De afzetmoeilijkheden voor onze Fruitteelt* Wereldstapel van Varkens* Jeugdvereniging R,ILZ* A rh>iH I LANDBOUWWEEKBLAD i Voor en door de AALST 6 OOGST 1949. Verschijnt iederen Zaterdag 28ste JAARGANG Nr 1366 Abonnementsprijs 50 fr. 's jaars. Bureelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 242.67. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. rDUU Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN. Landbouwers Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. (2de bijdrage.) In onze vorige bijdrage citeerden wij alreeds enkele der bijzonderste oorzaken van de afzetmoeilijkheden voor het inlands fruit 1) De onvol doende aanpassing van de kwaliteit aan de eisen van de verbruiker. 2) De onregelmatige verdeling van onze fruitproductie over de twaalf maan den van het jaar. 3) De beurtjaren in de productie met het gevolg een al ternatieve overproductie om de twee jaren. Er blijft ons nog enkele beschou wingen te wijden aan twee andere belangrijke oorzaken, nl. de gebrek kige invoerpolitiek der regering ten overstaan van vreemde vruchten en de onvoldoende verkoopsorganisatie van het inlands fruit. De gebrekkige invoerpolitiek der regering. Terwijl de uitvoer voor ons inlands fruit ten zeerste wordt belemmerd door deviezenbeperkingen en invoer vergunningen, toegepast door de lan den die voorheen traditionele afzet gebieden vormden voor onze vruch ten. zoals Engeland, Nederland en Duitsland, en enkel beperkte hoeveel heden door deze landen worden toe gelaten, stelt België al te breed zijn grenzen open voor vreemd fruit, zelfs op tijdstippen dat onze eigen produc tie geen lonende afzet kan vinden op de binnenlandse markt. Wij geven er ons rekenschap van dat de verhoging van het levenspeil der bevolking en de ontwikkeling van bet modern vervoer, aanleiding heb ben gegeven tot een geleidelijke en snelle stijging bij het verbruik van ci trusvruchten en bananen, die een on- 'echtstreekste mededinging zijn voor ons inlands fruit. Enkele invoerstati- stieken bewijzen zulks trouwens af doende van 12 millioen kg. in 1905 is de invoer van citrusvruchten ge stegen tot 24 millioen kg. in 1919, tot M millioen kg. in 1938 en tot 110 millioen kg. in 1947. Het zou niet redelijk zijn en ook geen uitslag opleveren, stelling te ne- fflen tegen deze invoer van vruchten die ons land toch niet voortbrengt. Doch het is niet verantwoord van- Wege onze regering, de invoer van vruchten die ons land zelf voort- brengt niet aan te passen aan de af zetmogelijkheden die de binnenlandse markt biedt voor onze eigene produc- tlê' Wij zijn van oordeel dat de bin nenlandse markt bij voorrang dient voorbehouden aan onze eigene fruit productie en, dat de invoer van vreemd fruit enkel gerechtvaardigd is ter aanvulling van de inlandse voort- brengst voor de behoeften van het verbruik. Wij verzetten ons niet te gen de invoer van vreemde vruchten op tijdstippen dat onze voortbrengst nog niet op de markt komt of enkel in onvoldoende hoeveelheden voor de behoeften van het verbruik. Doch wij vragen dat de vreemde invoer TIJDIG wordt stop gezet, zodra onze inlandse productie bij machte is aan het verbruik op normale wijze te voldoen. Het laattijdig treffen van maatre gelen tot indamming van de vreemde invoer is het verwijt dat wij aan onze overheden richten. Zulks was onlangs nog het geval met het schorsen van de invoer van appelen en peren, dat maar op 15 Juli geschiedde en met het stop zetten van de invoer van pruimen, perziken en kersen dat maar van 22 Juli af van kracht werd. Wij voegen er nochtans bij dat de schorsing van de invoer van vreemd fruit, voor onze voortbrengers de ver plichting meebrengt, voldoende hoe veelheden inlandse vruchten van be hoorlijke hoedanigheid ter beschik king te stellen van de verbruikers. De onvoldoende verkoopsorganisatie. Wij moeten toegeven dat onze fruitvoortbrengers op gebied van or ganisatie van de verkoop ver ten ach ter zijn ten opzichte van hun bedrijfs- genoten in meerdere landen, zoals Nederland, Denemarken. Zwitser land en de V. S. Wij ontkennen geenszins de ver diensten van sommige samenwerken de veilingen. Doch deze hebben meestal enkel een gewestelijk karak ter. Er ontbreekt een bredere werking die er moet op gericht zijn over gans het land en in de vreemde een doel treffende propaganda te voeren ten voordele van ons inlands fruit. Deze propaganda moet natuurlijk steunen op flinke kwaliteit, degelijke sortering en verpakking en bijzonder op een gezonde coöperatieve geest der leden. Deze moeten aan hun ver eniging regelmatig hun producten le veren, bijzonder deze van de beste hoedanigheid. Wellicht is een geor dende samenwerking tussen de be staande coöperatieven van samenver- koop de aangewezen weg voor deze Zie vervolg onderaan hierneven. Volgens schatting van het Ameri kaans bureau voor argrarische be trekkingen, bedroeg het aantal var kens op de ganse wereldbegin 1949 ongeveer 261 millioen stuks. In 1948 was het aantal ongeveer 246 millioen, zodat er een toename is van 15 mil lioen varkens. De reden van deze toeneming in de varkensfokkerij is te zoeken in grote vraag naar varkens vlees en spek in het begin van 1948 en de gunstige voederoogst. De grootste stijgingen in de var kensproductie vonden plaats in de landen van Europa, die aan de oorlog hadden deelgenomen en in de Sowjet- Unie. Ook Zuid Amerika verhoogde zijn productie aanzienlijk, terwijl in de andere werelddelen de productie stijging iets minder groot was. Wan neer de algemene en economische voorwaarden gunstig blijven, ver wacht men ook in 1949 een blijvende stijging. Ondanks deze stijging over de ganse lijn, heeft het aantal varkens in vele landen nog niet het vóóroorlogs peil bereikt. In 1936 40 was het ge middeld aantal 29 millioen stuks of 10 °/o meer dan voor het ogenblik. bredere werking. In het buitenland moet deze werking natuurlijk kunnen rekenen op de actieve steun der af gevaardigden van ons Ministerie van de Buitenlandse Handel en van Land bouw. Wij kunnen voortdurend de schreeuwende wanverhouding vast stellen tussen de prijzen van het fruit in de kleinhandel en deze welke de voortbrenger voor zijn waar bekomt. Deze overdreven kleinhandelsprijzen zijn voorzeker een geweldige hinder paal voor de toename van het fruit- verbruik. Naar onze mening moeten de coö peratieven van samenverkoop er naar streven een nauwer contact te schep pen tussen de voortbrenger en de ver bruiker, door uitschakeling van talrij ke nutteloze tussenpersonen. Met dit doel zou het aanbeveling verdienen, dat onze flink ingerichte coöperatie ven samenverkoop, in de grote steden enkele winkels voor verkoop in 't klein hunner producten zouden inrich ten, inzonderlijk voor fruit en groen ten. Zij zouden op deze wijze aan zienlijke diensten bewijzen, niet alleen aan de voortbrengers, doch ook aan de verbruikers. Op deze wijze zouden zij ook sterk bijdragen tot verruiming van de verkoop hunner producten tegen lonende prijzen. Noord- en Zuid-Amerika en Afrika waren de enige landen, waar het vóóroorlogse peil werd overschreden. In Europa was in het begin van 1949 ongeveer 75 van de vóóroorlogse productie bereikt, inde Sowjet-Unie ongeveer 50 °/o. In Azië en Oceanië bleef de productie 9 °/0 beneden het vóóroorlogse peil. Tengevolge van de gunstige weers omstandigheden in 1948 werd de voe derpositie aanmerkelijk verbeterd, hetgeen weer de varkensproductie ten goede kwambovendien werd deze bevorderd door de grote vraag naar varkensvlees en spek zowel voor bin nenlands gebruik als voor de uitvoer, en de pogingen in vele landen om on afhankelijk te worden van de invoer. In de Verenigde Staten steeg de varkensproductie in 1948 met 4 °/0, in Canada was het aantal varkens in December 1948 14 lager dan het jaar te voren, maar men verwacht in het voorjaar van 1949 weer een sterke stijging. In Argentinië werd het laagste peil bereikt sedert 30 jaar. Dat was te wijten aan het gebrek van uitvoermogelijkheden en het tekort aan arbeidskrachten. In Brazilië inte gendeel steeg de productie aanzien lijk, zowel wegens de grote binnen landse vraag als wegens de gunstige voederpositie. Begin 1948 was het aantal varkens in Denemarken zeer laag, maar een goede oogst, hogere uitvoerprijzen voor spek en ECA-hulp deden in 1948 het aantal weer stijgen. Ook in het Verenigd Koninkrijk viel een merkelijke stijging te constateren, welke naar men verwacht in 1949 nog zal doorgaan. In Ierland vindt het herstel slechts langzaam plaats, ter wijl in Frankrijk en Polen een toene mende stijging in het aantal varkens wordt verwacht. Over de Sowjet- Unie en de Balkanlanden zijn geen gegevens voorhanden, maar ook voor daar verwacht men een stijging, ten gevolge van de verbeterde veevoe dingspositie. Wat betreft Nieuw-Zeeland en Australië, daar verwacht men in 1949 geen verdere stijging wegens schaar ste aan veevoeder en de hoge kosten van het graan. Op Maandag 15 Augustus, uitstap per fiets naar Hofstade-Bad (bij Me edelen, ongeveer 50 km.). Vertrek aan het lokaal, Grote Markt, te 7,30 stipt. Knapzak mee. Het Bestuur. De Koornbloem

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1949 | | pagina 1