Arbeid adelt LANDBOUWWEEKBLAD Een Nederlandse mening over de landbouw in het raam van Benelux Voor en door de Landbouwers - LEVEH - WEEK - JBETEKEMS AALST 10 DECEMBER 1949 Verschijnt iederen Zaterdag 28ste JAARGANG Nr 1384 Abonnementsprijs 50 fr. 's jaars. Burelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 242.67, Postcheckr. 1425.93, Handelsr. Aalst 145. Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Wij achten het niet van belang ontbloot hier een samenvatting te ge ven van een rede onlangs uitgespro ken door Dr J. Horring bij zijn in trede als buitengewoon hoogleraar aan de Landbouwhogeschool te Wa- geningen, omdat zij tot regeling van het landbouwvraagstuk tussen de twee landen een oplossing voorstelt die afwijkt van de voorstellen welke wij tot heden kennen en misschien uiteindelijk de enige mogelijke zal blijken. Nederland, zo betoogt de heer Horring, is vanouds een landbouw- staat. Het industrialisatieproces door Nederland ingezet is hiermede niet in tegenspraak, daar het alleen ten doel heeft aan de groeiende bevolking een bestaan te verzekeren. In de uitvoer levert de Nederlandse nijverheid en kel 40 t.h. tegen 60 t.h. landbouw producten. Het is dan ook niet moeilijk enkele beginselen voor de Nederlandse po litiek ter zake te formuleren uitbrei ding van de bestaande cultuurgrond o.m. door voortzetting van de droog legging van de Zuiderzee met behulp van een toewijzing uit de Marshall- gelden, een nauw contact met de tra ditionele afzetgebieden waaronder West-Duitsland, en handhaving van het prijsniveau- of peil. Dr Horring betoogt vervolgens, dat de landbouwvoortbrengst maar weinig vermindert, wanneer de prij zen dalen, omdat de vaste kosten in het landbouwbedrijf overwegend zijn. Wordt er een minimumprijs vastge steld, dan verdwijnt wel de prikkel voor de boer om door verhoogde af zet goed te maken wat hij door prijs daling verliest, maar voor een werke lijk gezonde landbouweconomie is het nodig dat de productie beperkt wordt. De organisatie die hiervoor vereist is, kent men in Nederland reeds lang op gebied van de tuinbouw en de bloementeelt, door verplichte verkoop langs de veilingen en een minitnum- prijsregeling. Hetgeen ter veiling wordt "doorgedraaid,, en derhalve voor vernietiging bestemd is, wordt uit een onderlinge kas aan de kwe ker vergoed. Voor de over het hele land verspreide en veel talrijker boe renstand is een dergelijke organisatie echter uiteraard onmogelijk. Doch het nauwe overleg tussen' de Nederlandse overheid, de landbouw wetenschap en de Stichting voor de Landbouw maakt het althans tot op zekere hoogte mogelijk, tot een voor de voortbrengers en verbruikers be vredigende regeling te geraken. In het tweede gedeelte van zijn re devoering behandelde de Wageningse buitengewone hoogleraar de verhou dingen tussen de Nederlandse en Bel gische landbouw in het raam van Benelux. Hij drukte als zijn mening uit, dat het niet mogelijk zal zijn, voor België en Nederland samen één regeling te treffen om de volgende redenen De productiekosten in Bel gië zijn hoger dan in Nederland en zijn door geen minimumprijsregeling op te vangen. Het enige wat men, volgens de zienswijze van Dr Horring doen kan. is de Belgische landbouw opvoeren tot grotere intensiteit of verhoogde productie, doch dit is een proces dat niet alleen jaren, doch ook kapitalen vergt. Anderzijds is het ook onmoge lijk de Nederlandse landbouwprijzen te laten stijgen tot het Belgisch peil, want dan komt men in Nederland tot prijzen, die zowel voor de binnen landse als voor de uitvoer te hoog zijn. Reeds bij de huidige prijzen wor den de verbruikers in Nederland ge steund met enkele honderden mil- lioenen gulden per jaar, doch deze steun zou met nog eens zoveel stijgen als de Belgische prijzen ook voor Nederland gingen geldem Spreker besloot dan ook met te zeggen dat binnen de Benelux twee stelsels van prijs- en voortbrengstre- gelingen zullen moeten bestaan. Naar het oordeel van professor Horring, zou dus zelfs indien ons land de weg opging van het dirigisme in zake prijzen en productie voor de landbouw, éénzelfde stelsel door de twee landen niet kunnen worden toe gepast, omdat de voortbrengstkosten voor onze landbouw hoger liggen dan in Nederland. Zulks wijst eens te meer op de ernstige moeilijkheden van practische aard bij de verwezenlijking der eco nomische Unie. Met de dag wordt het duidelijker dat minstens een gelijkschakeling in grote lijnen van de ecconomische, financiële en sociale politiek der drie landen vereist is alvorens de econo mische Unie werkelijkheid kan wor den. Wat het landbouwaspect be treft, heeft de rede van Dr Horring dan ook de verdienste de aandacht te hebben gevestigd op de werkelijkheid. ^üi&O QtUUt (Slot.) Wij willen met het verdere leven van Gezelle kort zijn, samenvattend, omdat enerzijds 'n uitwijding zoals voorafging teveel vervolgen zou vragen en omdat anderzijds wij wil lens ten doel gesteld hadden vooral de invloed te laten zien die de boer-ho- venier Pier-Jan Gezelle op zijn zoon heeft gehad en omdat die invloed hier grotendeels afgesloten werd. Wie Gezelle van nog meer naderbij wil leren kennen, ook in zijn later leven,- moet zich maar een boek aanschaffen over deze grootste aller Vlaamse dichters. Moet zich vooral zijn verza melde werken aanschaffen. Dit jube'- jaar zal gelegenheid te over bieden. En we hopen dat het aantal van onze Vlaamse boeren die zich én 'n Gezelle- boek én de verzamelde Gezelle-wer- ken zullen aanschaffen, groot zal zijn. Niet alleen verdient Gezelle dit, maar het is tevens een verplichtende Vlaamse cultuurdaad. Van 1854 tot 1860 was?Gezelle leraar in het college van Roeselare en stond hij" twee jaar als leraar in de klas van de dichtkunst. Hier kon hij zich uitleven, uitspreken, uitdichten de geest, het hart, de ziel van zijn studenten voerde hij langs zijn dich terschap en door zijn eigen onderwijs methode naar de schoonheid en naar de Eeuwigheid (God). Doch jaloerse, franskiljonse collega's zouden hem dit spoedig onmogelijk maken. Hij zou het verder door zijn dichtwerk doen, hij deed het o. m. reeds in Kerkhof blommen Dichtoefeningeneif Gedichten, Gezangen en Gebeden En na zijn kort verblijf in het Engels seminarie te Brugge, van Augustus 1860 tot October 1865, zou hij het zelfs trachten te doen als onder pastoor van Sinte-Walburga te Brug ge, door rechtstreekse invloed op het volk, het doen heropleven van oude christelijke, Vlaamse gebruiken en het verspreiden van wetenschap en (Zie vervolg 2' bladzijde lc kolom.) De E£oornb! Loem

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1949 | | pagina 1