De diensten van het
Ministerie van Landbouw
Dhr HEGER, Minister van Landbouw
l
lo
I.ÉS I
>r" ;H i
Arbeid adelt
Voor en door de
Landbouwers
ten bate van onze land- en tuinbouwers»
AALST 16 SEPTEMBER 1950.
Verschijnt iedere Zaterdag
29ste JAARGANG Nr 1424
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Burelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 242.67.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
LANDBOUWWEEKBLAD
Orgaan der S. M. Redt U Zeiven.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
O. CAUDRON.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hun bijdragen.
Bij gesprekken met onze boeren is
het ons meermaals opgevallen, dat zi
niet op de hoogte zijn van de be
voegdheid en werking der diensten
van het Ministerie van Landbouw
die in rechtstreekse betrekking zijn
met onze land- en tuinbouwers en al
dus tot hun schade geen voldoende
nut trekken uit de werking dezer
diensten. Om deze reden achten wi
het nuttig in deze en volgende bijdra
gen de werking van deze diensten
beknopt toe te lichten.
1) De Rijkslandbouwkundigen.
Indien wij met deze dienst begin
nen is het, omdat de rijkslandbouw
kundigen een zeer belangrijke ro
vervullen met het oog op de inrich-
tiqg en de uitbating onzer landbouw
bedrijven op doelmatige wijze. Zi,
zijn de wetenschappelijke en techni
sche raadgevers onzer landbouwers
met wie zij voortdurend in contact
zijn.
Ziéhier de verschillende opdrach
ten onzer rijkslandbouwkundigen
1) zorgen voor de verspreiding der
landbouwwetenschap- en techniek
door
a) het houden van raadplegingen
of zitdagen.
De Rijkslandbouwkundige houdt
zich kosteloos ter beschikking der
landbouwers zijner omschrijving om
hun technische of andere inlichtingen
te verstrekken in verband met zijn
ambt. Hij geeft deze inlichtingen te
zijnent en op andere plaatsen waar
hij op de gestelde data zitdagen of
raadplegingen houdt. Hij geeft ook
antwoord op geschreven vragen om
inlichtingen en begeeft zich zo nodig
ter plaatse.
b) het geven van voordrachten.
De rijkslandbouwkundige geeft
openbare en kosteloze voordrachten
over landbouwaan gelegenheden en
vraagstukken van actueel belang voor
de landbouwers, met het doel hen op
de hoogte te brengen van de voor
uitgang van de landbouwtechniek,
hun verbeterde uitbatingsmethodes
aan te wijzen, plantenziekten en in
sectenplagen te voorkomen. Deze
voordrachten worden door de pers
tijdig bekend gemaakt.
c) bezoeken aan landbouwbedrij
ven voor het verstrekken van raad
gevingen en practische inlichtingen
betreffende teelten, de bestrijding van
schadelijke ziekten of dieren, enz.
d) het aanleggen van proefvelden
en het inrichten van teeltprijskampen.
Deze proefnemingen hebben tot
doel het economisch nut aan te tonen
van veredelde plantenvariëteiten- oi:
zaden, verbeterde producten of uit
batingsmethodes, waarvan het nut
vaststaat. Deze proefnemingen zijn
toegankelijk voor het publiek en
worden eveneens langs de pers aan
gekondigd. Zij zetten de raadgevin
gen en adviezen verstrekt door de
Rijkslandbouwkundigen of hunne
voordrachten kracht bij.
2) De landbouwers het economisch
nut aantonen van een sterke beroeps
vereniging en hun nauwkeurige en
objectieve inlichtingen verschaffen
betreffende de inrichting en werking
der verschillende landbouworganisa
ties.
3) Landbouwleergangen inrichten
of leiden voor volwassenen, inzon
derheid leergangen over algemene
landbouw, landbouwtechniek al naar
gelang het nut van deze leergangen.
4) De vereiste stappen doen in ver
band met het verlenen van toelagen
door de bevoegde openbare diensten.
Aldus worden toelagen verleend
door tussenkomst van de Rijksland-
jouwkundigen
a) voor het bouwen van silo's
b) voor het verbeteren van rund
veestallen, varkensstallen en hun aan-
ïorigheden (mestvaalten en gier
putten)
c) voor de ontginning van woeste
of braakliggende gronden.
De Rijkslandbouwkundigen span
nen zich eveneens in om de landbou
wers aan te zetten dergelijke werken
te laten uivoeren.
5) Het afleveren van getuigschrif
ten voor het deblokkeren van gelden
nodig voor de wederuitrusting van
iet landbouwbedrijf.
6) Aan het hoofdbestuur van het
Ministerie van Landbouw alle nuttige
inlichtingen verstrekken betreffende
de toestand van de landbouw, de
wensen en moeilijkheden der land-
louwers enz.
Ieder Rijkslandbouwkundige oefent
c e hierboven uiteengezette werkzaam-
(Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom).
Waarom zouden onze boeren de
Minister van Landbouw niet beter,
vollediger kennen dan zijn andere
kollega's Waarom zouden ze zich
moeten tevreden stellen met de 4-5
lijnen welke de dagbladen wel willen
mededelen bij het ontstaan van een
nieuw ministerie
Hoe beter men een Minister van
Landbouw kent, hoe beter men hem
ook zal weten aan te pakken of doen
aanpakken, zodat uiteindelijk deze
nadere kennismaking ons allicht voor
delig wordt...
Dhr Héger, is waals volksverte
genwoordiger voor Namen, van
Brusselse afkomst. Is het een voor
deel of een nadeel
Hij behoort tot deze jongere Wa
len die steeds veel begrip getoond
hebben voor Vlaanderen anderzijds
wijst de samenstelling van zijn kabi
net ook in één zelfde goede richting.
We mogen dus niet bij voorbaat gaan
veroordelen alléénlijk omdat hij Waal
is. We zouden er zelfs bijvoegen dat
een durvend en bevoegd Waal heel
wat beter is als een tam en onbe
voegd Vlaming.
Dhr Héger is doktor in de rechten.
Daarmede hebben we de twee ogen
schijnlijke nadelen opgesomd. We
beweren volstrekt niet dat het vol
doende is van doktor in de rechten te
zijn om alles en nog wat te kunnen
jeredderen, om een flink Minister
van Landbouw te zijn. Het is trou
wens evenmin nodig ingenieur-agro
noom te zijn om een flink Minister
van Landbouw te worden want naast
technische kennissen vergt het behe
ren van zulk departement ook een
bijzondere algemene grondslag, or
ganisatiegeest, psychologisch inzicht,
enz... Veel techniekers bezitten, spij
tig genoeg, niet voldoende algemene
ontwikkeling om werkelijk leidend
op te treden.
Wat ons echter wel in het minis
terie Pholien opvalt is dat een dege
lijke ingenieur, 100 Vlaming zoals
senator De Boodt... naar het Minis
terie van Wederopbouw werd ver
zonden. Dit zijn geheimen van de
politieke wereld welke we niet ofwel
maar al te goed begrijpen.
Laat ons echter terug komen tot
onze huidige Minister van Landbouw.
Dhr Héger is de zoon van een gekend
Brussels geneesheer maar langs moe
derzijde behoort hij tot een oude lan
delijke familie.
Zonder aan welkdanige vleierij of
poëtische ontboezemingen te doen
mogen we toch wel noteren dat ^hij
van jongsaf al zijn vrije tijd op^de
pachthoeven zijner familie doorbracht
en toen reeds een merkbare belang
stelling toonde voor al wat de boe
renstiel betrof. Ook aan de universi
teit bleef hij belang stellen in vele
landbouwvraagstukken. Getrouwd
met de dochter van een grote boer
heeft hij naderhand de hoeve van zijn
schoonouders overgenomen waar hij
zich bijzonder toelegt op het aanvet-
ten van rundvee en varkens.
Hij bekleedde sedert vele jaren
verschillende vooraanstaande functies
in de landbouwkamer en andere land-
bouworganismen van de provincie
Namen waar zijn tussenkomsten ten
zeerste opgemerkt werden en waar
hij een steeds belangrijker rol speelde.
In tegenstelling trouwens met sommi
ge vlaamse officiële landbouworganis-
men zijn gelijkaardige waalse organis
men meestal uiterst werkzaam, en
verdedigen ze kordaat de belangen
der boeren.
Gekozen tot volksvertegenwoordi
ger voor Namen in 1946 heeft hij tal
rijke keren de belangen der waalse
boeren op doortastende en buitenge
woon bevoegde wijze verdedigd. Hij
werd ook verslaggever van het bud
get van het Departement van Land
bouw om te eindigen als Minister.
Als volksvertegenwoordiger heeft
hij ongetwijfeld bewezen een durven
de persoonlijkheid te zijn. Hij zal het
op zijn Ministerie voorzeker niet ge
makkelijk hebben en we wensen
hartsgrondig dat hij zijn strijdlust, zijn
vinnigheid totaal moge en kunne aan
wenden.
In tegenstelling met dhr Orban die
destijds zich nog van alles moest op
de hoogte stellen hebben we in dhr
Héger een Minister van Landbouw
die technisch onderlegd is maar die
tevens ook de noden van onze lande
lijke bevolking kent.
Alleenlijk vrezen we (we beweren
niet dat deze vrees gewettigd is en
hopen van neen) dat dhr Héger TE
veel aan zijn streek zal denken, aan
de mooie, grote en nog steeds betrek
kelijk welstellende hoeven uit het
Naamse, uit de Condrozstreek en
Zuid-Haspengouw.
Indien het zeer menselijk is dat ie
mand allereerst en^allerbest de streek
kent waar hij opgroeide, waar hij da
gelijks leeft... dan moet een Minister
(Zie vervolg 4' bladzijde 1' kolom.)
De Koornbloem
STICHTER EN BESTUURDER