Inlandse Plantaardappelen Een Vlaamse Zuiveldienst Arbeid adelt Voor en door de Landbouwers - 1 Nog enkele beschouwingen van belang AALST 19 OOGST 1950 Verschijnt iedere Zaterdag 29ste JAARGANG Nr 1420 Abonnementsprijs 50 fr. 's jaars. Burelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 242.67. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. LANDBOUWWEEKBLAD Orgaan der S. M. Redt II Zeiven. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. O. CAUDRON. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Door de vertegenwoordigers van de Coöperatieven van Belgische aar- dappeluitlezers en van hun Syndicaat VÖBEWAR werd, bij aanvang van het seizoen 1949, de totale hoeveel heid aan beschikbaar gekeurd poot- goed van Belgische selectie geschat op 15.000 a 18.000 ton, slaande op 1.080 hectaren. Het lag voor de hand dat deze schatting beslist en waarschijnlijk bewust overdreven was. Reeds destijds werd overigens door verte genwoordigers van de handel de totale voorraad aan Belgische poters geschat op hoogstens 12.000 ton. Zoals iedereen weet, werd door de Coöperatieven en hun Syndicaat VOBEWAR voor deze inlandse po ters een prijs opgedrongen, aan de handel, van 325 fr. voor Bintje A 28/40 en van 225 fr. voor Bintje A 40/50. Aan de uitlezers kwam hiervan ten goede, 280 fr. op 28/40 en 180 fr. op de 40/50. Een verschil dus van 45 fr. per 100 kg. Rekening ermede houdend dat op dit verschil ongeveer 20 fr. waren te vergoeden wegens zakken en kleine onkosten, dan moet overgebleven zijn, ter beschikking van Coöperatieven en Syndicaat VOBEWAR, ongeveer 25 fr. per 100 kg. Op de beschikbare 12.000 ton pootgoed zijn iets minder dan 6.000 ton naar de invoerders gegaan, als gevolg op de maatregel van verplich te afname. Bleven derhalve te plaat sen verdere 6.000 ton. Wij mogen aannemen dat hiervan 3.000 ton aan de man gebracht zijn door alleen staande, niet bij de Coöperatieven aangesloten uitlezers, en de Coöpera tieven met hun Syndicaat eveneens zowat 3.000 ton zouden geplaatst hebben in hun vroegere, normale kliënteel. Wij komen dus op een totaalverkoop, rechtstreeks door de Coöperatieven en hun Syndicaat, van 9.000 ton of 90.000 maal 100 kg. Het ziet er uit of deze verkoop een winst moet gelaten hebben van 2.250.000 fr., of zowat 2.500 fr. per hectare. Wat is er met dit geld gebeurd en waar ging het naartoe Toen verleden jaar het Syndicaat VOBEWAR en de Coöperatieven bij het Ministerie van Landbouw gingen aankloppen om het invoeren van een regeling die, zogezegd, de Belgische selectie van pootaardappe- len moest in het leven houden, werd door de aanvragers zelf uitdrukkelijk gewezen op de noodzakelijkheid, langs de weg van propaganda-werking, met proefvelden, vlugschriften, we kelijkse pers- en radioberichten, de kwaliteit van onze inlandse poters bij de Belgische boeren bekend en be mind te maken. Het leek wel enigs zins zonderling dat dergelijke actie nog noodzakelijk bleek te zijn, nadat reeds jaren van te voren in België aan aardappelselectie was gedaan, en overigens de eerlijke en vertrouwbare Belgische uitlezers steeds een kliën teel voor hun pootgoed gevonden hadden. Laat ons thans hierover niet verder uitwijden iedereen weet vol doende hoe eigenlijk de vork aan de steel zat. Het heeft dus alle schijn ervan, Iaat ons zeggen dat het zeker bleek, dat de winst, of laat ons zeggen de voorafneming op de verkoopprijs van de poters, zou dienen tot bestrij ding van de onkosten die een derge lijke, breed opgevatte propaganda- actie met zich zou brengen. Overi gens moest het ook wel zo zijn, want de maatregel door het Ministerie van Landbouw opgelegd, was niet be doeld als zijnde van blijvende aard, maar zou enkel aan de Coöperatieven en hun Syndicaat een jaar respijt ge ven, met aldus de gelegenheid, buiten alle zorgen van plaatsing, de kwali teit van het inlands pootgoed door de levering zelf en door de bedoelde propaganda-actie bekend te maken en aldus voor verdere jaren een blij- venden afzet er voor te scheppen, ook zonder hulp van Regeringsmaat regelen. Wat is er, in werkelijkheid, van die propaganda gekomen, en wat voor onkosten zijn erdoor ontstaan ten laste van Coöperatieven en hun Syndicaat De verkoop van de massa van het pootgoed in handen van de Coöpe ratieven en hun Syndicaat VOBE WAR werd, door de maatregel van- het Ministerie van Landbouw, opge drongen aan de invoerders. Coöpera tieven en Syndicaat werden aldus ontlast van de zorgen om de plaat sing en de verkoop van de helft van het in totaal beschikbare plantgoed, en van de 2/3 van het plantgoed in hun handen. Ze kunnen derhalve met verkoop en plaatsing van het relatief kleine overschot enkel nog geringe onkosten gehad hebben. Wij weten wel dat de leiding en de werking van de 8 Coöperatieven van uitlezers zomede van hun Syndi caat VOBEWAR personeel vergen, voor directie en uitvoering, en dit personeel moet betaald worden. Wij laten hierbij voorlopig de vraag on besproken, of het Bestuursapparaat van de 8 Coöperatieven en van hun Syndicaat niet al te breed is opgevat ten overstaan van 1080 hectaren ver bouw, en of de aldus veroorzaakte onkosten en uitgaven niet al te zwaar worden, dus niet in redelijke verhou ding met de belangen in kwestie. Echter moeten we erop wijzen dat de Coöperatieven en hun Syndicaat (Vereniging zonder winstgevend doel) weliswaar niet met verlies, maar dan toch ook niet met winstbedoeling moeten werken. Dit lijkt des te meer waar, voor wie bedenkt dat tegen over de invoerders, op wiens rug de winsten eigenlijk werden verwezen lijkt, beslist niet dezelfde angstvallige bezorgdheid werd betoond wanneer ze, langs weg van dwang, voor zware en niet te ontkomen verliezen werden gesteld. Laat ons even aannemen dat de onkosten op een redelijk peil zouden gehouden zijn. En anderzijds hebben de Coöperatieven en hun Syndicaat weinig of geen onkosten gehad met de plaatsing van hun overblijvende 3000 ton. Dan moet, naar alle waar schijnlijkheid, op de voorafgenomen 2.250.000 fr. een zeer ruim overschot gebleven zijn. Wij herhalen onze vraag Wat is er met dit overschot gebeurd en waar ging het naartoe Van propaganda-actie, zelfs op kleine schaal, van de zóó noodzake lijke proefvelden en bezoeken ervan, van vlugschriften, pers- en radiobe richten hoorden we niets, hoe onge looflijk het ook moge wezen, en kwa men aldus ook geen onkosten van die kant. Heeft het overblijvend bedrag zijn weg gevonden in een uitkering aan de boeren-uitlezers Wij hebben niets hierover vernomen. Wij moeten dus, althans voorlo pig, uitgaan van de gedachte dat het bedrag in kwestie naar de Coöpera tieven of naar hun Syndicaat VOBE WAR is gegaan. Met andere woor den, dat in de eerste plaats de Coö peratieven en hun Syndicaat zouden gered zijn. Dit kan zeer interessant en zeer welkom zijn voor deze Coö peratieven en Syndicaat, maar zal Als gevolg van ons artikel in het vorig nummer van ons blad over de Nationale Zuiveldienst, ontvingen wij een schrijven van een onzer leden, dat wij hier in zijn grote trekken weergeven Zonder de verdiensten van de Nationale Zuiveldienst te willen kleineren, houdt ik er aan U een klein voorvalletje te vertellen dat mij bij de gelegenheid van het laatste land- bouwsalon te Brussel overkwam. De laatste tijd had ik enkele keren een eigenaardige uitslag met het vet gehalte van mijn melk in de melkerij. Ik zocht dan ook naar een doeltref fend middel om dat staal nemen eens te laten controleren. Na mij gewend te hebben tot de afdeling Zuivelcontrole van het Mi nisterie van Landbouw, kreeg ik het volgend antwoord Het spijt mij U te moeten meede len dat het noch aan mij, noch aan het ondergeschikt personeel van mijn dienst, toegelaten is, enige controle uit te voeren in de zuivelfabrieken. Vanaf 1 Januari 1948 heb ik opdracht gekregen alle agenten uit de melkerij- en terug te trekken, zodat er sedert die datum, en naar mijn mening, geen enkel organisme meer bestaat, welke de belangen der veehouders ten op zichte van de zuivelfabrieken, te ver dedigen heeft. Een gelijkluidend antwoord kreeg ik ook vanwege het Bestuur van de Veeteelt- en Veeartsenijkundige dienst van het Ministerie van Land bouw, zodat ik tot de overtuiging kwam dat wij boeren ons weeral zelf moesten redden. (Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom). Ter gelegenheid nu van het laatste landbouwsalon in Brussel passeerde ik de stand van de Nationale Zuivel dienst. Ik maakte van de gelegenheid gebruik eens te horen of ze daar iets wisten om mij te helpen. De Nationa le Zuiveldienst is er toch om ons in te lichten nopens zuivelvraagstukken, niet waar Ik trok dus mijn stoute schoenen aan en vroeg naar de grote baas. Hoe bereidwillig deze heer ook bleek te zijn om mij te woord te staan, toch kon ik niets van hem loskrijgen, omdat hij geen Vlaams verstond. Er werd dan ook een zekere ingenieur geroepen dat naar het scheen heel goed Vlaams sprak. De taal die ik echter te horen kreeg was van zulk een gehalte en de brave man ging op (Zie vervolg 2' bladzijde 2' kolom.) oornbloem .a.4ew£suEp STICHTER EN BESTUURDER

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1950 | | pagina 1