Belangrijk wetsvoorstel ter bevordering van de afzet van inlands fruit. VIERSPRONGEN Arbeid adelt Voor en door de Landbouwers AALST 13 JANUARI 1951. Verschijnt iedere Zaterdag 30ste JAARGANG Nr 1441 Abonnementsprijs 60 fr. 's jaars. Burelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 242.67. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. LANDBOUWWEEKBLAD Orgaan der S. M. Redt U Zeiven. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. O. CAUDRON. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Onder de landbouwberichten in ons nummer van 16 December 11. hebben wij melding gemaakt van het wetsvoorstel ingediend door de heren volksvertegenwoordigers Steps. Van Roye, Bertrand, Discry, Edg. Maes en Du pont, dat voor doel heeft de accijnsrechten met de helft te vermin deren op de alcohol voortgebracht door fruitstokerijen die enkel inlands fruit of derivaten van dit fruit verwer ken. Gezien het belang van dit parle mentair initiatief, wensen wij in deze bijdrage de gunstige gevolgen van dit voorstel te onderzoeken voor de af zet van het inlands fruit. Deze gunstige gevolgen worden door de indieners van het voorstel op duidelijke wijze aangetoond in de memorie van toelichting die het wets voorstel inleidt en motiveert. De huidige toestand van de inlandse fruitteelt. De indieners van het voorstel wij zen er op dat de totale fruitoogst voor het verlopen jaar geraamd wordt op circa 600 millioen kg. Op grond van onderzoeken en opgedane ondervin ding mag worden aanvaard, dat deze raming nog ver beneden de werkelijke voortbrengst ligt. De verschillende vormen van fruit- afzet- en verbruik in ons land wijzen uit dat slechts iets meer dan de helft van deze geraamde productie een afzet zal vinden. Deze toestand is geen voorbijgaand of alleenstaand ver schijnsel betrekking hebbende op één jaar. hij doet zich voor sedert jaren. De kern van het fruitvraagstuk ligt dan ook in het feit dat door een veel te geringe afzetmogelijkheid, de Bel gische fruitteelt slechts de helft ont vangt van de werkelijke waarde van haar voortbrengst. Zuiver economisch gezien betekent deze toestand een verlies van ver schillende honderden millioenen voor onze landbouw en ook voor de eco nomie van het land, omdat voor de helft van de fruitvoortbrengst geen afnemers worden gevonden. Op sociaal gebied leidt hij tot de verarming van talrijke landbouwers gezinnen, ja zelfs van meerdere ge meenten en streken waar de fruitteelt een zeer belangrijke factor is van de landbouwvoortbrengst. De fruitteelt is immers een gespe cialiseerde of verfijnde teelt die ar beid verschaft aan talrijke landbou wersgezinnen en die de inzet vraagt van aanzienlijke kapitalen. In de eerst komende jaren moet er een stijgende voortbrengst verwacht worden omdat na 1918, onder de stuwing vanen ingevolge de toenmalige uitvoermo- gelijkheden tegen lonende prijzen, grote aanplantingen werden aange legd die eerst nu in volle opbrengst gaan komen omdat door de moderne methodes van verzorging en besproeiing, de jaarlijkse productie per boom ver hoogd wordt en de beurtjaren ten dele worden uitgeschakeld. Ongetwijfeld zullen de richting der voortbrengst naar verfijnde soorten, de doeltreffende verzorging der pro ductie, de behoorlijke verpakking en presentatie, de rationele organisatie van de verkoop bijdragen tot verrui ming van de verkoopsmogelijkheden. Doch deze middelen geven enkel een gedeeltelijke oplossing namelijk voor de afzet van het uitgelezen fruit. Deze oplossing heeft bovendien maar uitwerking op termijn. Aan het pro bleem van de verkoop van het fruit van middelmatige hoedanigheid en van het rebuutfruit, zelfs tijdens jaren van kleinere opbrengst, wordt door deze middelen geen oplossing ge bracht. De huid'ge afzetmogelijkheden. a) In het buitenland Na 1918, was de fruitvoortbrengst grotendeels op de uitvoer afgestemd. De buitenlandse markten waren een belangrijk afzetgebied voor ons fruit. Sindsdien is onze productie door de belangrijke nieuwe aanplantingen en de verbetering der voortbrengst- methodes aanzienlijk gestegen, ter wijl de uitvoermogelijkheden gevoe lig werden ingekrompen door aller hande maatregelen getroffen door het buitenland;! b) In het binnenland Alhoewel merkelijk toegenomen kan het inlands verbruik geen vol doende afzet bieden. Bovendien, zulks is des te meer waar in deze tijden waar gestreefd wordt naar econo mische toenadering onder de landen, zullen de maatregelen die door de overheden kunnen of zullen genomen worden om de invoer van buitenlands (Zie vervolg 2bladzijde 1' kolom.) tt Onder deze originele maar tevens veelzeggende titel hield onlangs dhr Héger, Minister van Landbouw, een buitengewoon interessante voordracht voor de waalse landbouwkring der Leuvense Universiteit. De dagelijkse pers heeft hieraan weinig of geen aandacht gewijd. Nochtans bevatte deze redevoering verschillende ge dachten welke ruimere verspreiding verdienen des te meer daar ze waar schijnlijk de weergave zijn van de politiek van het Ministerie van Land bouw. Het zal onze lezers voorzeker nuttig zijn, hierover ten minste het bijzonderste te vernemen. De woor den van de minister drukken we tus sen aanhalingstekens. Uitvoeren... of sterven. Dank zij de onverpoosde arbeid onzer boeren werd het landbouw- potientiëel van België zeer snel her opgebouwd na 1945 zodat we thans reeds moeten uitzien naar uitvoermo gelijkheden. Zo komen we te staan voor een eerste viersprong in een land met hoge salarissen zijn onze voortbrengstprijzen zo hoog dat we moeilijk kunnen uitvoeren. Men zal ons zeggen van de voort brengst te verminderen, ons aanraden aan ekonomisch malthusianisme te doen... ofwel de opbrengsten tot het hoogste te drijven en afzetgebieden te zoeken. Als boeren, als kristenen, als men sen kunnen we niet aan ekonomisch malthusianisme (dit is de vrijwillige beperking van de voortbrengst) doen. Is het beste middel om het kommu- nisme te bestrijden niet eerder voed sel te verschaffen aan al dezen die hongeren Indien we willen uitvoe ren dan moeten we meer voortbren gen om aldus de voortbrengstprijs te verminderen. Theoretisch zijn deze beschouwin gen zeer juist. Alleenlijk vergeet dhr Héger, naast de onbetwistbare rol van de boerenarbeid, te vermelden dat de landbouwpolitiek gevolgd tij dens de bezetting ook heeft bijgedra gen tot een snel heropbouwen van gans ons landbouwbedrijf. Gaarne hadden we verder gehoord op welke wijze onze boeren ON- MIDDELLIJk en zonder uitgave van belangrijke sommen hunne voort brengstprijzen kunnen verminderen. Kan dhr Héger ons deze middelen niet aanwijzen Broodgraan. Thans brengen we 50 voort van wat we nodig hebben.r Men zou dus deze teelten kunnen of beter moe ten uitbreiden en toch de teeltafwis selingen eerbiedigen. Maar zal deze thesis morgen nog juist zijn Onge twijfeld hebben we momenteel belang bij een groter voortbrengst van brood granen. De inlandse prijs staat onge veer gelijk met de buitenlandse prijs. Maar zo men morgen het ruilverkeer vrij maakt dan staan we voor de me dedinging van landen waar de grond bijwijlen tien maal beterkoop is dan bij ons Wat dan gedaan Ook hier stelt de heer Minister vragen zonder ze te beantwoorden. Een viersprong is het in elk geval. Tijdelijk loopt alles gesmeerd... hoe lang zal het echter nog duren Van nu af heeft het Ministerie van Land bouw de volstrekte plicht praktische raad te geven. Of moeten we wachten zoals zus ter Anna T egenstrij dighe den. Veekwekers en hoenderkwekers zullen me zeggen de beterkope bui tenlandse veevoeders zonder inkom- rechten binnen te laten. Anderzijds zullen onze graanvoortbrengers me vragen de inlandse produkten te va loriseren. Maar wat zullen dan de uitbaters uit de weidestreken zeggen?,, Inderdaad geven we grif toe dat het niet zo gemakkelijk is iedereen te vreden te stellen toch is dit juist de hoofdtaak van een ministerie: de be langen, alle belangen van de landge noten welker bedrijvigheid onder haar sessorteert gelijkmatig te behar tigen en te verdedigen, tevens te or denen. Daarom beschikt een departement ook over de passende diensten en de nodige ambtenaars. Nog erger tegenstrijdigheden. Een andere tweestrijd is belang rijker en erger. Landbouw tegenover nijverheid. Onze nijverheid is vooral gericht op uitvoer van handenarbeid en daarom beoogt ze immer een zo goed koop mogelijk leven, zelfs ten nadele van een lijdzame landbouw. Juiste vaststelling maar ongezonde toestand, welke trouwens in stand gehouden wordt door de meeste po litiekers van welke kleur ook omdat de arbeiders nu eenmaal talrijker zijn (dus zoveel stemmen meer) en hunne syndikaten doorgaans paraat staan. Zie vervolg 2e bladzijde 2e kolom. iCoornb! loem STICHTER EN BESTUURDER 4

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1951 | | pagina 1