Onze landbouw en de verruiming van
het Europees handelsverkeer.
Inlandse Plantaardappelen
Arbeid adelt
Voor en door de
Landbouwers
AALST 12 OOGST 1950
Verschijnt iedere Zaterdag
29ste JAARGANG Nr 1419
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Burelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 242.67.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
LANDBOUWWEEKBLAD
Orgaan der S. M. Redt U Zeiven.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
O. CAUDRON.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hun bijdragen.
Zoals onze lezers uit de dagbladen
hebben vernomen hebben de landen
aangesloten bij de Europese Organi
satie voor Economische Samenwer
king (EOES) de verplichting aange
gaan 60 t. h. van de invoer vrij te
geven, zulks naar aanleiding van de
oprichting van de Europese beta
lingsunie.
Deze vrijgeving betekent dat de
beperkingen van allerlei aard die op
de invoer van producten werden toe
gepast zullen worden opgeheven. De
tolrechten blijven evenwel behouden
ook op de vrijgegeven producten.
Wat erger is, hebben zelfs sommige
landen hun tolrechten op meerdere
vrijgegeven producten derwijze ver
hoogd, dat de vrijgeving grotelijks
ongedaan werd gemaakt door deze
verhoging.
Dit is meer bijzonder het geva.
voor Frankrijk en Italië. Zulks valt
vooral ten nadele uit van ons Land, dat
het eerste op ruime schaal is overge
gaan tot de afschaffing van de beper
kingen op 85 t.h. van zijn invoer, in
de hoop dat de overige landen een
gelijkwaardig offer zouden brengen
voor het herstel van de internationale
handel. Tot heden is deze hoop ijdel
gebleken met het nadelig gevolg dat
de meeste nijverheden van verbruiks-
goederen, die overwegend in Vlaan
deren gelegen zijn, zwaar lijden onder
de buitenlandse concurrentie op de
binnenlandse markt, wijl zij anderzijds
geen compensatie vinden voor dit
verlies in een verruimde afzet in het
buitenland.
De vrijgeving van bedoelde 60 t. h.
slaat op de totale invoer van elk land
tijdens het jaar 1948. De producten
worden ingedeeld in drie categorieën
nl.de landbouw- en voedingspro
ducten, de grondstoffen en de afge
werkte producten. Deze indeling in
reeksen heeft vooralsnog het nadeel
dat een ruimere vrijgeving dan 60 t.h.
bvb. voor de grondstoffen geen com
pensatiemogelijkheid biedt voor een
minder vergaande vrijgeving van af
gewerkte producten of van land
bouwproducten en voedingswaren.
Nochtans werd aangenomen dat
voor seizoenproducten de vrijgeving
tijdelijk mag geschorst worden om de
voortbrengst in eigen land te bescher
men en dat tegen lage prijzen, op
kunstmatige wijze bereikt, verdedi
gingsmaatregelen kunnen^ getroffen
worden.
Een ander groot bezwaar tegen het
stelsel der vrijgevingen, zoals het tot
heden wordt toegepast, is nog dat elk
land eigenmachtig de lqst bepaalt van
producten welke het vrij maakt. Er
bestaat dus geen overeenstemming in
de lijsten van de verschillende landen.
Het is niet omdat België de invoer
van een bepaald product heeft vrij ge
geven dat de invoer van dit zelfde
product ook in de andere landen mo
gelijk is. Er bestaan dus geen gemeen
schappelijke lijsten van vrijgegeven
producten geldend voor alle landen.
Ten slotte geldt de vrijgeving en
kel voor de privaathandel. Landen
die er dus een staatshandel op nahou
den en deze zijn talrijk onder de
deelnemende landen genieten het
groot voordeel dat zij veel geringere
vrijgevingen moeten toestaan dan
landen zoals België waar de privaat-
handel zijn normale functie vervult.
Uit voorgaande blijkt dat het hui
dig regime nog verre van volmaakt is.
De toestand van onze
land- en tuinbouw.
De Belgische invoer van land
bouwproducten en voedingswaren
bedroeg in 1948 ruim 9 milliard fr.
Reeds werd 50 t.h. van deze invoer
vrijgegeven, hetzij producten ter
waarde van 4,5 milliard fr. Van
Januari 1951 af zal een bijkomende
vrijgeving moeten geschieden van
and- en tuinbouwproducten ten be-
ope van 10 t.h. op grond ener inge
voerde waardein 1948 van ongeveer
milliard fr. De keuze hiertoe is zeer
beperkt, vermits nog enkel levende
dieren, vlees, boter, eieren, verse
groenten en fruit, tarwe, rogge, sui
rer, hop en rooktabak nog niet wer
den vrijgegeven.
De invoer van levend vee en vers
vlees vrij geven zou opnieuw in deze
tak zware verliezen veroorzaken. De
bevindingen opgedaan verleden jaar
tonen zulks aan, toen de invoer van
vet vee op ruime schaal aan de eigen
voortbrengers aanzienlijk verlies ver
oorzaakte. Vrije invoer van varkens
zou de crisistoestand bestendigen
waarin de varkenskweek zich nog
voor een paar weken bevond.
De boter is het bijzonderste pro
duct onzer zuivelnijverheid. De moei-
(Zie vervolg 4' bladzijde 1' kolom.)
In ons blad van 22 Juli hebben we
ons gedacht neergeschreven over de
verplichting inlands pootgoed af te
nemen door de invoerders van uit
heemse planters.
In De Koornbloem van 29 Juli
verscheen een brief van een invoer
der die vlakaf zijn gedacht zegde over
wat hem op dit gebied is overge
komen.
We zonden een speciaal schrijven
aan de heer Minister van Landbouw
en voegden er de twee vermelde
nummers bij, hem vragende een spe
ciale aandacht te schenken aan voor
noemde kwestie.
In bedoeld schrijven hebben we de
aandacht van het Ministerie van
Landbouw getrokken op het onzin
nige van den maatregel tot verplich
ting. We vroegen een grondig on
derzoek in te richten naar de stand
der inlandse planters in binnen- en
buitenland en verwezen naar het
advies van enkele grote invoerders.
Niet alleen Redt U Zeiven sprong
in de bres. Naar we vernamen werd
door de groepering der invoerders
van plantgoed een bestuursvergade
ring belegd op Dinsdag 8 Oogst.
Ook de grote promotor van de on
wettige aanslag op de handelsvrij
ïeid was aanwezig,
Op gemelde vergadering werd
door de bestuursleden van de groe
pering met alle ernst het vraagstuk
besproken en het onzinnige van de
verplichting toegelicht. De promotor
leeft zeer behendig gezwegen en
vond het niet nodig de verdediging
van de inlandse veredelaars op te
nemen.
Verdere inlichtingen kwamen ons
toe, waaruit blijkt dat genoemd heer
schap achter de coulissen zoveel te
meer spreekt.
Er wordt gekonkeld dat het plezier
geeft, maar van een echte en rechte
weg om het inlands pootgoed bekend
te maken bij ons boeren is geen spoor
te bespeuren.
Van officiële zijde vernamen we,
hoe ongelooflijk ook, dat zelfs
geen vergelijkende proeven tussen
inlandse en buitenlandse planters
werden aangelegd noch door het
Ministerie van Landbouw, noch door
de veredelaars, noch door hun coöpe
ratieven.
We hebben nochtans verleden jaar
aan de afgevaardigde van de A.K.D.,
evenals aan de bestuurder der Koö-
peratieven van Veredelaars aange
drongen op vergelijkende proeven
tussen in- en uitlands plantgoed.
We hebben aangedrongen bij het
Ministerie van Landbouw dit te doen,
en dit op verschillende plaatsen van
het land, ten einde onze boeren in de
gelegenheid te stellen een oordeel te
vellen over de hoedanigheid van ons
pootgoed. Maar niemand heeft het
gedaan. Wat mag hiervan wel de
oorzaak wezen
Bij gebrek aan vergelijkende proe
ven ware het nuttig te vernemen
hoeveel inlandse poters in ons land
zelf werden geplant en zoveel mo
gelijk te weten te komen waar de
velden te zien zijn.
Zullen we op die vragen een
antwoord krijgen of worden we
straks voor een voldongen feit ge
steld y
Want het wordt in België stilaan
een gewoonte dat een kleine minder
heid de grote meerderheid doet buigen.
En dan... zullen de invoerders zich
zo maar zonder meer laten in doeken
doen, of zullen ze vlakaf weigeren het
strop over de hals te laten steken
Vandaag kregen we een antwoord
vanwege het Ministerie van Land
bouw, Algemene Directie der Econo
mische Diensten op ons schrijven
van 28 Juli.
Brussel, de 8-8-1950
Mijnheer de Directeur,
In antwoord op uw schrijven van
28 Juli 1950, RefB/P, betreffende
de verplichte aankoop door de invoer
ders van vreemd plantgoed van een
bepaalde hoeveelheid inlandse poot-
aardappelen, heb ik de eer U mede te
delen dat deze kwestie de bijzondere
aandacht van mijn Departement
weerhoudt.
In de loop dezer maand zal in deze
een beslissing getroffen worden na
gemeenschappelijk overleg tussen de
afgevaardigden der planters, hande
laars en de invoerders.
De Directeur van Bestuur,
R. Kinget.
Er zal dus overleg worden ge
pleegd, maar de bijzonderste belang-
ïebbende zijn vergeten, namelijk onze
boeren die ten slotte toch de inlandse
planters moeten kopen.
We schreven dus nog heden aan
bedoelden dienst
Heer Bestuurder,
Met genoegen namen we kennis
van uw geacht schrijven van 8-8-50,
waarin U vermeld dat een beslissing
zal worden getroffen na overleg tus-
sen afgevaardigden van veredelaars
en invoerders.
(Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom).
.1
oornbloem
STICHTER EN BESTUURDER