De mogelijkheden van een doelmatige
grondenvalorisatie.
SINT ELQOI
Arbeid adelt
LANDBOUWWEEKBLAD
Voor en door de
Landbouwers
AALST 26 NOVEMBER 1949.
Verschijnt iederen Zaterdag
28ste JAARGANG Nr 1382
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Bureelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 242.67.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hunne bijdragen.
Aankondigingen volgens akkoord.
Samen met Nederland, is België
een der dichtst bevolkte landen van
de wereld. Op landbouwgebied komt
zulks tot uiting in de geringe opper
vlakte, welke de gemiddelde land-
bouwuitbating in ons land bezit.
Volgens de statistieken bedroeg de
Belgische bodemoppervlakte in 1946
circa 3.050.000 ha. onderverdeeld als
volgt
landbouwgronden ha 1.883.000
heide- en woeste gronden 124.000
bossen 541.000
alle andere gronden en
onroerende goederen 502.000
(bvb. havens, duinen, wegen,
parken, hoven, nijverheids-
gronden ënz.)
Op deze 1.167.000 ha, niet begre
pen in de landbouwgronden, bestaat
er betrekkelijk weinig mogelijkheid
aanzienlijke percelen voor de land
bouw terug te winnen. In bepaalde
streken zullen onze kleine landbou
wers misschien te vinden zijn om nog
enkele percelen heide- en woeste
gronden te waarde maken, mits zij, bij
middel van belastingsvrijstellingen en
toelagen, hiertoe door de openbare
besturen op afdoende wijze worden
aangemoedigd.
Men mag niet vergeten dat de
heide- en woeste gronden van 1846
tot 1946 verminderd zijn van 290.000
tot 124.000 ha.
Met het oog op het behoud van
ons waterregime, zou het uit dep boze
zijn over te gaan tot uitgebreide ont
bossingen.
Doch er blijven drie gewichtige
maatregelen die de voortbrengst van
onze landbouwbodem van 1.883.000
ha sterk kunnen opvoeren en aldus
tot dezelfde uitslag leiden als de uit
breiding van ons landbouwareaal met
meerdere duizenden hectaren. Deze
middelen zijn het behoorlijk draine
ren, de verplichte herkaveling der
landbouwgronden, de verbetering van
de landbouwtechniek.
Het drainerenA
Bevoegde landbouweconomisten en
-statistici zijn de mening toegedaan
dat minstens 200.000 ha van ons
landbouwareaal kunnen verbeterd
worden door drainering. De verho
ging van opbrengst, (minstens 15 °/o)
welke hieruit voortspruit zou neerko
op een toename van de landbouw
grond met 30.000 ha in meerdere
gevallen zelfs met merkelijk meer ha,
wanneer de drainage polder-gronden
Patroon van boeren» smeden en wagenmakers;
of moerasgronden gezond maakt, zo
als bv. de polder van Zantvliet (300
ha), of het moerasgebied der Moer
vaart ten Noord-Oosten van Gent
(6.000 ha).
Om tot deze draineringen op grote
schaal te komen, moeten de landbou
wers en eigenaars zich verenigen bij
voorkeur in coöperatieven teneinde
de uitvoering der werken onder lei
ding van deskundigen in de voorde
ligste voorwaarden te bekomen. Ook
de openbare besturen dienen steunend
op te treden, hetzij door het toestaan
van passende fiscale vrijstellingen,
hetzij door het verlenen van toelagen.
Nu er talrijke arbeiders werkloos zijn,
zouden de gemeenten in bepaalde
streken nuttige arbeid kunnen ver
schaffen aan de werklozen door hen
te gebruiken bij de uitvoering van
draineringswerken.
De herkaveling
der landbouwgronden.
Men mag gerust aanvaarden dat
ongeveer de helft van ons Belgisch
landbouwdomein of 900.000 ha zijn
opbrengst of rendement zou verbete
ren door het hergroeperen der perce
len deel uitmakende van eenzelfde
landbouweigendom- of uitbating. Het
is natuurlijk niet doenbaar de verho
ging van rendement te berekenen op
geleverd door de herkaveling. Het is
echter zeker dat de geweldige ver
snippering onzer landbouwuitbatin-
gen leidt tot ernorme verspilling van
arbeid van mensen en dieren en tot
een aanzienlijke verhoging der pro
ductiekosten.
Indien wij enkel een verhoging van
opbrengst in aanmerking nemen van
10 °/o, dan komt deze overeen met
een aangroei van onze landbouwbo
dem met 90.000 ha. Zoals onze lezers
weten heeft de wet van 4 Mei 1949
een stelsel ingevoerd van vrijwillige
ruilverkaveling gepaard met een fis
caal gunstregime.
Doch deze wet blijft dode letter
daar nog geen uitvoeringsbesluiten
zijn verschenen. Bovendien zijn wij de
mening toegedaan dat de vrijwillige
ruilverkaveling geen voldoende uit
slagen zal geven, omdat wij het eng
individualisme en de koppigheid van
vele onzer boeren kennen.
Frankrijk heeft insgelijks de proef
gedaan met de vrijwillige ruilverka
veling tijdens de jaren 1918 en 1941,
tijdens dewelke enkel 100.000 ha
Zie vervolg 3e bladzijde le kolom.
Één December, Zondag of week
dag, is, zolang het ons geheugt, een
feestdag geweest voor onze Vlaamse
boeren, smeden en wagenmakers,
's Morgens gaan ze naar de Sint Elooi-
mis, in de voormiddag bezoeken ze de
herbergen en wonen een vergadering
bij, 's namiddags zitten ze aan een
weelderig gedekte tafel, en 's avonds
wordt er leute en plezier gemaakt in
een gezellig samenzijn en, tot laat in
de nacht soms, tussen pint en kaart
spel, gekout, gelachen en zottigheid
verteld.
Wie was Sint Elooi
Sint Elooi is een oude - heilige, de
tijd, dat hij leefde, ligt ver in de
eeuwen verzwonden. Toch weten we
nog 't een en 'tander over zijn be
staan. Hij was een tijdgenoot van
Sint Amand, ook een heilige buiten
gewoon, een felle missionaris, die in
onze streken vruchtbaar werk heeft
geleverd op gebied van geloofsver
kondiging, vooral in het Gentse.
Sint Elooi werd omstreeks 590 in
de streek van Limoges (Frankrijk) ge
boren. Hij was een goudsmid en moet
een zeer bekwame stielman geweest
zijn, een kunstenaar in 't bewerken
van edele metalen. Zijn werk en be
kwaamheden geraakten bekend zo
dat de Frankische koning hem aan
stelde tot muntmeester van het hof.
Elooi moest dus het «slijk der aarde»
fabriceren. Hij deed dat goed maar...
tegen zijn goesting. Tegen zijn goe
sting ook moest hij het weelderige en
al te wereldse hofleven meemaken,
't Lag niet in zijn karakter zijn leven
te wijden aan vergankelijkheden en
uitspattingen des levens. Hij was te
veel met God bezig. Op zekere dag
verdween, hij uit het publieke leven,
sloot zich op in een klooster en werd
zelfs priester. Maar ook hier stond
het licht niet onder de koornmaat.Zijn
bekwaamheden, zijn godsvrucht, zijn
ijverig en overtuigend woord wer
den algauw bekend en geraakten ver
spreid. Ook de Roomse Overheid
wist weldra wat voor vlees er in de
kuip stak.
In 641 werd hij bisschop gewijd
van Noyon en Doornik.
Denk nu niet dat bisschop Elooi in
zijn bisschoppelijk paleis bleef.
Onze streken waren toen wat voor
't ogenblik de uitgestrekte missievel-
den van de Kongo zijn. Evenals onze
missiebisschoppen van nu, trok bis
schop Elooi zelf op tocht te voet, te
paard, met de zware ossenwagen. Zo
ondernam hij verscheidene missie
tochten in het heidense Vlaanderen
en in de streek van Antwerpen.
We weten van hem dat hij vooral
de ongelukkigen bijstond, de krijgs
gevangenen verloste, de slaven vrij
kocht, toverij en bijgeloof bestreed en
onze mensen vooral vertrouwen leer
de stellen in het Teken des Kruises.
De legende verhaalt.
De volksmensen maken van actie
ve, verdienstelijke en vooral door en
door brave mensen veelal helden.
Van die helden wordt dan heel wat
verteld. Legenden ontstaan.
Ook Sint Elooi was zo 'n held. En
een heilige moet mirakelen doen of hij
is geen heilige. En die mirakelen
moeten formidabel zijn. Dus deed
Sint Elooi ook formidabele mirake
len, Ik wil er u een vertellen.
Sint Elooi kwam nekeer in een
Vlaams dorp, waar een hoveerdige
hoefsmid woonde. Jan heette die. Jan
had boven zijn smidse een uithang
bord gehangen Jan De Wit, Smid
boven Smid Jan kon boffen dat
de gensters in 't ronde vlogen. Nie
mand kon beter en vlugger dan hij
een paard beslagen. Dat en nog heel
wat meer opschepperij verkocht hij
aan kliënt en voorbijganger. Een
knecht kon hij nooit lang houden. Ze
werkten nimmer naar zijn goesting,
Toen Sint Elooi voorbij de smidse
van Jan stapte, las hij het uithang
bord en ook een plakkaatje: Knecht
gevraagd I» Hier moet ik zijn, dacht
Sint Elooi, stapte binnen, verhuurde
zich en schoot direkt aan 't werk. De
boer van 't Hendriksveld kwam juist
binnen met zijn volbloed boerenmer-
rie.
Beslagen aan de vier poten,
zei de boer.
Toon uw kunde, sprak de smid
tot Sint Elooi.
De boer duwde de merrie in de
balie. SintjElooi trad nader. In een
(Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom.)
De
Koornb
Loem