Rond de Opheffing van het DE ADEL VAN ONZE JEUGD.
Vergunningsrecht op de Kaasinvoer -
Arbeid adelt
Voor en door de
Landbouwers
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Burelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 242.67.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
LANDBOUWWEEKBLAD
Orgaan der S. M. Redt U Zeiven.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
O. CAUDRON.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hun bijdragen.
AALST 27 MEI 1950
Verschijnt iedere Zaterdag
29ste JAARGANG Nr 1408
Onze landbouwers vragen een klare toestand.
Het Staatsblad van 18 Mei 1.1. pu
bliceert het besluit van de Regent
van 17 Mei gevolgd door het mini
sterieel besluit van zelfde datum,
waarbij, met ingang op 15 Mei j. 1.,
het ministerieel besluit wordt inge
trokken van 14 Maart 1950,behelzen
de de heffing van een bijzonder recht
van 12 fr het kg op de invoer van be
paalde kaassoorten.
Anderzijds verscheen in hetzelfde
Staatsblad een besluit van de Regent
van 17 Mei waardoor de Nationale
Zuiveldienst belast wordt, volgens de
onderrichtingen van de Minister van
Landbouw, een premie uit te betalen
voor de fabricatie van kaas, melkpoe
der en condensmelk met inlandse
melk. Deze premie zal verleend wor
den voor het tijdperk van 15 Mei tot
30 September 1950. Haar bedrag zal
periodisch worden vastgesteld door
de Minister van Landbouw, na raad
pleging van de Minister van Econo
mische Zaken, rekening gehouden
met de prijzen op de binnenlandse
markt voortspruitend uit de buiten
landse concurrentie. De producten die
van de toelage genieten zullen moeten
voldoen aan de kwaliteitseisen be
paald door de Nationale Zuiveldienst
en de zuivelfabrieken zullen, om aan
spraak te hebben op de premie, be
paalde voorwaarden moeten vervul
len inzonderheid wat betreft de beta
ling van de vastgestelde minimum
prijs voor de inlandse melk.
De Belgische regering is tot de op
heffing van het vergunningsrecht
overgegaan ingevolge de klachten
uitgebracht door Nederland, Frank
rijk en Zwitserland.
Vanwege Nederland waren de be
zwaren niet gegrond, omdat dit land
de uitvoerprijzen voor kaas naar ons
land stelselmatig onder hun normaal
handelspeil hield door een subsidie
regeling welke op dumping neerkomt,
met het uitgesproken doel het mono-
polium op de Belgische markt te ver
werven en onze eigen kaasfabricatie
te wurgen.
Nederland steunde zijn bezwaren
op het argumentdat het protocol
van 9 Mei 1947, waarbij elk der be
trokken landen gemachtigd werd
maatregelen te treffen tot bescher
ming van zijn binnenlandse land
bouwproductie wanneer de prijzen
der ingevoerde producten uit het an
dere land tot een peil daalden dat la
ger ligt dan de binnenlandse kostprijs,
niet van toepassing was op de Ne
derlandse kaas ingevolge de interpre
tatie of uitleg gegeven aan het proto
col door het accoord van Vóórunie
dat einde Juni e. k. vervalt. Om zijn
protest kracht bij te zetten schorste
het bovendien de invoer van Belgi
sche textielproducten gedurende en
kele dagen.
Eens te meer staan wij voor de
gebruikelijke haarklieverij vanwege
onze Noorderburen bij de uitleg van
de bepalingen der overeenkomsten.
Het komt ons dan ook onverklaar
baar voor dat onze onderhandelaars
die deze Hollandse mentaliteit kennen
in de overeenkomst van Voorunie
niet de puntjes op de i's hebben gezet.
Het erge van de zaak is dat door
de intrekking van het vergunnings
recht op de Nederlandse kaas een
deuk werd gegeven aan de draag
wijdte van het protocol van Mei
1947 dat onze landbouw onmisbaar
acht als verweermiddel tegen de Ne
derlandse mededinging, zolang de
productiekosten in de twee landen
niet zijn gelijkgeschakeld en Neder
land niet afziet van zijn subsidiestel
sel ten bate van de uitvoer van zijn
landbouwproducten.
De bezwaren van Frankrijk en
Zwitserland blijken op eerste zicht
meer gegrond. Beide landen beriepen
zich op de verbintenis aangegaan
door België te Geneve in 1947, tij
dens de onderhandeling tot vaststel
ling van de algemene toltarieven, het
bestaande tolrecht van 15 °/o op kaas
niet te verhogen. Nochtans voorzag
dit accoord een afwijking van deze
verplichting, ingeval een bestaande
nijverheid, vóór het tot stand komen
van tarifair accoord, in gevaar werd
gebracht door een verhoogde invoer
van vreemde producten tegen lage
prijzen wat ongetwijfeld het geval
was voor de invoer uit Nederland.
Doch niettemin bleef het feit dat
het vergunningsrecht, dat als verde
diging tegen de Hollandse concur
rentie was bedoeld, ook de Zwitserse
en Franse kaas trof. Frankrijk dreig
de dan ook met beperking van de
invoer van Belgisch witloof en Zwit-
(Zie vervolg 4' bladzijde 1' kolom).
II. Meer toelaten en zelfs
aanmoedigen.
Hebt gij ooit meegemaakt dat ge
moest opspelen tegen uw zestienja
rige dochter, en dat die zestienjarige
dochter u tegensprak, u verweet voor
al wat lelijk was en u dingen zei die
ge binst heel uw leven nooit gelezen
of zelfs gehoord had
Neen, natuurlijk niet. Ik ook trou
wens niet.
Maar dat bestaat. En ik ben zeker
dat ge die gevallen ook in uw streek
al zijt tegengekomen.
Zeg echter nietBij mij zal dat
nooit of nooit bestaan. Ik zou ze dit
en ik zou ze dat...!
We hebben stillekens te zwijgen en
Ons Heer te smeken opdat ons zo iets
niet zou overkomen.
Ik zou nekeer willen zien zeker
Maak u geen begoochelingen we
hebben niet te zien. We hebben, als
ouders, maar één taak te voorko
men.
Wij hebben te voorkomen dat er
een zwart schaap zou zijn in ons huis
houden, dat er wanordelijkheden,
drijverijen, kopperijen, uitspattingen,
verkwistingen en buitensporigheden
zouden geschieden.
En hoe kunnen we voorkomen
Doodeenvoudig door het goed
voorbeeld te geven.
Dat is niet altijd gemakkelijk. Want
een ouder heeft ook zijn karakter, zijn
eigenaardigheden, zijn dagen dat het
goed gaat, maar ook zijn dagen dat
we van mizerie tegen de muren op
zouden lopen. We hebben ons lasten
en ons werk, ons tegenslagen en ont
goochelingen.
Een mens met een huishouden
heeft het danig lastig.
En toch moet het voorbeeld bij ons
gezocht worden. Als wij niet voor
gaan, hoe zou de rest volgen.
En als we in dat voorbeeld de kerk
in 't midden van 't dorp laten, dan
zullen we niet verplicht zijn de peze-
Zie vervolg 2e bladzijde le kolom.
&HHU
De Koornbloem
STICHTER EN BESTUURDER
Er ligt zon en er ligt vreugde op dit aangezicht. Wie zou
er in onze jeugd die vreugde niet willen aanmoedigen