen uit Frank rijk. Wat de invoer van tomaten dit jaar betreft werd de regering tijdig gewaarschuwd door de tuinbouwers. Wij spreken de stellige verwachting uit dat zij niet op dovemansdeur hebben geklopt. Doch onze tuinbouw moet bepaal de producten ook kunnen uitvoeren. Denken wij aan onze vroege aard appelen, aan het witloof, aan onze bloemkolen^ Voor vroege aardappe len komt practisch enkel Duitsland in aanmerking. Naar blijkt zou een voldoende krediet beschikbaar zijn voor deze uitvoer, doch zouden de Duitsers eer der weigerachtig zijn wat betreft de prijzen, die zij maar laag willen. Wij verwachten dat de regering de uit voerregeling zeer soepel zal stellen en dat zij tevens maatregelen zal treffen opdat de aanbiedingen van aardap pelen aan de Duitse invoerders op or delijke wijze zou geschieden. Door een bevoegd ambtenaar van het Ministerie van de Buitenlandse Handel werd ons in verband hierme de onlangs medegedeeld, dat België voor enkele tijd kans had bepaalde hoeveelheden spinazie en porei aan (Zie vervolg 4' bladzijde 1' kolom). Reeds van de eerste dag dat wij omgingen met fruitkwekers hebben wij ons deze vraag gesteld. Het staat voor ons vast dat niemand meer in staat is goed fruit te kweken zonder de nodige bespuitingen uit te voeren. Wij weten ook dat iedereen graag schoon fruit heeft. Waarom spuiten de kwekers dan zo weinig Enkele antwoorden willen wij eeps van nabij bespreken 1) De prijzen van het fruit laten de kosten van het sproeien niet toe. Dit antwoord heeft wel een schijn van waarheid, maar de ondervinding heeft ons geleerd dat de lage prijzen van een bepaald seizoen de oorzaak niet kunnen en ook niet mogen zijn. Imrhers, zelfs bij lage fruitprijzen zal voor kwaliteitsfruit toch de hoogste prijs worden betaald. Daarbij een lage prijs dit jaar, wil nog niet zeggen een lage prijs volgend jaar. En het is een uitgemaakte zaak dat bespuitingen, die dit jaar werden uit gevoerd een zeer grote invloed heb ben op de fruitoogst van het volgend jaar. Wij zien trouwens dat beroeps kwekers, nooit meer nalaten van hun bomen op de gepaste manier te be handelen. En reeds verschillende heb ben ons verzekerd dat goed sproeien steeds de kosten loont. 2) Wij beschikken niet over een voldoende toestel. Met een rugsproeier kan men heel moeilijk fruitbomen goed sproeien. De druk, die met een rugsproeier kan ontwikkeld worden is niet voldoen de. Ook kan men de bomen niet overal bereiken, zodat steeds maar half werk kan gedaan worden. Een speciale sproeier moet dus worden gekocht. Mogen de prijzen ons daar van afschrikken Eerst en vooral de vatpompen, die voor de boomsproei worden gebruikt kosten niet zoveel als sommigen wel menen. Voor een 4000 fr. kan men zich reeds een zeer goed toestel aan schaffen. Deze toestellen kunnen ook zeer goed bij de veldsproei gebruikt worden. Dit jaar hebben verschillen de van onze leden een veldsproeibuis op hun vatsproeier geplaatst. Zo 'n veldsproeibuis heeft zeven bekken en legt minstens het vijfdubbele werk van een rugsproeier af bij het spuiten in 't graan en in de aardappelen. Daarbij komt nog dat bij de aankoop van een vatsproeier een premie door de staat wordt toegekend, die tot 1000 fr. kan gaan. Deze aankoop kan dus ook geen beletsel zijn. 3) Wij zouden wel spuiten, maar wij weten niet juist hoe en wanneer. Dit jaar hebben wij ondervonden dat veel van onze leden, die wij goed op de hoogte hadden gebracht van de te gebruiken producten en van de manier en de tijd van het sproeien met veel moed aan het werk zijn ge gaan. De huidige toestand van hun bo men, na drie bespuitingen, is van die aard dat ze niet beter vragen om op de ingeslagen weg voort te gaan. De grootste struikelsteen is, naar onze mening, wel het feit dat onze kwekers niet weten wanneer ze moe ten spuiten, welke middelen ze moeten gebruiken en welke parasieten ze moeten bestrijden. En de gangbare sproeikalenders, die door sommige fabrieken worden gegeven helpen ons daarbij zeer weinig. Ze kunnen ons wel aangeven de te gebruiken middelen, ook wel de para sieten die moeten bestreden worden. Maar het juiste tijdstip dat kunnen ze nooit. En dat is juist het bijzonderste. Iemand die een haas wil schieten moet dat doen terwijl de haas er zit en dus niet wachten tot hij weggelo pen is. Wij moeten dus spuiten op het ogenblik dat de parasieten goed te treffen zijn. Wij geven enkele voorbeelden de appelbloesemkever moeten wij te pakken hebben vóór hij zijn eieren heeft kunnen afzetten, zoniet levert een bespuiting niets op. Hetzelfde geldt bv. voor de peregalmug. Blad luizen moeten verdelgd worden vóór de bladeren gekruld zijn, enz. De ap pelmade kan maar doelmatig bestre den worden als wij behandelen gedu rende de tijd dat het larfje uit het ei sluipt en zich in de vrucht boort. Een latere behandeling komt te laat. Het is dan ook te begrijpen dat de kwekers, door op een ongepast ogen blik te spuiten, geen resultaat hebben. Spuiten, kosten maken en werk doen zonder uitslag, dat is misschien wel een der meest ernstige redenen waar om niet gespoten wordt. Want wij ondervinden, dat zij, die gewaar worden dat ze goede resulta ten hebben, het spuiten niet meer op geven, maar er zich meer en meer beginnen op toe te leggen. De J Koornb! loem

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1949 | | pagina 1