J Belangrijk wetsvoorstel ter bevordering Z: van de afzet van inlands fruit. De Heilige Stoel en de W ereldlandbou w Arbeid adelt Voor en door de Landbouwers =5 AALST 27 JANUARI 1951. Verschijnt iedere Zaterdag 30ste JAARGANG Nr 1443 Abonnementsprijs 60 fr. 's jaars. Burelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 242.67. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. LANDBOUWWEEKBLAD Orgaan der S. M. Redt U Zeiven. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Q. CAUDRON. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. en-, (2de bijdrage) In ons nummer van 13 Januari 1.1. hebben wij onze lezers kennis gegeven van het wetsvoorstel ingediend door de heren volksvertegenwoordigers Steps en consoorten strekkende tot vermindering met de helft van de ac cijnsrechten op de alcohol voortge bracht door fruitstokerijen die enkel inlands fruit of derrivaten van dit fruit verwerken. Wij hebben insgelijks een overzicht verstrekt van de redenen van economische en sociale aard welke de indieners van het voorstel aanhalen tot motivering van hun voorstel. In deze bijdrage wijden wij enkele beschouwingen aan de tech nische mogelijkheden welke de indie ners uiteenzetten tot staving van hun voorstel. Bestaansmogelijkheden van de fruitstokerijen. In meerdere landen bestaan er fruitstokerijen, o. a. in Frankrijk en het Groot-Hertogdom Luxemburg (niet minder dan 1400). De ondervin ding leert dat met ons fruit uitsteken de dranken kunnen bereid worden, die naar smaak en hoedanigheid ge makkelijk de vreemde mededinging kunnen doorstaan en door de ver bruikers gegeerd worden. Indien slechts een derde van de al cohol verbruikt in ons land uit inlands fruit gewonnen werd, dan ging er geen kilogram meer verloren. Pogin gen werden reeds gedaan om stoke rijen op te richten en in werking te stellen, maar ten gevolge van de uiterst nadelige voorwaarden waarin ze moesten werken, van de zware be stuurlijke moeilijkheden en het onbe grip van de openbare besturen tegen over het verschil van werkwijze de zer stokerijen met de andere, hebben de meeste opgehouden te bestaan of zijn hervormd tot gewone stokerijen. Nochtans dient er op gewezen, dat in onze vroegere wetgeving aan de stokerijen die onder bepaalde voor waarden fruit verwerkten, zekere voordelen werden toegekend, doch deze werden later gedeeltelijk afge schaft of gedeeltelijk onmogelijk ge maakt door de voorwaarden die aan de uitbating dezer stokerijen werden opgelegd. Het staat echter vast, dat de histo rische evolutie van de wijze tot be paling van de te belasten hoeveelheid voortgebrachte alcohol duidelijk doet uitkomen dat hierbij rekening dient gehouden met de rendementsmoge lijkheid der gebruikte grondstoffen. De memorie van toelichting en de besprekingen in het parlement be treffende de wet van 15 April 1895 en de toepassingsmodaliteiten van de conventie van 18 Februari 1950, to nen dit klaar aan. v Het baart dan ook verwondering dat onze wetgeving van 1 Januari 1898 geen rekening meer houdt met het rendementsvermogen der ge bruikte grondstoffen, dan wanneer tot dan toe er een gedifferentieerd ac- cijnsrecht werd toegepast op de al cohol naar gelang de alcoholinhoud van de gebruikte grondstof. Rekening houdend met deze twee vaststellingen of feiten blijkt klaar, dat onze wetgeving betreffende de alcoholstokerijen steeds meer en meer beheerst wordt en afgestemd is ge worden op de zuiver industriële zijde van de stokerijen en dat zij steeds ver der afgeweken is van haar oorspron kelijke doelstellingennl. door de ac cijnswetgeving op de alcoholfabrica- tie, de voortbrengst van eigen land bouwondernemingen bevorderen. Het is verbijsterend te moeten vaststellen, zo verklaren de auteurs van het voorstel, dat thans de soci aal-economische doelstelling van onze vroegere accijnswetgeving op de alcoholvervaardiging niet eens meer in aanmerking wordt genomen. Deze doelstelling was inderdaad het fa miliaal boerenbedrijf te helpen om het hoogst mogelijk financieel rende ment te halen uit zijn productie en het hierbij te beschermen. De auteurs van het wetsvoorstel betogen dat dit laatste veel zal bij dragen niet alleen om de fruitteelt doch ook om vele familiale boeren bedrijven meer renderend te maken en aldus ook de landvlucht te bestrij den. Zij tonen vervolgens aan, dat de huidige fruitstokerijen onderworpen zijn aan dezelfde verplichtingen als de nijverheidsstokerijen wat in feite neer komt op een verzwaring van het accijnsrecht te hunnen laste. In zake grondstoffen gebruikt de nijverheidsstokerij immers 3 kg me lasse voor 1 liter alcohol tegen 1 fr. het kg 3 fr. (Zie vervolg 2' bladzijde 1kolom.) II. In ons vorig nummer bespraken wij in grote trekken de doelstelling van de F.A.O., als inleiding tot de rede die werd uitgesproken door de waarnemer van de H. Stoel. Hier volgt die rede Met genoegen neemt de Heilige Stoel de gelegenheid te baat zijn standpunt, in verband met zekere vraagstukken, betreffende de doel einden van de FAO op lange termijn uiteen te zetten. Met de oorspronkelijke doeleinden, zoals zij bij de organisatie werden be paald, zijn wij het volledig eens. De gebeurtenissen der vijf laatste jaren hebben aangetoond dat het van elk nut ontbloot is verder uit te wijden over de noodzakelijkheid het ver- bruikspeil, zowel van voedings- en textielwaren, van een groot deel der wereldbevolking te verhogen. Zoals het vraagstuk zich nu stelt komt het er meer op neer een politek en programma's van bijzondere aard te bepalen met als doel ten eerste, de uitbating der land- bouwmiddelen te verbeteren, derwij ze, dat zij ten bate komen van de ganse werelbevolking en niet alleen van zekere mensengroepen ten tweede, het productiepeil in het algemeen te verhogen voor de ge westen waar het beschikbare voedsel onvoldoende is vergeleken met het bevolkingscijfer; ten derde, de doelmatigheid van de verdeling te verbeteren, zowel in het belang van de verdelers als van de verbruikers. Wil de FAO deze doeleinden ver wezenlijken dan moet zij er zich voor inspannen volgende fundamentele vraagstukken op te lossen 1° Het verspreiden van de nodige en juiste inlichtingen aangaande de landbcuwvoorwaarden in de wereld, teneinde ze ter beschikking te stellen van de verschillende regeringen als ook van niet gouvernementele orga nisaties en personen. 2° Het zorgvuldig instuderen en ontleden van bestaande toestanden in verschillende landen en gewesten, waar het peil der productie en der landbouwdistributie alsook de levens voorwaarden op het platteland on voldoende zijn. 3° Over te gaan tot het opstellen van programma's op lange en korte termijn, tot verbetering dezer toestan den en dit met volledige goedkeuring en medewerking van de betrokken regeringen. 4° Aan de volkeren en gebieden, in nood en die daartoe de wens uitdruk ken, moet op gebied van landbouw en van landelijk welzijn technische bijstand verleend worden. 5° Het opstellen van programma's tot verbetering van de verdeling der producten, rekening houdend met bestaande en in het vooruitzicht ge stelde internationale organisaties. Ten opzichte van deze vijf punten menen wij volgende opmerkingen te moeten formuleren 1° Informatie. Het is onmoge lijk de algemene en bijzondere doel einden van de FAO te bereiken zo lang de rol van de informatiedienst beperkt blijft tot het verzamelen en verspreiden van inlichtingen. Alleen statistische tabellen over productie, distributie en handel kunnen op zich zelf het levenspeil niet verhogen. Gegevens en statistieken, welke ook hun juistheid en hun nuttigheid weze voor geoefende vorsers op ge bied van landbouweconomie en han del, kunnen niet volstaan om de grote taak te vervullen die er in bestaat de bevolking van minder begunstigde streken beter te voeden, te kleden en te huisvesten. Daarom durft de Heilige Stoel de hoop koesteren dat de FAO niet een voudig een inlichtingsbureau ten dien ste van de meeste geëvolueerde lan den zou worden. 2° Ontleding. Die juiste inlich tingen, door de deskundigen bijeen gebracht, moeten ontleed worden ten einde de sociale betekenis ervan te doen uitschijnen voor individus, groe peringen en minder gespecialiseerde gouvernementele diensten. Zij moe ten er echter toe bijdragen de lande lijke toestanden van min-gevorderde gewesten te verbeteren. Daarenbo ven moeten inlichtingen niet alleen verzameld worden omtrent quantita- tieve gegevens betreffende productie en verdeling, maar ook omtrent de sociale toestanden, de wetgeving en de programma's tot verbetering van het lot van minder bevoordeligde volkeren. Daarom past het o. m. de stelsels van landeigendom en grond gebruik, van voedingsgewoonten, (Zie vervolg 3bladzijde 1' kolom). e oornbloem STICHTER EN BESTUURDER

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1951 | | pagina 1