Inlandse Plantaardappelen Valse en echte Redmiddelen voor onze Melkboeren Arbeid adelt Voor en door de Landbouwers AALST 29 JULI 1950 Abonnementsprijs 50 fr. 's jaars. Burelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 242.67. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. Verschijnt iedere Zaterdag 29ste JAARGANG Nr 1417 LANDBOUWWEEKBLAD Orgaan der S. M. Redt U Zeiven. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. O. CAUDRON. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor bun bijdragen. Als gevolg van het artikel dat on der deze hoofding in ons blad van verleden week verscheen ontvingen we volgend schrijven vanwege een invoerder van plantgoed. We laten hetvolgen op zijn geheel, de verant woordelijkheid op steller latende, om dat we geen gelegenheid hadden de aangegeven feiten na te gaan. We zullen steeds bereid zijn de tonen der ander klok te laten horen indien sommige betrokken personen of organismen het nodig of nuttig achten zich te verdedigen. Hier volgt de brief Heer Bestuurder, Het is met veel belangstelling, dat ik als invoerder uw artikel over het inlands plantgoed gelezen heb en U doet er zeker goed aan de onwettige praktijken van het Ministerie van Landbouw aan te klagen. Alhoewel ik volledig met uw zienswijze accoord ga, meen ik nochtans, dat U beneden de werkelijkheid blijft en veel te zacht bent in uw uitdrukkingen. Niet alleen werden de invoerders verplicht 6 °/o inlands pootgoed aan te kopen, maar zij werden tevens ver plicht dit bij een bepaalde groepering van enkele coöperatieven met uitslui ting van alle andere onafhankelijke telers en andere selectiecoöperatie ven te doen. Dit op zichzelf genomen is reeds zeer willekeurig en laat ver onderstellen, dat men hier bepaalde coöperatieven wil steunen en niet, zoals men aangeeft, de inlandse se lectie. Deze maatregel is dubbel ge vaarlijk, daar men hier een beginsel huldigt, dat ook in Rusland toege past wordt, namelijk, bepaalde officiële of gepatroneerde organismen zoveel te bevoordelen, dat de private instel lingen er aan te gronde moeten gaan. Naderhand is het voldoende de directie door een rode volksdirec teur (lees politieke commissaris) te vervangen en het communistisch re giem met al zijn gevolgen voor de landbouw is klaar. Tot daar over het princiep, maar ook de verkoopprijzen der inlandse poters zijn niet te verdedigen. Van uit commerciëel oogpunt gezien is het een onaanvechtbare waarheid, dat wie wil verkopen zijn prijzen moet aanpassen. Dit is zeker waar wanneer een product, dat onvoldoende bekend is of door vroegere ervaringen slech te herinneringen heeft nagelaten, ge lanceerd moet worden. Het op de markt brengen aan lage prijzen en niet aan hogere dan de reeds geken de en door de verbouwers algemeen gewaarde producten, is zeer zeker een eerste vereiste. Door het willekeurig vaststellen van de te hoge prijzen voor inlands pootgoed, die ver boven deze der ingevoerde Hollandse, Friese, Deense en Poolse lagen, ontnam men de in voerders alle gelegenheid tot verko pen, althans tegen voorwaarden, die hem toelieten zijn kosten te dekken, zonder nog van de normale winsten te spreken. Het is dan ook niet te verwonderen, dat deze afkerig be gonnen te staan tegenover een pro duct, dat hun alleen maar last en verlies bezorgde. Het onvermijdelijk gevolg was, dat deze poters in de meeste maga zijnen opgestapeld werden en daar een invoerder van buitenlands plant goed geen klanten heeft voor inland se poters, werden deze aan de Belgi sche verbouwers aangeboden aan iedere prijs. De gedwongen verkopen deden de prijzen van het inlands pootgoed der mate de laagte in gaan, dat buiten enkele tientallen selecteurs aangeslo ten bij de Vo.Be.Wa. de verkoop voor alle andere selectie coöperatie ven en zelfstandige selecteurs onmo gelijk werd. Alzo was het Ministerie van Land bouw er in geslaagd een maatregel, die ten doel had om de inlandse se lectie te bevorderen, te doen uitdraai en op een ineenstorting van de prij zen van het te steunen product (men vergete niet, dat nog niet een derde van de Ardeense selecteurs aangeslo ten waren bij de CO ARDEN NE en niet eens de helft der Vlaamse selec teurs bii de erkende Coöperatieven). Door alle invoerders van vreemd pootgoed de verplichting op te leg gen 6 °/o inlands pootgoed op te ne men, stelde het Ministerie van Land bouw zich voor het inlands pootgoed beter te doen kennen. Ook dat is jammerlijk mislukt. Het is er alleen maar ingelukt het helemaal te dis crediteren. Ziehier waarom. Door de onver koopbaarheid van dit product zijn die poters in de verschillende magazijnen, zo goed en zo kwaad als het ging, opgestapeld in afwachting van een koper, die maar niet kwam. Later zijn er, zoals U reeds opmerkte, en kele importeurs er in geslaagd een deel van de poters naar het buiten land te exporteren, namelijk naar In een vorige bijdrage hebben we bondig de middelen aangestipt waar over de boer zelf beschikt om de kostprijs van de melk te saneren, ge zond te maken. We lieten toen reeds vermoeden dat er nog heel wat an dere middelen bestonden om het zui velvraagstuk op te lossen. u De melk naar de beek. In andere woorden streven naar een kunstmatige opbrengstverminde ring. Het voorbeeld van de koffie in Brazilië wordt hiervoor vaak aange haald. We zullen dan onmiddellijk doen opmerken dat het werkelijk vernietigen van koffie niet zeer lang geduurd heeft. Men is algauw overgegaan tot een andere bestem ming nl. het verbranden van koffie in stoomketels als brandstof in plaats van kolen. Of dit zeer wijs was laten we in het midden. Voortbrengen en daarna moed willig vernietigen is niet alleenlijk volstrekt immoreel maar brengt nim mer een oplossing. We vragen ons dan ook werkelijk af waarom we nog moeite zouden doen Arbeiden, geld uitgeven om iets voort te brengen en daarna vrij willig en met voorbedachte rade te vernielen Zulke methodes zijn onwaardig voor een ernstig mens en kunnen uit sluitend kiemen in het brein van wan- hopigen en zenuwzieken Het is fei telijk een ekonomische zelfmoord (Zie vervolg 4' bladzijde 1' kolom.) Melkboeren en zuivelfabrieken. In tegenstelling met een vrij alge meen verspreide mening zouden beide groepen volstrekt NIET TEGEN OVER mekaar dienen te staan. In vele streken verstaan ze zich trou wens opperbest. Waar het nog zo verre niet is dient alles in 't werk ge steld om deze verstandhouding te bereiken. We schrijven dit niet omdat we van nature lammekesachtig zijn, omdat we bang zijn. Verre van daar. Ook niet om in de gratie te komen van een of andere groep. WEL omdat we innig overtuigd zijn dat een goede verstandhouding slechts beiden ten goede kan komen. Wie verder nadenkt dan zijn neus lang is moet trouwens bekennen dat de zuivelfabrieken zonder melkboeren kunnen sluiten... en dat de melkboe ren (uitgezonderd dezen die recht streeks melk in de steden verkopen) het niet kunnen doorhaspelen zonder zuivelfabriek. Als men dan toch deze klaarblijke lijke waarheid moet erkennen is het dan niet beter mekaar te verstaan en sterk te staan tegenover derden, tegenover de officiële wereld Deze nieuwe geest van verstand houding zal aan alle betrokkenen zeer snel tastbare voordelen bezorgen. Waarom zo weinig coöperatieve zuivelfabrieken 7 Als we ons goed herinneren moe ten we thans ongeveer een derde coöperatieve zuivelfabrieken tellen, tegenover twee derden privaatzaken, naamloze vennnootschappen, enz... In de meeste vooruitstrevende landen is deze toestand andersom. We geven zeer graag toe geen fanatieke voorstanders te zijn van de coöperatieve vorm. Een privaatzaak wordt meestal, uit persoonlijk belang, zakelijker geleid. Idem voor een naamloze vennootschap. Dit moet volstrekt niet aanzien worden als een blaam voor de be stuurders onzer coöperatieve zuivel fabrieken. Wel integendeelZij zijn minstens even flink en onderlegd dan dezen uit de privaat sektor, vaak nog beter, MAAR ze worden maar al te vaak gekortwiekt door de enggees- tige opvattingen van beheerders en leden. Men vit tot in 't oneindige over aankoop van noodzakelijke ma chines, over salaris van een direc teur... en verliest inmiddels tien maal meer geld. Tot in het jaar 1940 kenden we allen deze dwergachtige melkerijen welke een schande waren voor ons land. Dit is voorbij... maar de duitjes- klieversmentaliteit bestaat nog. Nochtans zouden vele boeren, in vele streken hun eigen belangen die nen door het oprichten van een flinke, goed uitgeruste en goed geleide sa menwerkende zuivelfabriek. De samenwerkende vorm maakt onze veehouders deelachtig aan de verwezenlijkte winsten welke hen an ders ontsnapten. Meteen is ook de tweespalt zuivelfabriek - melkboeren van de baan. Ook onze boeren moeten indu strieel kunnen denken en handelen Zie vervolg 2e bladzijde le kolom. oornbloem STICHTER EN BESTUURDER

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1950 | | pagina 1