De diensten van het
Ministerie van Landbouw
Onze administratieve indelingen
Arbeid adelt
Voor en door de
Landbouwers
ten bate van onze land- en tuinbouwers»
dienen beter aangepast aan noden
en belangen onzer landelijke bevolking.
AALST 30 SEPTEMBER 1950.
Verschijnt iedere Zaterdag
29ste JAARGANG Nr 1426
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Burelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 242.67.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
LANDBOUWWEEKBLAD
Orgaan der S. M. Redt U Zeiven.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
O. CAUDRON.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor bun bijdragen.
ui.
In onze twee vorige bijdragen heb
ben wij onze lezers uitvoerige inlich
tingen verschaft betreffende de op
drachten en werking van de Rijks
landbouwkundigen en de Rijkstuin-
bouwconsulenten. met wie zij het
meest rechtstreeks in betrekking zijn.
Thans zullen wij handelen over de
taak van de ambtenaren die voor op
dracht hebben de veeteelt en het zui
velbedrijf, die van zulk overwegend
belang zijn voor onze Vlaamse land
bouw, te bevorderen.
De Rijksveeteeltconsulenten.
Deze hebben als opdracht
1) de methodes te verspreiden om
de veeteelt winstgevender te maken,
meer bijzonder tot stelselmatige ver
betering der rassen door het toepas
sen der jongste wetenschappelijke ge
gevens het vaststellen der economi
sche opbrengst der dierenhet inrich
ten en de regelmatige werking der
verenigingen strekkende tot de ver
betering en de economische uitbating
van het vee
2) zorgvuldig de bijzondere voor.
waarden te bestuderen tot doelmatige
benuttiging van het vee in hun pro
vincie en de aldus verworven kennis
aan te wenden ten voordele der vee
houders, wier belangen hun zijn toe
vertrouwd
3) alle onderzoeken, proefnemin
gen en opsporingen te doen, waarme
de zij worden gelast door het Hoofd
bestuur van het Ministerie van Land
bouw toezicht uit te oefenen over de
werking der veeteeltverenigingen ge
steund door de Regering
4) bezoeken af te leggen in kweke
rijen, prijskampen in te richten, ver
gaderingen van veekweeksyndicaten
te beleggen en voordrachten te orga
niseren ten bate van de veeteelt.
Ziehier de naam en het adres van
de Rijksveeteeltconsulenten die het
meest belang bieden voor onze leden,
alsook hun omschrijving
Oost- Vlaanderen
Butaye R., Land van Waaslaan,
52, St Amandsberg
Van Spaendonck L., Voordries,
Oosterzele.
Kleinveeteeltconsulent voor Oost
en West-Vlaanderen
M. Michels, Kortrijkse steenw,,
9, Petegem-Oudenaarde.
Brabant
Derwa M., Ruelensvest, 119,
Heverlee-bij-Leuven.
De Zuivelinspecteurs.
Deze hebben als bevoegdheden
de melkcontrole bij de voortbrengers,
bezoeken aan de uitbatingen, het bij
wonen van de vergaderingen van de
veekweeksyndicaten, van de beroeps
verenigingen enz.
Oost-Vlaanderen
Pauwels M., Felix Bernardplaats
45, Wetteren j
Vlaams Brabant
Vinck P., Grote Baan, Herdersem.
De Zuivelconsulenten.
Deze hebben als opdracht de met
hodes te verspreiden tot verbetering
van de melkvoortbrengst en van al
lerhande zuivelproducten, inzonder
heid van boter, kaas en andere melk
producten de doelmatige voorwaar
den tot vervaardiging van voormelde
producten met zorg te bestuderen en
de aldus verworven kennis aan te
wenden ten voordele van de fabri
kanten van zuivelproducten wier be
langen zij moeten behartigen
de speciale opzoekingen en proef
nemingen te doen betreffende de ver
betering van de melk en van de zui
velproducten en onderzoeken uit te
voeren in opdracht van het Bestuur.
De zuivelconsulenten hebben be
voegdheid voor alle aangelegenheden
waar de toepassing van de kennis
door hen verworven mogelijkheden
kan bieden tot vervolmaking van de
aangewende voortbrengstmethodes.
Met het oog op de uitvoering der
opdrachten hierboven beschreven,
brengen zij bezoeken aan zuivelfa
brieken, verrichten boteronderzoeken,
wonen de vergaderingen bij der syn
dicaten, leggen bezoeken af aan de
zuivelcoöperatieven, enz.
Antwerpen, Limburg en Vlaams
Brabant
Camerlinck M., Minckelerstraat,
51, Leuven
Oost- en West-Vlaanderen
Remon M., Patijntjesstraat, 61,
Gent.
'Zie vermig 3' bladzijde 1' kolom.)
Wat zijn administratieve
indelingen
Als we ze even opsommen zal het
alles U klaarder worden, het gaat om
gemeenten, kantons, arrondisse
menten, provinciën.
Indien elkeen niet steeds de juiste
rol van elk dezer instanties kent dan
zijn we toch vaak genoeg met hen in
betrekking geweeest om hun belang
rijkheid in ons leven, ook in ons be
drijfsleven te beseffen.
Tevens is het opmerkenswaardig
dat gemeenten met uitsluitend of
overheersend landelijk karakter totaal
op dezelfde wijze beheerd worden als
industriële centra.
De huidige versnippering heeft
voor de landelijke gemeenten het
groot nadeel dat ze steeds tientallen
jaren achteruit zijn en blijven voor
elke gezond-technische vooruitgang,
dat het sociaal en cultureel leven al
daar niet kan vergeleken worden met
dit van de steden en evenmin met dit
van nijverheidsgemeenten. In feite
zijn de landelijke gemeenten groten
deels onmachtig of worden behandeld
als assepoetster.
Tegenwoordige toestand.
De al te grote versnippering van
gemeenten is hiervan wel een der be
langrijkste oorzaken.
Inderdaad telt België zo maar
eventjes 2.669 GEMEENTEN waar
van 420 behoren tot de grote agglo
meraties of tot industriële centra. In
deze 420 gemeenten wonen 6 millioen
personen. De andere 2 1/2 millioen
mensen zijn verspreid over de over
blijvende 2.250 half-industriële en
landbouwgemeenten. Hieruit mogen
we afleiden dat de plattelandsgemeen
ten gemiddeld een bevolking hebben
van 1.100 inwoners.
Deze kleine gemeenten nu bezitten
juist dezelfde verantwoordelijkheden
en hebben dezelfde bevoegdheden als
grote steden zoals Brussel, Antwer
pen, Gent, Luik. Zij zijn zelfstandig
en regelen alles wat niet door de wet
aan provincie of staat werd toever
trouwd.
Hoe kan nu een gemeente van
1100 inwoners of neemt zelfs drie a
viermaal zoveel ernstig instaan
voor drinkwaterbedeling
voor dorpsaanleg en bestrating
voor sociale diensten
voor 'n degelijk landbouwonder
wijs
voor goedkope electriciteitsbede-
ling enz... enz...
Het wordt nog erger als we even
de grenzen onzer gemeenten nagaan.
Ze berusten misschien wel op histo
rische gronden... maar zijn alles, be
halve doelmatig. Bekijkt aandachtig
een kaart welke deze grenzen aan
geeft. Dan treft U gemeenten aan
waarvan het centrum alles behalve
centraal ligt en veeleer het centrum
zou kunnen zijn van een naastliggen
de gemeente. Andere gemeenten
strekken zich uit als een lintworm ze
hebben de lengte van enkele kilome
ters en zijn amper 2a 3 kilometers
breed. In sommige provinciën zoals
Namen en Luxemburg treft men zelfs
een flink aantal gemeenten waarvan
het grondgebied verdeeld is over twee
zelfs drie totaal afgescheiden gebie
den welke zich tussen andere gemeen
ten bevinden. In Henegouwen treft
men een gemeente aan welke midden
in gemeenten ligt van het arrondis
sement Ath, maar tot het arrondis
sement Zinnik behoort. Een gelijk
aardig verschijnsel doet zich voor in
Limburg.
Stel U nu maar even voor wat het
voor de inwoners dezer gemeenten
betekent vaak naar het gemeentehuis
te moeten gaan.
Met KANTONS is het niet beter
gesteld. Daar heeft men tevens nog,
zoals bij de arrondissementen, het on
derscheid tussen rechterlijke en ad
ministratieve kantons.
Als we U er op wijzen dat de ge
meente Erembodegem tot het kanton
Herzele behoort dan geven we U
meteen een typisch voorbeeld dezer
onzinnige indelingen.
Inzake ARRONDISSEMENTEN
ware het wenselijk dat administratie
ve en rechterlijke arrondissementen
steeds één en hetzelfde gebied zou
den omvatten. Dit is trouwens het
geval in de provinciën Brabant, Ant
werpen en Luik.
Er was misschien een tijd, honderd
vijftig jaar geleden, 'dat de huidige
indelingen opperbest]waren. We ge
ven het grif toe. Doch zoals steeds
(Zie vervolg 2bladzijde 1' kolom).
oornbloem
STICHTER EN BESTUURDER