Onze landbouwvoortbrengst Aardappelen stomen. in 1948 en 1949. W Cé nrfolf I LANDBOUWWEEKBLAD I Voor en door de a aaeii Orgaan der s. M. REDT u ZELVEN. Landbouwers AALST 17 DECEMBER 1949 Abonnementsprijs 50 fr. 's jaars. Burelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 242.67. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. hijnt iederen Zaterdag 28ste JAARGANG Nr 1385 Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. De definitieve uitkomsten van de land- en tuinbouwtelling op 15 Mei 1949, welke vóór enkele dagen wer den bekend gemaakt, geven volgend, beeld van de stand onzer landbouw voortbrengst op 15 Mei 1949 ten overstaan van 15 Mei 1948. De totale beteelde oppervlakte be droeg op 15 Mei, 1.725.123 ha tegen 1.726.606 ha op 15 Mei 1948, hetzij een vermindering van 2.483 ha. De indeling der teelten ziet er uit alsvolgt: Broodgraan-gewassen. De teelt van winter- en wisseltar- we heeft een vrij grote uitbreiding genomen ten opzichte van 1948. De zomertarwe daarentegen verliest 27 van de oppervlakte welke ze op 15 Mei 1948 besloeg. Niettegenstaande de achteruitgang van de zomervariëteiten, boekt de tarweteelt in 1949 een aanwinst van 9.955 ha tegenover 1948. Ook de andere broodgranen ken den een toename der beteelde opper vlakte nl: de rogge 8.875 ha (-f- 10 t.h.), de spelt met 1.729 ha (-{- 39 t.h.) en de masteluin met 38 ha (-{- 2 t.h.). Andere graangewassen. De beteelde oppervlakte met an dere graangewassen onderging inte gendeel een sterke daling de zomer- gerst valt van 57.260 ha in 1948 tot 49.033 ha 1949, wat een vermindering uitmaakt van 8.277 ha of 14 De haver neemt andermaal af met 8.277 ha of 8 °lo ingevolge de verder door gedreven mechanisatie in het land bouwbedrijf. Ook de boekweit en de korrelmaïs verliezen andermaal aan belang, we gens de moeilijkheden bij de inscha keling in de teeltwisseling. Enkel de wintergerst neemt uitbreiding23.380 ha in 1949 tegen 19.410 ha in 1948. Wanneer men de balans opmaakt van onze totale graanteelt blijkt er slechts een geringe toename te be staan tegenover 1948, nl. 661 ha. De nijverheidsplanten. De suikerbeetteelt neemt een aan zienlijke uitbreiding, zodat de opper vlakte om aan de binnenlandse be hoeften aan suiker te voldoen gevoe lig overschreden is. Het peil dat thans bereikt wordt nl. 59.000 ha doet zelfs het vermoeden rijzen dat de aangiften boven de werkelijkheid liggen. De vlasteelt ondergaat de weerslag van de slechte toestand op de vlas- markt, ingevolge de doorgaans mati ge kwaliteit der beide voorgaande oogstjaren. De vermindering der be teelde oppervlakte met 4.037 ha is hieraan te wijten. De niet-oliehou dende nijverheidsplanten worden ge kenmerkt door een teruggang welke in hoofdzaak dient geweten aan de moeilijkheden bij de afzet. De oliehoudende nijverheidsplan ten integendeel nemen alle uitbrei ding. Vooral winterkoolzaad schijnt opnieuw in de gunst te komen. Inder- Zie vervolg 3' bladzijde 1'kolom). mm Sedert enkele tijd hoort men weer spreken van het stomen van aard appelen. Wat is nu eigenlijk het stomen van aardappelen In plaats van de aardappelen te koken in water zoals men gewoon is te doen, worden ze met stoom, dus warme waterdamp, verwarmd en hierdoor gaar gemaakt. Door het koken of stomen zwellen de zetmeelkorrels welke zich in de aardappelen bevinden en worden hierdoor beter verteerbaar om reden dat de inwerking van de spijsverte ringssappen beter kan plaats hebben. Daarom worden aan de varkens, die allen een minder goed ontwikkeld gebit bezitten, de aardappelen best gestoomd of gekookt gegeven. Het ligt in de gewoonte de kleine en geschonden aardappelen op de hoeve zelf te vervoederen. Soms is er sprake van eetaardappelen te ver voederen die ofwel een zeer grote opbrengst hebben gegeven, ofwel aan een te lage prijs moeten verkocht worden. Voor de berekening van de wer kelijke waarde, uitgedrukt in geld, zal men de waarde van 4,250 tot 5 kg aardappelen gelijk stellen aan 1 kg meel. Óp deze wijze kan men dus be rekenen of men er ja dan neen belang bij heeft zijn aardappelen in grote hoeveelheden aan de varkens te ver voederen. De gebruikswijze van de varkens- melen 4 en 5 en het zeugenmeel 3 geven aan in welke verhouding aard appelen bij de andere meelmengsels dienen gemengd. Hierbij moet men steeds in het oog houden dat de inhoud van de maag bij jonge mestvarkens beperkt is en dat, wanneer deze volgepropt wordt met aardappelen, de dieren weinig of geen voedsel hebben ontvangen, waarmede ze hun lichaam verder kunnen opbouwen. Waarom heeft het aardappelsto men zoveel uitbreiding genomen Om reden dat op vele boerderijen steeds meer en meer uitgezien wordt naar het beperken van de handenar beid, welke hiermede op een minimum gebracht wordt. Tevens laat het toe op een zeer korte tijd een grote hoe veelheid aardappelen te stomen en deze te bewaren. Een beschrijving van het stomen zelf en enkele bijzonderheden zal voorzeker alles meer verduidelijken. De aardappelstomer wordt in vele gevallen coöperatief aangekocht en stoomt de aardappelen, welke bij de leden bestemd worden om de dieren te voeden. Doch de hoeveelheid wel ke op één dag kan gestoomd wor den is zo groot, dat deze hoeveelhe den vlug afgewerkt zijn en tijd ge noeg overblijft om ook aardappelen bij andere landbouwers te stomen. In de gevallen welke ons bekend zijn, betaalden de leden per kg ge stoomde aardappelen 0,08 fr. en de niet leden 0,10 fr. De brandstof zoals hout en steenkool wordt door de landbouwer geleverd. Voor 1000 kg aardappelen zijn ongeveer 30 kg steenkool nodig. De aardappelstomer bestaat uit een rechtstaande ketel met bovenaan een schouw. In het vuur bevinden zich buizen gevuld met water, waar door de verwarming van het water en de omzetting tot stoom zeer vlug kan geschieden. Dit heeft voor ge volg dat zeer spoedig na het aanste ken met het werkelijk stomen kan aangevangen worden. De stoom ontwikkelt zich in de ruimte boven het water dat hoger in de ketel staat. De stoom wordt sa men gehouden door een wand welke zich bevindt op enige afstand boven het wateroppervlak. De druk in deze ruimte wordt aan getekend op een manometer en schommelt tussen 0,2 en 0,4 atmos feer, wat als een zeer kleine druk moet beschouwd worden en nage noeg overeenkomt met 200 tot 400 gr per vierkante centimeter. Op een bepaalde leiding zijn ook nog één of meer veiligheidskleppen voorzien, welke desnoods bij een te hoge druk de stroom kunnen laten ontwijken. Een peilglas toont de stand aan van het water in de ketel. Aan de ketel zijn langs beide zijden twee aftakkranen, welke in verbin ding staan met de ruimte waar de stoom zich bevindt. Langs deze kra nen wordt de stoom afgenomen. Bij de stomer zijn een viertal grote zinken vaten in gebruik, welke elk ongeveer 375 kg aardappelen kunnen inhouden. De vaten zouden kunnen vergele ken worden met grote benzinevaten van nagenoeg dezelfde inhoud. Met een karretje op luchtbanden wordt zulk een vat vervoerd en ge bruikt om aardappelen aan te halen. Dit vat is opgehangen op dit karretje (Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom.) De Koornbloem De boeren komen' zelf met hun zware wagens de pulp opladen aan de suikerfabrieken.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1949 | | pagina 1