De Gezinsvergoedingen voor
niet-loontrekkenden
LANDBOUWMACHINES
Arbeid adelt
op onze kleine bedrijven*
Voor en door de
Landbouwers
AALST 24 FEBRUARI 1951.
Verschijnt iedere Zaterdag
30ste JAARGANG Nr 1447
Abonnementsprijs
60 fr. 's jaars.
Burelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 242.67,
Postcheckr. 1425.93,
Handelsr. Aalst 145.
LANDBOUWWEEKBLAD
Orgaan der S. M. Redt U Zeiven.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
O. CAUDRON.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hun bijdragen.
Wijzingen van de bijdrage en van de vergoeding*
Het koninklijk besluit van 9 Janu
ari 1951 (Staatsblad 21 Januari) heeft
belangrijke wijzigingen gebracht aan
het vorig regime der bijdragen en
vergoedingen welke wij hieronder
uiteenzetten, in zoverre zij onze land
bouwers aanbelangen.
1) bijdrage ten laste van
de hoofdonderworpene.
De bijdragen per semester te beta
len door de eerste vier categorieën,
nl. 660 fr., 550 fr., 440 fr. en 325 fr.
blijven behouden, doch de twee laat
ste categorieën, nl. zij die thans 42 fr,
en 18 fr. betalen, worden door 3
nieuwe categorieën vervangen die
voortaan respectievelijk betalen 200fr,
100 fr. en 18 fr.
Ziehier de opgave van de nieuwe
bijdragenschaal, welke bepaald wordt
op basis van het kadastraal inkomen
der onroerende goederen in bezit van
de bijdrageplichtigen
1) van meer dan 3600 fr. 660 fr.
2) van 1801 tot 3600 fr. 550 fr.
3) van 1101 tot 1800 fr. 440 fr.
4) van 851 tot 1100 fr. 325 fr.
5) van 651 tot 850 fr. 200 fr
6) van 325 tot 650 fr. 100 fr.
7) van minder dan 325 fr. 18 fr
2) bijdrage te betalen
voor de helpers.
Deze bijdrage wordt bepaald in
verhouding tot deze betaald door de
hoofdonderworpene die zij bijstaan.
De huidige voorlaatste categorie
wordt vervangen door twee nieuwe
categorieën, teneinde rekening te hou
den met de wijzigingen gebracht aan
de bijdrage van de hcofdonderwor
penen
De zesmaandelijkse bijdrage wordt
voortaan vastgesteld als volgt
1) voor de helpers van het manne
lijk geslacht voor zover zij de hoofd
onderworpene of de echtgenote van
de hoofdonderworpene bijstaan
368 fr. indien de hoofdondeiworpene
een bijdrage betaalt van 660 fr.
343 fr. indien hij betaalt van 550 fr.
309 fr. 440 fr.
'235 fr. 325 fr.
150 fr- 200 fr.
70 f'. 100 fr.
f3 fr. 18 fr.;
2) voor de helpers van het vrouwe
lijk geslacht voor zover zij een hoofd
onderworpene of de echtgenote van
een hoofdonderworpene bijstaan
220 fr. indien de bijdrage van de
hoofdonderworpene 660 fr. bedraagt
210 fr. indien deze 550 fr. bedraagt
196 fr440 fr.
177 fr. 325 fr.
125 fr200 fr.
65 fr. 100 fr.
12 fr. 18 fr.
Bijdragen voor bestuurskosten.
Buiten zijn bijdrage moet elke per
soon die onderworpen is aan het stel
sel der gezinsvergoedingen voor niet
loontrekkenden een bijkomende zes
maandelijkse bijdrage betalen als
aandeel in de bestuursuitgaven der
kas, waarbij hij is aangesloten. Deze
aanvullende bijdrage wordt door het
reglement der kas bepaald in verhou
ding tot het bedrag der hcofdbijdrage
of volgens een ander maatstaf.
De zesmaandelijkse bijdrage voor
bestuurskosten mag in elk geval de
volgende bijdragen niet meer over
schrijden
1) 2 fr. voor de onderworpenen die
een halfjaarlijkse hoofdbijdrage van
18, 13 of 12 fr. moeten betalen
2) 10 fr. voor hen die een halfjaar
lijkse hoofdbijdrage van 100, 70 of
65 fr. moeten betalen
3) 25 fr. voor hen die een halfjaar
lijkse hcofdbijdrage van 2C0, 150,
130 of 125 fr. moeten betalen.
Het bedrag
der gezinsvergoedingen
Voormeld besluit behelst insgelijks
een verhoging van de kindervergoe
dingen. De halfjaarlijkse vergoedin
gen worden gebracht
voor het eerste kind van 450 fr.
tot 540 fr.
voor het tweede kind van 450 fr.
tot 540 fr.
voor het derde kind van 600 fr.
tot 720 fr.
voor het vierde kind van 840 fr.
tot 1.020 fr.
voor het vijfde en voor elk der
volgende kinderen van 1.140 fr. tot
1.380 fr.
De bijdrage der werkgevers.
De door de werkgevers te betalen
bijdrage blijft bepaald op 660 fr. per
semester. Voor de mannelijke helper
(Zie vervolg onderaan hierneven)
Had men vóór 1938 een bijdrage
met bovenstaande titel durven schrij
ven dan zou men zich zeer gauw heb
ben afgevraagd of steller nog wel bij
de normale mensen mocht gerekend
worden
Inmiddels is er, zoals steeds, heel
wat veranderd. De naoorlogse perio
de heeft trouwens aanstekelijk ge
werkt en vele boeren waren behept
met een besmettelijke machienen-
ziekte
Zoals het immer gaat, komt het
berouw slechts na de zonde.
Nadat zeer velen heel wat machi
nes hadden gekocht en gebruikt, heb
ben ze kunnen vaststellen dat ze zo
doende lasten op het bedrijf doen
drukken welke vaak niet eens houd
baar zijn en, in bepaalde gevallen,
zelfs tot schadeposten uitgroeien.
Als het eens zo verre is wordt ge
rekend... maar TE laat. Het gebeurt
dan ook maar al te dikwijls dat de
betrokkenen van 't een uiterste in het
andere vallen.
Waar ze, voor een drietal jaren,
alles en nog wat, enkel en alleen, met
machines wilden of konden uitvoeren,
zouden ze thans liefst teruggrijpen
naar mensenhanden en paarden, de
machines totaal uitsluitend.
Zulke handelwijze getuigt steeds
van zeer weinig overleg.
We geven gaarne toe dat het ge
bruik van machines op onze kleine,
ja zelfs op onze dwergbediijven niet
zeer gemakkelijk is, tevens ook niet
steeds wenselijk... tenminste op gans
de lijn. Hier moet men dieper en lan
ger nadenken dan op grote bedrijven.
Tussen haakjes weze vermeld dat
niet alleen de totaal oppervlakte on
zer bedrijven in bepaalde streken van
het Vlaamse land remmend moet
werken op het gebruik van land
bouwmachines... maar eveneens (en
nog veel erger) de versnippering van
onze bedrijven.
Deze versnippering, buiten de an
dere nadere nadelen, maakt veelal het
gebruik van totaal aangepaste machi
nes tot een belangrijke moeilijkheid-
van de werkgever blijft de halfjaar
lijkse bijdrage vastgesteld op 368 fr.
en voor de vrouwelijke helpster op
220 fr.
Toepassingsdatum.
De beschikkingen betreffende de
nieuwe bijdragen en gezinsvergoedin
gen zijn van kracht geworden op
1 Januari 1951.
ja zelfs tot een onmogelijkheid.
Hier voelt men eens te meer aan
den lijve van welk groot nut het door
drijven der ruilverkaveling zou kun
nen zijn om de rentabiliteit onzer be
drijven te verhogen. Dan wanneer in
de Ardennen reeds verschillende ruil
verkavelingen doorgevoerd en toe
gepast werden, zitten we in Vlaande
ren nog te kniezen, te sputteren... en
inmiddels wordt de strop rondom onze
hals steeds nader toegehaald.
Waar men ruilverkavelingen door
voert zou het vraagstuk van het ge
bruik der landbouwmachines zelfs in
onze streken van kleine landbouwbe
drijven op heel wat doelmatiger en
praktischewvijze kunnen opgelost
worden.
We jagen echter geen schimmen
na. De ruilverkaveling is er niet. Zo
lang ze vrijwillig zal blijven, zien we
er trouwens in Vlaanderen weinig
van terecht komen... tenzij de nood
dwingend wordt. Inmiddels echter
moeten we de toestand nemen zoals
hij is en niet zoals hij zou moeten zijn:
Kleine bedrijven welke dan
steeds uiterst versnipperd zijn.
Het spreekt van zelf dat een aantal
grote machines in deze omstandighe
den moeten geweerd worden en te
vens niet nuttig zouden zijn.
Of het gezamenlijk of coöpera
tief gebruik van landbouwmachi
nes praktisch veel zal uithalen, be
twijfelen we ten zeerste. We staan
hier, eens te meer, voor een goedbe
doelde wet... zonder gevolg.
In streken van zeer versnipperde
bedrijven blijven traktors enz. uitge
sloten, of ze nu eigendom zijn vaneen
boer, ofwel eigendom ener samen
werkende vennootschap. We staan
voor een technische onmogelijkheid.
Andere machines van mindere om
vang hebben technisch wel een kans
om op coöperatie wijze gebruikt te
worden... doch vergeten we niet dat
de arbeid op het veld nauw samen
gaat met weersomstandigheden en dat
er zeer veel kans bestaat dat minstens
vijf boeren op dezelfde dag, dezelfde
machine behoeven. Wat dan
De zaak is niet zo eenvoudig als
sommigen menen. Gans de oogst kan
lukken of mislukken naarmate een
bepaalde bewerking op de gunstige
of ongunstige dag geschiedt.
In de Senaat heeft men op zeer
klare wijze gewezen op al de moei-
(Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom).
De
fcCoornb
loem
STICHTER EN BESTUURDER
Kadastraal inkomen zesmaandel.
bijdrage