Een wetsvoorstel tot
-bestrijding der landvlucht.
Is dc Insecten- en Ziektenbestrijding
in de Fruitteelt nog lonend
Arbeid adelt
Voor en door de
Landbouwers
MAART 1950.
Verschijnt iederen Zaterdag
29ste JAARGANG Nr 1396
LST 4
I Abonnementsprijs
Burelen
peebergkaai, 5, Aalst
'elefoon Nr 242.67.
'ostcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
LANDBOUWWEEKBLAD
Orgaan der S. M. Redt U Zeiven.
overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
O. CAUDRON.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hun bijdragen.
dan
ïr zijn voorzeker meerdere oor-
en aan te stippen voor de uitwij-
/Jflg uit de landelijke gemeenten naar
steden, zoals onvoldoende rende-
'nt in de landbouw, gemakkelijker
itaansvoorwaarden in de stad,
itere arbeid in de handel en de
'erheid dan in de landbouw, doch
bijzonderste oorzaak der land-
icht is ongetwijfeld de onmogelijk-
d voor talrijke boerenzonen- en
chters om een landbouwbedrijf te
cwerven.
[Na jarenlang vruchteloos wachten,
zij uiteindelijk gedwongen uit te
jken naar de stad. Dezen die over
t kapitaal beschikken vestigen er
h in de kleinhandel. Sommigen
gen in hun opzet en hun succes,
|t vooral wordt opgemerkt, is een
:rke prikkel voor andere bewoners
zer landelijke gemeenten om ook
kans te wagen in de stad. Doch
genover de enkelen die slagen, zijn
zovele anderen die mislukken in de
indel en belanden bij de niet ge
hooide arbeidskrachten die bij het
>men tbreken van economische crisissen
raadvct eerste slachtoffer worden der
bomeierkloosheid. Nog talrijker zijn de
i, boïerenzonen, die bij gebreke aan
out, ecldmiddelen, van meetaf aan als
n. Beawone arbeider het dagelijks brood
een, Loeten zoeken in de fabrieken. Ook
l. j worden bedreigd door de werk
osheid bij de minste stoornis in de
'ronomische bedrijvigheid van het
RS, nd.
"/"et II ^et eerste vraagstuk dat een op-
1 al he:>ssing vergt tot bestrijding der land-
gen. Llucht is dan ook de uitbreiding der
indbouwgronden en de daarmede
A Alepaard gaande verruiming der huis-
laan) iesting op de buiten.
1I Dit is het doel van het wetsvoor-
prak'tel dat vóór enkele dagen bij de Se-
j'^aat werd ingediend door de Heer
Ten opzichte van de landbouwtelling
van 1929 welke een oppervlakte aan
landbouwgrond uitwees van 1 mil-
lioen 906.598 ha, bedraagt het verlies
meer dan 175.000 ha.
Deze gestadige afname aan land
bouwgrond is te wijten aan de uit
breiding der gronden aangewend
voor gebouwen, voor nijverheidson
dernemingen, openbare werken, we
genis, waterlopen, vliegpleinen, enz.
Er dient dus uitgezien, aldus de
indieners van het wetsvoorstel, om
voor onze jonge boeren nieuwe be
staansmogelijkheden te scheppen op
het platteland.
Als eerste middel daartoe komen
in aanmerking cultuur-technische
werken tot verbetering der gronden
ten bate van de landbouw.
II.
iuwens:^onse met enkele collega 's behoren
<t opgeie tot c'e verschillende politieke groe-
t gel«ten, door wijziging van de wet van
^^^5 April 1949 tot instelling van een
Nationaal Fonds voor de Huisves-
ïENing.
voordt In de motivering van het wets-
voorvoorstel wijzen de indieners er op dat
jendode oppervlakte van de landbouw-
i eigeironden tijdens de laatste jaren fel
)s. |eslonken is.
rouwa Zij daalde namelijk van 1.818.425
NS,la gemiddeld over 1936/1938 tot
Van *727.606 ha volgens de telling
.5 Mei 1948. Zulks betekent
ichteruitgang van ruim 90.000 ha.
van
een
Ingevolge een doelmatige afwate
ring langs open grachten of door
drainering kan de opbrengst van
300.000 ha natte gronden met 20 tot
80 t.h. verhoogd worden, wat over
eenstemt met een aangroei van
80.000 ha landbouwgrond, de verbe
tering van het rendement ingevolge
ruilverkaveling en bijkomende wer
ken wordt algemeen geraamd op ge
middeld 20 t. h. Toegepast op
600.000 ha, komt deze verbetering
neer op een aanwinst van ongeveer
120.000 ha nieuwe grond. Wij ver
moeden dat de indieners van het
wetvoorstel de door de wet in te voe
ren verplichte ruilverkaveling op het
oog hebben gehad, daar de ondervin
ding uitwijst dat van de thans in voege
zijnde vrijwillige ruilverkaveling niet
veel is te verwachten.
De auteurs van het wetsvoorstel
zijn van oordeel dat er mogelijkheid
bestaat, mits men de zaak op brede
schaal en met de vereiste krachtdadig
heid aanpakt, ruim 200.000 ha nieuwe
grond voor onze landbouw te winnen.
Zij wijzen er tevens op, dat het
thans het geschikte ogenblik is om de
voorgestelde werken aan te vatten,
wegens de werkgelegenheid welke zij
zullen verschaffen aan een groot aan
tal arbeidskrachten, meestal niet ge
schoolde.
Daar waar uitgestrekte woeste
gronden of weinig opbrengende gron
den dienen geschikt gemaakt voor de
landbouw, belangrijke werken voor
ontsluiting (wegenaanleg), cultuur
technische werken gevolgd door het
bouwen van hofsteden en bedrijfsge-
(Zie vervolg 4' bladzijde 1' kolom.)
De toestand van onze fruitteelt is
de laatste jaren verre van schitterend
geweest. De factoren die deze ont
wikkeling ten kwade hebben in de
hand gewerkt, zijn talrijk en moeilijk
uit elkaar te houden en daarom is het
niet altijd gemakkelijk de juiste reme
die aan te wijzen.
Een zaak waarvan wij stellig zeker
zijn, we schreven dat trouwens reeds
vroeger, is de moordende invloed van
onze invoerpolitiek. Deze is van in
grijpend belang in de ontwikkeling
van de huidige crisis. Hier kunnen
wij alleen maar de vrome wens uit
spreken dat de bevoegde instanties
eindelijk eens zullen inzien tot hoever
ze mogen gaan. Dat zij hun verant
woordelijkheid opnemen, lijk ze ons
deemoedig hebben beloofd bij de
laatste verkiezingen.
Wij, als kwekers, dienen echter
ook onze verantwoordelijkheid op te
nemen. Onze vorige bijdrage wees de
weg langswaar van onze kant een
stoot in de goede richting kan wor
den gegeven. Wij zelf moeten de be
staande mogelijkheden weten uitte
buiten en onze teelt aan te passen aan
de eisen van de tijd en van de klanten.
Het is klaarblijkelijk dat daarvoor
ingrijpende veranderingen op vele
bedrijven zullen moeten plaats heb
ben. Wij gaven daarvoor enkele
richtlijnen.
In deze bijdrage wensen wij nog
enkele zorgen te bespreken, die abso
luut noodzakelijk zijn om ons fruit die
kwaliteit te verzekeren, die het zullen
kunnen doen wedijveren met het bui
tenlandse wij bedoelen hier de be
strijdingen van ziekten en insecten.
Onze kwekers moeten zich eens in
de plaats van de verbruikers denken.
Welke zou hun indruk zijn als ze aan
tafel gevlekte en misvormde vruchten
te eten kregen Hoe zouden ze over
het fruit oordelen als na enkele weken
zou blijken dat het zogezegde gezond
fruit, niets anders is dan een hoop
rottigheid? Niemand vindt het inte
ressant afval te eten en de zorgeloos
heid van sommige kwekers is van die
aard dat de binnenlandse verkoop er
niet op verbetert. En als wij door
mindere hoedanigheid onze eigen
markt verliezen, hoe willen wij dan de
buitenlandse veroveren
ledereen zal met ons akkoord gaan
dat voor het bekomen van mooi en
gezond fruit een doelmatige insecten
en ziektenbestrijding geboden is.'.Wij
zeggen: doelmatig. Want sommigen
komen er niet toe, niettegenstaande
onkosten en moeite, een bevredigend
resultaat te boeken. Wat kan hiervan
de oorzaak zijn
Men vergeet soms wel eens dat
fruit kweken een specialiteit is, zowel
als bv. kiekens kweken. Tot op zekere
hoogte kan iedereen wel een boom
gaard aanleggen, zowel als iedere
boer een kieken wel een ei kan doen
leggen. Maar om eigenlijk te kunnen
wedijveren met het beste dat op de
markt komt is zeker een speciale stiel
kennis vereist. En vooral op het ge
bied van insecten- en ziektenbestrij
ding hebben onze mensen nog veel te
leren. Het is bv. niet voldoende een
sproeikalender, die door een of andere
firma werd uitgegeven, te volgen om
zeker te zijn van een goede uitslag.
De natuur laat zich niet voorschrijven
hoe en wanneer ze mag ontwikkelen.
Zo kan een sproeikalender bij bena
dering het verschijnen van de appel-
bloesemsnuitkever wel aangeven,
maar allerlei factoren kunnen dat
verschijnen vervroegen of verlaten.
Hetzelfde geldt voor tal van andere
insecten. Wij kunnen bv. wel zeggen
dat carbolineum mag gebruikt wor
den tot einde Januari of begin Fe
bruari. Maar wie kan ons verzekeren
dat bij een zachte Winter de bomen
niet vooruitlopen
Veel, zoniet alles hangt dus af van
de waarneming van de kwekers zelf.
Kalenders kunnen wel zekere richtlij
nen geven. Zij tonen ons wat wij in
't oog dienen te houden. Zij geven
ons juiste inlichtingen over de te ge
bruiken producten, maar het juiste
ogenblik van behandeling kan de
kweker alleen uitmaken. Hij moet
van dichtbij en met kennis van zaken
de ontwikkeling van zijn boomgaard
volgen en met de steun van bevoegde
techniekers en met de waarschuwin
gen van het Nationaal Waarschu-
winsstation en de Pomologische vere
nigingen moet hij in staat zijn het
juiste ogenblik van handelen vast te
stellen. Eerst dan heeft hij alle kansen
op een goed resultaat.
Zelfs de keus van een sproeimid
del hangt nauw samen met de waar
neming van de kweker. Wij onder
vinden dagelijks dat sommigen twij
felen wanneer ze te kiezen hebben
tussen carbolineum en gele olie voor
(Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom).
OR TRACT»
aandrim, 5g fr »s jaars.
De Koornbloem
STICHTER EN BESTUURDER
an grote!
'18.92
ar