De diensten van het
Ministerie van Landbouw
Het Legeren der Graangewassen
I
Arbeid adelt
Rechtskundige Dienst
Voor en door de
Landbouwers
ten bate van onze land' en tuinbouwers*
AALST 7 OCTOBER 1950
Verschijnt iedere Zaterdag
29ste JAARGANG Nr 1427
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Burelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 242.67.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
LANDBOUWWEEKBLAD
Orgaan der S. M. Redt U Zeiven.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
O. CAUDRON.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hun bijdragen.
IV.
In onze drie vorige nummers heb
ben wij achtereenvolgens gehandelc
over de opdrachten en werking van
de Rijkslandbouwkundigen, de Rijks
tuinbouwconsulenten, de Rijksvee-
teeltconsulenten, de Zuivelconsulen-
ten, de Veeartsenijkundige Inspec
teurs en de Consulenten van de Lan
delijke Genie. In deze bijdrage zullen
wij onze lezers enkele inlichtingen
verstrekken betreffende de bevoegd
heid en werking van enkele andere
diensten die hetzij rechtstreeks, hetzi
onrechtstreeks afhankelijk zijn van
het Departement van Landbouw en
aanzienlijk nut bieden voor onze land
en tuinbouw.
De Landelijke Waterdienst.
Deze dienst heeft als bevoegdheid
De politie van de niet bevaarbare
waterlopen, verbeteringswerken aan
waterwegen, het onderzoek van de
ontwerpen voor toelagen en van ont
eigeningen, de inrichting en het on
derhoud van wateringen, het onder
zoek en de goedkeuring van verbete-
ringsontwerpen voor vochtige en
moerasgronden, plannen voor uitba
tingswegen en voor ruilverkaveling
der percelen. De ambtenaren van de
Landelijke Waterdienst kunnen ge
raadpleegd worden voor alle zaken
die verband houden met het stichten
van wateringendroogleggen, be
vloeien en draineren.
Hierna volgt de opgave en de om
schrijving der ambtenaren van de
Landelijke Waterdienst die bijzonder
belang bieden voor onze leden
Oost- en West- Vlaanderen
M. De Groote E. a. Conducteur,
Voskenslaan, 282, Gent, tel. 591.31
Vlaams gedeelte van Brabant
M. Dauchy, Conducteur, Vesa-
liusstraat, 51, Leuven, telef. 220.50
Antwerpen
M. Van Weyenberg P., Hoofd
ingenieur-Directeur, Britse Lei, 48,
Antwerpen, telef. 32.53.10.
De Nationale Dienst voor de
Afzet van Land- Tuinbouw
producten.
Opgericht als openbare instelling
in December 1938 uit de Afzetvere-
niging welke een private organisatie
was onstaan in 1934, heeft deze Dienst
nis doel de afzet onzer land- en tuin
bouwproducten op de binnenlandse
en vooral buitenlandse markt te be
vorderen door een streng toezicht op
de kwaliteit en de verpakking der uit
gevoerde producten. Ten dien einde
worden op zijn voorstel door het Mi
nisterie van Landbouw voorschriften
uitgevaardigd betreffende de hoeda
nigheid der uitgevoerde producten en
de aard hunner verpakking (standaar
disatie teneinde te komen tot een be
paalde uniformiteit in de verpakking
der goederen aangepast aan hunne
aard, het vervoer en de landen van
bestemming).
Door zijn tussenkomst en in over
leg met het Departement van Land
bouw en de belanghebbende beroeps
groeperingen die zitting hebben in
daartoe opgerichte consultatieve com
missies, werden de verpakking en de
kwaliteit bij de uitvoer reeds officieel
geregeld voor meerdere producten
zoals witloof, bloemkool, druiven,
kropsla, eieren, kersen, tomaten,
pruimen, perziken, appelen en peren
De hoofdzetel van de Dienst is ge
vestigd Willebroekkaai, Brussel.
Hij oefent een nuttige werking uit
om de goede naam onzer producten
in het buitenland te vrijwaren en
aldus hun afzet te bevorderen.
De Nationale Zuiveldienst.
Opgericht als publieke staatsin
stelling door de wet en het konink
lijk besluit van 15 Januari 1938, heeft
deze Dienst als taak, binnen de gren
zen bepaald door het Ministerie van
Landbouw, dit Departement bij te
staan bij de verbeteringen die nage
streefd worden in de zuivelproductie
alsook in de afzet en de verdeling
der melk- en zuivelproducten.
Met het oog op de uitvoering de
zer opdracht kan de Nationale Zui
veldienst gelast worden met
1) te waken over de toepassing van
de reglementering betreffende deze
producten
2) de controle uit te voeren op
deze producten
3) merken en certificaten af te le
veren die eigen zijn aan deze controle
4) premies of toelagen toe te ken
nen
5) de propaganda te organiseren
en het zuivelonderwijs aan te moedi
gen
'Zie vervolg 4* bladzijde 1kolom).
Door de landbouwers wordt het
legeren van het graan eensdeels toe
geschreven aan de weersomstandig
heden en anderdeels aan te rijk ge
voede bodem (vooral door te veel
toedienen van stikstof).
Gedurende de laatste 15 jaar heeft
men in Engeland het vraagstuk van
het legeren grondig onderzocht. Op
500 velden over een oppervlakte van
2.940 ha werd de oorzaak van het
legeren opgespoord. Ziehier de uit
slag per
Wat de keuze van de variëteit fee-
treft bleek duidelijk dat de landbou
wers hieraan onvoldoende aandacht
hadden besteed. De keus van vroeg-
rijpende rassen met kort en stevig
stro zou in de meeste gevallen het le
geren hebben voorkomen.
Te hoge vruchtbaarheid van de
grond ontstond meestal waar de land
bouwers onvoldoende aan teeltafwis
seling hadden gedaan. Wanneer
steeds dezelfde gewassen op dezelfde
grond worden geteeld zullen steeds
dezelfde voedende bestanddelen wor
den opgenomen en ook dezelfde in de
grond achterblijven. De reden van
het legeren is dus niet zozeer de hoge
vruchtbaarheid maar wel het in wan
verhouding aanwezig zijn van de voe
dende bestanddelen. En het is een
bekend feit dat de onevenwichtigheid
in de voeding ook een onevenwich
tigheid in de groei meebrengt.
Op het gebied van de bemesting
werd in 20 gevallen een gebrek aan
fosfaat vastgesteld, wat een arm wor
telgestel der graangewassen voor ge
volg had. Alhoewel nog onvoldoende
gegevens bestaan in verband met de
functie van potas, stond het toch vast
dat in overige gevallen van legeren
een gebrek aan dit element de oor
zaak was. In de meeste gevallen van
legeren door overmatig stikstofge-
bruik bleek de periode van toedie
ning doorslaggevend. Op einde
Maart, begin April uitgestrooid, ver
oorzaakte de stikstof een te felle groei
van de stengels (en ook verzwakking),
terwijl een latere toediening (half Mei
en zelfs later) meer het rendement
van het graan zou te goede zijn ge
komen, zonder daarbij de stengel «te
beïnvloeden.
Door de moderne techniek van
het uitstrooien der meststoffen en de
steeds meer algemeen wordende
zaadontsmetting, kunnen 15-20 °/0
minder zaaigraan worden gebruikt.
Te dicht zaaien heeft steeds voor ge
volg een gebrek aan lucht en licht, en
zwakkere wortel vorming, enz. Te
dicht zaaien, een onregelmatige zaai-
diepte en een slechte drainering zijn
fouten die kost wat kost moeten ver
meden worden.
Wij weten niet of deze in Enge
land genomen proeven een beeld ge
ven van de toestand hier te lande.
Wat wij uit eigen ervaring reeds
dikwijls hebben opgemerkt, zij het
dan niet proefondervindelijk, dat te
dicht staan van het gewas dikwijls de
oorzaak is van legeren. - Het is eigen
aardig, dat op de meeste akkers het
graan aan de boorden recht blijft
staan terwijl het in 't midden gele
gerd is. Dat is wel een bewijs van de
weldoende invloed van het licht.
De bewering dat een overdadige
stikstofbemesting ook een veel voor
komende oorzaak van legeren is, is
maar betrekkelijk juist. Wij kennen
zeer weinig boeren die te veel aan
stikstof geven. Wel integendeel. De
fout zit echter in het toedienen van
stikstof zonder bijvoeging van de an
dere even nodige voedende bestand
delen potas en fosfaten. Het is dus
niet het overtollig gebruik van stik
stof, dat ons parten speelt, maar veel
eer het gebrek aan de andere elemen
ten. Dus nogmaals een onevenwich
tigheid.
Het vraagstuk van het legeren is
van groot economisch belang, niet
alleen voor wat de opbrengst aan
gaat, maar ook voor wat de arbeid
aangaat. Nu men steeds meer gebruik
begint te maken van pikmachines is
het een eerste eis niet gelegerd
graan.
Onze rechtskundige zal zijn
zitdag houden op Zondag 8
October, tussen 10 en 12 uur,
in het lokaal «De Koornbloem»,
Grote Markt, Aalst.
Deze raadplegingen zijn vol-
edig kosteloos voor onze leden.
ïifit
5
De Koornbloem
STICHTER EN BESTUURDER
Storm, vloed en wind 21
Hoge vruchtbaarheid van de grond 7
Niet geschikte variëteit (zwak of lang stro) 31
Overdreven stikstofbemesting 4
Ziekte (bijzonder voetziekte) 5
Gebrek aan potas of fosfaat 6
Teeltgebreken 7
Te dichte bezaaiing 7
Gebrek aan voorzorgen in strenge winter 9
Twijfelachtige gevallen 3
;'K