Na de Regeringsverklaring.
1 J
II
fwë I
Arbeid adelt
De Uitwijking van Nederlandse
Landbouwers*
LANDBOUWWEEKBLAD I Voor en door de
AALST 27 OOGST 1949.
Verschijnt iederen Zaterdag
28ste JAARGANG Nr 1369
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Bureelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 242.67.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN. Landbouwers
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hunne bijdragen.
Aankondigingen volgens akkoord.
Na zes weken eindeloze palabers
Sussen de comité's der politieke par
tijen, is de Heer Eyskens er eindelijk
in geslaagd een regering samen te
stellen bestaande uit 9 vertegenwoor
digers van de C.V.P. en 8 liberalen.
De regeringsverklaring werd op 16
Augustus voorgelezen door de Heer
Eyskens, eerste-minister in de Kamer
en door de Heer Deveze, ondervoor-
litter van de nieuwe ministerraad in
it Senaat.
Daar de politiek buiten het werk
gebied onzer vereniging ligt, zullen
wij geen uitvoerige beschouwingen
wijden 'aan de vraagstukken met een
politiek karakter, die in bet program
ma der nieuwe regering worden be
handeld.
Alleen wensen wij te zeggen dat
dit programma arm is aan inhoud en
een totale machteloosheid verraadt
bij het bepalen van duidelijke algeme
ne lijnen of principes, voor de oplos
sing der belangrijke en dringende
vraagstukken die zich stellen voor
het land.
Voor de oplossing van het Ko-
ningsvraagstuk, dat als een zware
hypotheek drukt op ons politiek le
ven, biedt de regeringsverklaring vol
strekt geen uitzicht of middelen. Het
schoolvraagstuk, dat voor elk nuch
ter denkend mens de eenvoudige en
billijke regeling vergt aan de ouders
het natuurlijk en onbetwist recht te
verschaffen, aan hun kinderen een
opvoeding en onderwijs te verschaf
fen dat beantwoordt aan hun levens
beschouwing, komt door de rege
ringsverklaring geen stap nader bij
rijn oplossing en zal verder, voor
hoeveel jaren nog, de burgers van
dit land van hun prille jeugd af tegen
elkander stellen.
De regering geeft betreffende haar
economisch en financieel programma
enkel zeer vage aanduidingen. Wij
vernemen nochtans dat haar streven
in hoofdzaak zal gericht zijn naar de
bestrijding der werkloosheid.
Met dit doel zal zij op de buiten-
gewone begroting 1949 ongeveer 11
milliard frank uittrekken voor de uit
voering van openbare werken. Ook
tal de woningbouw bevorderd wor
den door een totaal krediet van 2.450
millioen.
Aan de oorlogsgeteisterden belooft
de regering de wet en uitvoerings
besluiten op de vergoeding voor oor
logsschade te herzien, indien dezë
herziening nodig mocht blijken tot
bespoediging der uitkering van de
vergoedingen en de voorschotten.
Naarmate de regering over de ver
eiste kapitalen zal beschikken zal zij,
ten voordele van de oorlogsgeteister
den de gelden vrijgeven die door de
muntsanering nog zijn geblokkeerd.
De landbouwpolitiek.
Aan de landbouw wijdt de rege
ringsverklaring drie paragrafen die
verre van concreet zijn, wat betreft
de uitvoeringsmaatregelen van haar
landbouwprogramma
Binnen het kader van haar stre
ven naar het opheffen van de econo
mische belemmeringen en van haar
algemene economische politiek, zal
de Regering op landbouwgebied een
politiek van rentabiliteit nastreven.
Zij zal er speciaal voor waken dat
de onontbeerlijke voorwaarden tot
stand zouden komen, om de Belgische
landbouw in te schakelen in het ge
heel van de Economische Unie die
voorbereid wordt tussen Nederland,
Luxemburg en België.
Zij zal daartoe onder meer over
gaan tot aanmoediging van het we
tenschappelijk onderzoek en tot
daadwerkelijk bevorderen van de
landbouwtechniek en het landbouw
onderwijs
Wij noteren dat de regering een
politiek van rentabiliteit voor de
landbouw zal nastreven, doch de
vraag blijft open door welke midde
len. Hierover zou de regeringsver
klaring, minstens in de grote lijnen,
uitleg moeten verschaft hebben aan
onze landbouwers.
Is zij bereid door een doelmatige
in- en uitvoerpolitiek aan onze zui-
velproductie en aan de producten
onzer veehouderij lonende prijzen te
verzekeren
Zal zij een gezonde valorisatie van
de inlandse tarweteelt en suikerbie
tenteelt toepassen, meer bijzonder om
het evenwicht in onze landbouw
structuur en in onze landbouwpro
ductie te vrijwaren
Welke politiek zal de regering
volgen om de producten van onze
tuinbouw en van, onze fruitteelt op
een voldoende prijzenpeil te brengen
Op welke manier stelt de regering
zich voor op daadwerkelijke wijze
het wetenschappelijk onderzoek te
bevorderen ten bate van de land
bouw Hoe zal zij aan de practische
voorlichting aan onze land- en tuin
bouwers uitbreiding geven Het is
toch geweten.dat het getal staats-
landbouw- en tuinbouwkundigen
volstrekt onvoldoende is voor deze
voorlichting.
In verband met Benelux, behelst
(Zie vervolg 4' bladzijde 1' kolom).
België en Nederland bezitten een
zeer dichte bevolking.
Wanneer de bevolking per vier
kante kilometer oppervlakte berekend
wordt, mag deze voor beide landen
als een van de hoogste van de ganse
wereld beschouwd worden.
Gedurende de laatste jaren is ech
ter de bevolkingsaangroei in Neder
land hoger dan in België
Deze bevolkingsaangroei neemt
hoofdzakelijk toe bij de katholieke
plattelandsbevolking. Het is dan ook
niet zonder reden dat de plaatsings
mogelijkheden voor de bevolking
moeilijker en moeilijker worden.
Veel landbouwerszonen vonden
reeds een bestaan in de groente-,
fruit- en bloembedrijven, anderen
zochten een weg in de handel in
landbouw- en tuinbouwproducten.
Nog anderen legden zich toe op de
handel in zaden en zuivelproducten.
Maar ook op dit terrein wordt on
dervonden dat reeds meer dan vol
doende krachten voorhanden zijn.
Sedert lang werd gesproken van
het organiseren van de uitwijking van
landbouwers naar het buitenland.
De Centrale Stichting Landbouw
Emigratie werkt op dit terrein de
mogelijkheden in de hand en zorgt
voor de materiële belangen van de
uitwijkelingen.
Echter wordt de uitwijking aan
zienlijk bemoeilijkt door de huidige
deviezenregelingen waardoor het in
de meeste gevallen verboden is geld
uit te voeren. Hierdoor wordt het in
vele gevallen onmogelijk zich in het
nieuwe land te vestigen.
Anderzijds wordt ook in de meeste
landen de inwijking beperkt, zodat
slechts een bepaald contingent voor'
inwijking in aanmerking komt.
Spijts deze moeilijkheden werd in
Nederland een belangrijke uitwijking
vastgesteld.
Deze bedroeg in
Argentinië
Australië
Brazilië
Canada
Frankrijk
Nieuw Zeeland
Ver. Staten
Zuid-Afrika
Andere landen
Totaal
1946
1948
12
257
22
735
40
200
9
6742
23
90
369
3672
16
2716
181
590
672
15002
Van deze totalen waren 60 tot
70 °/o landbouwers.
Gedurende de jaren 1946, 1947 (Zie vervolg 2e bladzijde le kolom).
en 1948 zijn in het totaal 23.039 per
sonen uitgeweken, zodat hiervan
ruim 15.000 landbouwers zijn terecht
gekomen in andere landen, zijnde een
gemiddelde van 5000 per jaar.
Tijdens het jaar 1948 kwamen in
Canada zich 125.400 buitenlanders
vestigen. Wanneer hiernaast de 6742
uitgewekenen geplaatst worden mag,
rekening houdende met de bevolking
van Nederland, de uitwijking naar
dit land als zeer hoog beschouwd
worden.
Voor de inwijking in de Verenigde
Staten bestaat er in Nederland een
grote vraag. Ruim 25.000 personen
deden hun aanvraag. Wanneer men
rekening houdt dat per jaar nagenoeg
3000 personen toegelaten worden,
ziet men duidelijk voor hoeveel jaren
nog aanvragen bestaan. De mogelijk
heid voor inwijking is dan ook ge
ring.
Algemeen mag gezegd worden dat
de economische omstandigheden on
der dewelke de Nederlandse uitge
wekenen in de verschillende landen
leven als gunstig mogen bestempeld
worden.
Veel hangt af van de persoonlijk
heid van de man en de vrouw die
uitwijken. Zij dienen zich in vele ge
vallen aan te passen aan de nieuwe
omgeving en de nieuwe mogelijkhe
den uit te baten.
De meeste uitgewekenen verklaren
dat zij zich na een korte periode op
gelucht voelen. Alhoewel de liefde
voor hun geboorteland blijft bestaan,
voelen zij zich minder gedrukt om
reden dat het nieuwe land hun meer
mogelijkheid geeft om hun energie te
ontwikkelen. Vooraleen eerste slagen
in hun opzet werkt aanmoedigend
voor hun verdere werking.
Een jaarlijkse uitwijking uit Ne
derland van nagenoeg 20.000 perso
nen uit de landbouw, zal zeker een
verruiming brengen in dit gebied. Dit
aantal is zelfs nog gering wanneer re
kening te houden is met een jaarlijkse
bevolkingsaangroei van ongeveer
140.000 personen.
Het is om deze reden dat van Re
geringszijde veel belangstelling ge
toond wordt voor de uitwijking en er
dan ook van een georganiseerde
voorbereiding van de uitwijking kan
gesproken worden.
Voor enkele landen, waarvan de
belangrijkheid van de uitwijking in
bovenstaande tabel kan nagegaan
De Koornbloem
lp
.Pif
1 I'9