Tik 1
ALLERHEILIGEN - ALLERZIELEN
De Beneluxconferentie
te Luxemburg*
Arbeid adelt
Voor en door de
Landbouwers
AALST 28 OCTOBER 1950
Verschijnt iedere Zaterdag
29ste JAARGANG Nr 1430
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Burelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 242.67.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
LANDBOUWWEEKBLAD
Orgaan der S. M. Redt U Zeiven.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
O. CAUDRON.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hun bijdragen.
Ge zult mij, bijvoorbeeld, niet
horen zeggen dat Pië de Viezen,
Boer ken Van Eyck of Noeike Wer-
rebos gedurende hun leven heiligen
waren. Verre vandaar. Maar omdat
Pië de Viezen een hele boek schotse
toeren heeft uitgestoken, Boerken
Van Eyck de pitrol niet tussen zijn
kraag goot of Noeike Werrebos ne-
keer twee danstenten op een wed
dingschap vol volk trok, zult ge mij
ook niet horen zeggen dat ze van het
Evangelieboek geschrapt zijn.
Een mens kan in zijn leven veel
kwaad doen, dikwijls de dweerserik
uithangen, Ons Heer de ogen uitste
ken... Maar zijn we niet allemaal uit
dezelfde boerenbroek geschud We
moeten niet fier zijn over onze oude
zonden. Maar vermits we van een
zeer slappe natuur zijn, mogen we ons
ook niet van de eerste stoot laten
hangen. Wij moeten wij, beladen met
karrevrachten van ondeugden, per
slot van rekening, toch nekeer over
de meet komen. Als ik zou zeggen
heiligen worden dan zult ge mij
voor een oud pastoorken houden.
Maar ik zeg u en hier zegt 't Evan
gelie het mij voor: heiligen moeten
we inderdaad worden. Vroeg of laat.
We kunnen er niet van tussen. Of
't zou moeten zijn dat we de andere
kant kiezen.
En mij kunt ge niet wijsmaken dat
Pië de Viezen, Boerken Van Eyck of
Noeike Werrebos de andere kant ge
kozen hebben. Neen, verdjanter, ze
kozen de goede kant. Daarvoor wa
ren ze veel te slim. De duvel konden
ze in een zak steken en Ons Heer de
baard aanhangen. De mensen hebben
ze dikwijls gefopt maar de heiligen
haalden ze naar hunne kant toe. Ze
waren veel te goedhartig, te goedjon-
stig. Alla, te goed in alle opzichten.
En zo komt het dat ik nu beweer:
Pië de Viezen, Boerken Van Eyck
en Noeike Werrebos zijn vandaag,
op de feestdag van Alderheiligen, van
de partij. Ze steken vandaag hun
voeten onder tafel, laten zich be
wieroken, een rond schijf ken achter
hun hoofd plaatsen en een offerblok
vóór hun voeten. Pië de Viezen
draagt in zijn hand een potteken
«koud», want hij heeft geheel zijn le
ven met een kreemalaglaskarreken
rondgereden. En ik vind het niet be
lachelijk als ik zeg «Sint Pië de Vie
zen, patroon van de kreemalaglas-
mannen, bid voor ons
Ik zie Boerken Van Eyck daar
staan met een loeder van een honden-
teef aan zijn zij, want Boerken heeft
meer dan vijftig jaar de trafiek ge
daan met een hondenkar, van Mazel
naar Brussel. Op een banderolleken
lees ikSint Boerken Van Eyck, pa
troon van de klein-voermans, bid
voor ons
En zie me daar Noeike Werrebos
eens pronken met zijn driehonderd
kilo-zeug. Noeiken is alzeleven de
beste viggerenkweker geweest van
geheel trod. Waarom zouden we niet
mogen zeggenSint Noeike Werre
bos, patroon van de varkenskwekers,
bid voor ons
Ge gaat toch te ver, zult gij zeg
gen. Ge maakt het schone feest van
Allerheiligen belachelijkTe ver
Belachelijk Zouden we niet moeten
hopen, niet moeten maken dat die drie
mannemensen in de hemel zijn En
als ze in de hemel zijn, dan zijn het
heiligen. En als het heiligen zijn dan
is het vandaag hun feestdag. Dat is
klaar en duidelijk. De mannen zijn al
tientallen van jaren dood en verge
ten. Zoudt gij misschien willen dat
ze nog liggen af te zien in het vage
vuur Ik niet.
Ik plaats ze in de hemel. Dat is
mijn goed recht. De Paus van Rome
moet ze niet in de almanak van
Snoeck zetten, neen, dat zult ge mij
niet horen vragen. Maar de Paus van
Rome heeft me ook niet verboden
ik ben in Rome geweest en ik heb de
Paus van Rome gezien ze als heili
gen in de hemel te beschouwen. Dus,
ze zijn in de hemelEn, goede vrien
den, onze meeste afgestorvenen zijn
in de hemel en vieren vandaag feest.
Waarom zouden we niet mee
feesten
Maar ik heb het recht van daaraan
te twijfelen, zult ge zeggen. Ook goed.
Maar dan zeg ik ueen twijfel
moet opgelost worden. En uw twijfel
künt ge oplossen. Als uw vader-zali
ger of uw moeder-zaliger, of al de
afgestorven familieleden nog niet in
de hemel zouden zijn, maar in het
vagevuur hun opwachting doen, men
sen, dan is het hoog, hoog tijd, dat
gij een handje toesteekt, en, door te
bidden voor de zielen van het vage
vuur, uw twijfel oplost. Allerzielen is
daar een zeer geschikte dag voor.
Is 't niet wreed dat er weeral een
jaarken voorbij is sedert de jongste
Bamistijd Bels, mijne gebuur, is er
ondertussen vanonder getrokken.
Hoe dikwijls heeft hij zijne kop niet
(Zie vervolg 4' bladzijde 1' kolom).
Toen de verschillende regeringen
destijds te Londen de besprekingen
voerden, die moesten leiden tot het
oprichten van een Benelux-Unie,
hebben zij zich op geen stukken na
rekenschap gegeven van de grote
economische tegenstellingen, die be
stonden tussen België en Luxemburg
enerzijds en Nederland anderzijds.
En alle goede wil bleek tot nu toe niet
in staat deze tegenstellingen te over
bruggen, integendeel, met de prak
tische uitwerking van de Benelux
traden deze tegenstellingen steeds
sterker naar voor.
De eeuwige struikelsteen, het pro
bleem der waterwegen buiten be
schouwing gelaten, is en blijft de land-
bouwkwestie. En alle optimistische
vooruitzichten van de ministers om
deze belangentegenstellingen uit de
weg te ruimen werden tot nu toe be
schaamd. Wat niet te verwonderen
is voor iemand die de werkelijke toe
stand nuchter bekeek.
De kostprijs der land- en tuinbouw
producten liggen in België ongeveer
25 hoger dan in Nederlandwij
zijn niet zo modern uitgerust als de
Nederlanders, de gemiddelde opper
vlakte van onze bedrijven is merkelijk
kleinerde ruilverkaveling bleef in
België een vrome wens terwijl Ne
derland reeds een grote weg heeft af
gelegd de lonen en ook de pachtprij
zen zijn in Nederland aanzienlijk
lager dan hier en ten slotte kunnen
de Hollandse boeren de meeste
grondstoffen (zaaigranen, meststoffen,
veevoeders, enz.) goekoper aanschaf
fen dan wij. Zulke toestand kan zo
maar niet met één pennetrek worden
weggewerkt.
De tolgrenzen afschaffen en in Bel
gië een onbeperkte invoer van Ne
derlandse land- en tuinbouwproduk-
ten toelaten betekent dan ook zonder
meer een volledige ondergang voor
onze boeren en tuinierders. Daarom
heeft België zekere beperkingen op
de invoer geëist, die werden vastge
legd in het protocol van Mei 1947.
Het grondbeginsel kwam hierop neer
dat voor de landbouwprodukten Ne
derland zekere minimumprijzen moest
eerbiedigen, zodat ons eigen produk-
ten gedeeltelijk tegen de dodende
concurrentie van onze Noorderburen
beveiligd waren.
Wij moeten er nochtans op wijzen
dat de betrekkingen tussen de Bene-
luxlanden zich niet bepalen tot de
landbouwsector alleen. Ook de nij
verheid stelt haar eisen. Welnu de in
voer van nijverheidsprodukten naar
Nederland ondervindt praktisch geen
hinder, zodat ongeveer 90 van on
ze verkoop aan Nederland totaal vrij
is. Daartegenover staat dat, tenge
volge van de beperkingen op de land
en tuinbouwproducten, de invoer van
Nederland naar België maar voor
75 vrij is. Het is dan ook begrij
pelijk dat Nederland tegen zulke staat
van zaken heftig protesteert en het
protocol van 1947 wenst afgeschaft
te zien.
Dat is nu de toestand, waarover de
Beneluxconferentie, die Vrijdag en
Zaterdag te Luxemburg plaats vond,
zich geplaatst zag. Het was dan ook
te voorzien dat, als ieder der betrok
ken partijen op zijn eigen standpunt
bleef staan, het er stormachtig zou
toegaan. Dat is dan ook het geval ge
weest. De besprekingen van Vrijdag
lieten niet veel hoop een bevredigende
regeling. Aanvankelijk werd een ver
zoenende oplossing in het vooruit
zicht gesteld, die hierop neerkwam
men zoude overeenkomst van 1947
handhaven maar dan in beperkter
mate. Een aantal landbouwproduk
ten zouden worden vrij gegeven, dus
niet meer door het protocol worden
beschermd. Door de betrokken par
tijen zou gezamenlijk de kostprijs der
nog beschermde produkten worden
vastgesteld.
De heffingen en vergunningstaksen
zouden daarbij onder de deelnemende
landen worden verdeeld naar een nog
te bepalen verhouding, in plaats van
die te laten opstrijken door één land.
Ten slotte zou er een gezamenlijke
inspanning worden gedaan om nieu
we afzetgebieden te zoeken in het
buitenland.
Naar alle waarschijnlijkheid moet
het diner, dat op de eerste besprekin
gen volgde, zwaar op de maag van de
Nederlanders zijn blijven liggen, want
5ij het hervatten van de onderhande-
ingen eisten de Nederlanders, die tot
nu toe steeds heftig gekant waren
tegen het protocol van 1947, dat men
dit protocol definitief en onbeperkt
zou handhaven. Wat achter deze
plotse verandering van houding zat,
can men slecht gissen, maar afgezien
van het feit dat het protocol in de
grond in strijd is met het beginsel
van de economische unie, dus uitter-
Zie vervolg 2e bladzijde le kolom.
De J
Koornb
loem
STICHTER EN BESTUURDER