BENELUX
Arbeid adelt
Kan de opbrengst der melkkoeien
verdubbeld worden
LANDBOUWWEEKBLAD I Voor en door de
Huidige toestand en mogelijkheden*
5-s I AALST 24 SEPTEMBER 1949.
Verschijnt iederen Zaterdag
28ste JAARGANG Nr 1373
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Bureelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 242.67.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN. Landbouwers
Het overnemen van artikelen zondei aanduiding
der bron is streng verboden.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hunne bijdragen.'
Aankondigingen volgens akkoord.
(2e bijdrage.)
In onze vorige bijdrage hebben
wij de betekenis toegelicht der mo
netaire overeenkomst van 21 October
1943 en der douaneovereenkomst
van 5 September 1944 welke aan de
lasis ligt der verdere onderhande
lingen tussen België, Nederland en
Luxemburg tot verwezenlijking der
(conomische unie.
Over de draagkracht dezer onder
handelingen verstrekken wij hieron
der de bijzonderste inlichtingen.
In onze vorige bijdrage deelden
wij reeds mede dat, alhoewel de
douaneovereenkomst voorzag dat zij
onmiddellijk na de terugkeer van de
regeringen in hun land in werking
zou treden, de gebeurtenissen en
meer bijzonder de latere bevrijding
van Holland zulks verhinderden.
Op 17 en 18 April 1946 te Den
Haag hadden dan ook besprekingen
plaats tussen de Ministers der drie
betrokken landen. Zij waren het eens
dat de bepalingen der douaneover-
tenkomst zo spoedig mogelijk dien
den verwezenlijkt, daar elke vertra-
jing een verder uiteenlopen van de
volkshuishoudingen der deelnemende
aden mede zou brengen.
Met het oog op de inmiddels in
aanzienlijke mate gewijzigde om
standigheden, werd het wenselijk ge
acht de Douaneovereenkomst en het
te Londen opgestelde gemeenschap
pelijk toltarief te herzien. Men stelde
zich voor het herziene tarief op
November 1946 in werking te doen
treden, terwijl een jaar later de tol
grens tussen Nederland en de Bel
gisch-Luxemburgse Unie zou worden
opgeheven.
Tevens werd het noodzakelijk ge
acht in het gezamenlijk belang der
drie landen te zoeken naar middelen
tot samenordening van de landbouw-
tn nijverheidspolitiek. Dit onderzoek
werd opgedragen aan de Raad van
de Economische Unie.
De Raad voor de Handelsaccoor-
den kreeg de opdracht te onder
toeken op welke grondslagen een
gemeenschappelijke tariefpolitiek zou
hunnen gevoerd worden op de Inter
nationale Conferentie voor Handel
en Werkgelegenheid, en op welke
wijze de samenordening van de han
delsverdragen met derde landen zou
hunnen plaats vinden. Teneinde het
mogelijk te maken het handelsver-
heer tussen Nederland en de Belgisch-
Luxemburgse Unie in een zekere
omvang te handhaven, verleende de
Belgische Regering, met inachtneming
van de abnormale economische toe
stand van Nederland, verschillende
kredieten aan dit land. Terloops weze
aangestipt dat deze kredieten gelei
delijk zijn opgelopen tot ruim vier
milliard frank, dat zij renteloos zijn
en voor de helft op lange termijn
werden geconsolideerd. Door deze
ruime kredieten heeft België tot het
economisch herstel van Nederland op
aanzienlijke wijze bijgedragen.
Wat aangaat de herziening der
douaneovereenkomst van 5 Septem
ber 1944 en het toen bepaalde tarief
van invoerrechten, werd besloten
aan voormelde overeenkomst een
Protocol toe te voegen, waarin on
der meer een nadere uitlegging van
de tekst der overeenkomst werd vast
gelegd. Verder werd door genoemd
protocol het statuut vastgelegd van
het Secretariaat van de Raden van
de Douaneovereenkomst. Bij nota
wisseling stelden de drie regeringen
ten slotte een Raad van Presidenten
in, welke tot taak kreeg de samenor
dening tussen de werkzaamheden van
(Zie vervolg 4' bladzijde 1' kolom).
Een vooraanstaande veevoeder
specialist hield over dit onderwerp
een radiolezing te Kopenhagen. Hier
bij besprak hij de proef, die onder
leiding van het proefstation op
Wedelsborg Avlsgaard werd geno
men.
Het doel van die proef was te
onderzoeken hoeveel dat een goede
melkkoe kan voortbrengen bij bij
zonder goede voeding, goed melken
en een extra goede verzorging.
De proef begon in de herfst van
1947 met 8 koeien, doch twee dieren
vielen uit, nl. één dier omdat ze het
scherp in had en een ander omdat
ze bij vergissing te vroeg werd ge
dekt. Eigenlijk geschiedde de proef
dus met 6 koeien.
De voeding van deze koeien in de
tijd dat ze drachtig waren, was zeer
goed en ze kregen een rantsoen,
dat men gewoonlijk geeft aan koeien
met een melkgifte van 10 tot 15 liter.
Voor het kalven werden de dieren
in een afzonderlijke afdeling van de
koestal gezet en hier konden ze extra
gevoerd en verpleegd worden, zon
der dat de andere koeien hier last
van hadden.
Een vakman zorgde voor het mel
ken, dat 4 maal per dag gebeurde
's morgens om 4 uur en 10 uur,
's middags om 4 uur en 's avonds
om 10 uur.
Het plan voor de voeding gedu
rende de melkperiode was uitgewerkt
door het proefstation en bestond
uit het volgende
Ruwvoeder per dag en per koe
in de wintermaanden 4 kg hooi,
4 kg ingekuilde betenkoppen en
27 kg koolrapen. Dat is geen grote
hoeveelheid en zonder moeite zouden
de dieren hiervan meer hebben kun
nen verwerken.
De hoeveelheid krachtvoeder was
echter zeer groot en wel gemiddeld
per dag en per dier in de winter 16
kg. Iedereen, die wat van veevoeding
afweet, zal verbaasd staan over zulk
een grote hoeveelheid, die zelfs bij
enkele koeien opgevoerd werd tot 18
kg. In het algemeen rekent men, dat
de koeien per dag niet meer dan
10 kg krachtvoeder kunnen verwer
ken, doch bij viermaal daags voeren
konden de koeien van deze proef de
genoemde hoeveelheden krachtvoe
der zonder bezwaar verwerken.
(Zie vervolg 3e bladzijde le kolom).
iMliü:
De Koornbloem
«V
DE DORSMACHINE OP RONDE.