De grondstoffenschaarste en haar Het Schandaal van de Index invloed op onze landbouwproductie. Arbeid adelt Voor en door de Landbouwers --AALST 10 MAART 1951. Verschijnt iedere Zaterdag 30ste JAARGANG Nr 1449 de dn n As i-Ereo n tubei bij Fi kerlcei s, bij 'riesstri ggens, f Zot •Ids K 'hristia eten, 69, Ae /ermoj iet adn LANDBOUWWEEKBLAD Orgaan der S. M. Redt U Zeiven. Het overnemen vain artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. O. CAUDRON. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor bun bijdragen. it U verkot »ren, I utstrai ijk. Di irst IS OEM DOp ste. •rten rei. 111.19 (2de bijdrage) In onze vorige bijdrage hebben wij de invloed onderzocht van de schaarste aan bepaalde grondstoffen op de voorwaarden van produktie in de landbouw en tevens enkele richt lijnen verstrekt tot aanpassing van onze teelten aan de huidige toestand. In deze bijdrage willen wij enkele aanwijzingen geven tot oriëntering van onze veeteelt in de huidige om standigheden. De varkensstapel. Het behoud van onze varkenssta pel opeen voldoende peil is een on misbare factor voor de vleesbevoor rading der bevolking, cm de eenvou dige reden dat de varkensmesterij de snelste vleesproductie oplevert. Dit behoud is afhankelijk van twee voorwaarden 1) het voorhanden zijn van het nodige varkensvoeder. Naargelang de voederschaarste, ingevolge beperking van de invoer, zal toenemen, zal het winnen van varkensvoeder in ruimer mate in het landbouwbedrijf vereist zijn. Zelfde schaarste zal, indien zij toeneemt, ook voor gevolg hebben dat de varkensfokkers die geen boer zijn, nl. de industriële vaikensfokkers het geleidelijk zullen moeten opge ven, zodat de landbcuwer-varkens- fokker, die over eigen gewonnen voe der beschikt, zal te zorgen hebben voor de producten van varkensvlees. 2) het toekennen van een voldoen- doende prijs voor de slachtvarkens. De richtprijs zal inzonderheid opeen behoorlijk peil dienen gehouden cm de varkensfokkerij Ionend te maken, zoniet volgt onvermijdelijk de inkrim ping van de varkensstapel. De rundveestapel. Hier kan een onderscheid gemaakt worden tussen het melkvee en het slachtvee. Wat de melkveestapel aangaat, deze mag nog wat uitgebreid worden. Doch het is van essentieel belang dat het schaarser geworden voeder aan gewend wordt voor gezonde en ren derende dieren en dat de woekerdie- ren onverbiddelijk worden geweerd. Vandaar de noodzakelijkheid van de doorgevoerde melkcontrole in de veebonden en van een doeltreffend toezicht op de gezondheid van het melkvee. De voorziening der bevol king aan melk, boter en zuivelpro ducten is van de verwezenlijking de zer voorwaarden afhankelijk. Wat het slachtvee betreft, voor- ziet onze rundveestapel thans voor 92 t.h. in de vleesbehoeften der be volking. Dat procent dient behouden en zo mogelijk nog opgevoerd. Of deze resultaten zullen bereikt worden zal ook in grote mate afhan kelijk zijn van een verstandige prij zenpolitiek der regering De paardenstapel. Zoals onze lezers weten werd onze paardenstapel reeds fel ingekrompen ingevolge de ongunstige verkoop prijzen dezer laatste jaren. Moest er schaarste komen in de stockoliën voor tractors, dan zou het bedrijfs leven op groter schaal beroep moe ten deen op paarden. Om deze reden dient onze paardenstapel dan ook op zijn huidig peil gehouden en is wel licht een zekere uitbreiding nuttig. De pluimveestapel. 1950 wasvoorde eieren een slecht jaar. De niet gemotiveerde uitvcer- belemmeringen en het begin van het legseizoen hebben deze toestand nog verergerd. De toename van de vraag in het binnenland en de uitvoer naar Italië sedert enkele weken hebben enige verbetering gebracht. Vermoedelijk zal de uitvoer tijdens de eerste maan den nog uitbreiding nemen Doch, en dit is zeer spijtig, inge volge de ongunstige vooruitzichten, werden een groot aantal leghennen afgeslacht en is de vraag naar kuikens voor het nieuwe seizoen gering. Met het oog op de bevoorrading heeft ons land er nochtans groot belang bij de hcenderstapel op peil te houden 1 Ter oplossing voor het probleem der voeding van het pluimvee wijzen wij nogmaals op het nut een perceel korrelmaïs voor eigen gebruik te telen. Onze bijdragen beoogden geens zins bij onze boeren onrust te wekken in verband met de ontwikkeling van het internationaal poltiek gebeuren Wij hopen dat de Voorzienigheid de onmetelijke ramp van een nieuwe oorlog zal afwentelen van de mens heid Doch zelf als er ontspanning in treedt in de verhoudingen tussen de groot-machten, zal de wederbewape- (Zie vervolg onderaan hierneven) De platonische ontboezemingen van de C.V.P.-kamergroep aan het adres van de boeren heeft er ons toe gedwongen te wijzen op de grote af stand tussen hun beloften en pro gramma's en bun daden de beloften uitgedrukt in hun bes'uiten en de da den van hun minister Mr Coppé. En wij overdrijven niet als wij spre ken van een schandaal. Hoe zoudt ge anders de handelwijze kunnen betite len van een Minister die de levens duurte voor een bepaalde bevolkings groep wil beperken op de kosten van de landbeuwers. Wij kunnen moeilijk aannemen dat Mt Coppé bij ver gissing niet aan de boeren heeft ge dacht of dat hij ze, bij het opstellen van zijn plannen over 't hoofd heeft gezien. Wij zijn eerder geneigd te veron derstellen dat hier de opzettelijke wil voorzit, een bepaald deel na te streven cpde rug van onze boeren. Wat dat doel is kan ons weinig be lang inboezemen, of het ingegeven wordt door persoonlijke ambities of door een cbjectief geachte reden, laat ons totaal koud. Voor ons staat steeds het brutale feit: bet gebeurt ten onze koste en de Minister van Economische Zaken scfijnt er geen graten in te virden ons op te offeren. Wij zcuden ons ogen nog dicht kunnen deen, wij zouden desnoods de drukking van de landbouwprijzen kunnen aannemen, indien die prijzen overdreven hoog waren, of indien de boeren overdreven winsten maakten. Maar de Minister weet zeer goed, waarschijnlijk nog beter dan wij, dat zulks niet bet geval is. Tenminste als bij de gegevens wil nagaan die te zij ner beschikking zijn. Neen, de boeren maken geen over dreven winsten. \A"el integendeel, jji ning niet dadelijk worden stopgezet. Zij zal dan ook voor enkele tijd baar invloed uitoefenen op de econo mie zowel van ons land als van de an dere landen. In het belang niet alleen van het eigen bedrijf doch ook van de ganse volksgemeenschap moet onze landbouw, die niettegenstaande de miskenning waarvan hij niet zelden het voorwerp is, de voedselbezorger is der natie, zijn productie aanpassen aan de noodwendigheden van de on rustige tijd die wij beleven. Aldus draagt hij op de beste manier bij tot eigen welstand en vervult te vens zijn plicht tegenover Volk en Land. maken tegenwoordig zelfs géén winst, maar werken met verlies. Een offi ciële staatsinstelling en wel het Rijks station voor Landbouweconomie heeft uitgemaakt dat voor het boekjaar 1949-50 de totale productiekosten per ja gemiddeld bedroegen 22.000 fr. index 400), terwijl de bruto-op- Drengst slechts 20.000 fr. bereikte index 350). En indien een normaal oon wordt gerekend voor de boer zelf en de op zijn bedrijf medewer kende familieleden dan moeten wij vaststellen dat de landbouwer geen intrest bekomt voor zijn geïnvesteerd kapitaal (ongeveer 25.000 fr. per ha). En voor hen die zouden de vraag stellen hoe het mogelijk is dat de boeren dan nog rond kunnen komen als zij met verlies werken antwoorden wij onmiddellijk, dat ze dat alleen kunnen omdat ze doorgaans een halve dag langer werken dan een dagloner. Moest iemand in een nijverheidsin stelling de werklieden alle dagen zulke overuren laten maken, ze werden voor het gerecht geroepen, en men zou spreken in dat geval van uitbui ting van de arbeiders. Bij boeren is dat natuurlijk geen uitbuiting. Daarbij komt dan nog dat moeder de vrouw, of zij veel of weinig kinde ren heeft komt er niet op aan, de helft van de tijd, die ze aan haar huis houden zou moeten besteden, naast haar man aan het werk is. Moesten zulke toestanden nog in arbeiders- middens heersen er brak op staande voet een revolutie uit. Voor de boe ren wordt dat echter normaal geacht. Het is aan deze schandelijke toe stand te danken dat de boer toch nog kans ziet de eindjes aan elkaar te knopen. Er is nog een ander geval waarbij wij zouden kunnen vrede hebben met de toestand, zoals wij hem nu kennen. Veronderstel eens dat, zelfs in het geval van te lage inkomen voor de landbouwer, de landbouwproduc ten op korte tijd buiten verhouding zouden opslaan tegenover de andere, dan zouden wij, in de overtuiging dat een gezonde economie steeds moet streven naar een evenwicht, nog kunnen aannemen dat van overheids wege remmende maatregelen zouden genomen worden. Maar de toestand is juist anders om. De kleinhandelsprijzen-index stijgt niet ter oorzake van de dure landbouwproducten, maar het zijn de niet-landbouwproducten die de hoog te ingaan. (Zie vervolg 2' bladzijde 1kolom 31. Di en e Ad sse. :n gen delwe: st). derbet' Haaltt :n ge» •eten, oorseL derbeti aalstra i gew t, draa □s Tbe i, wei ren ht ekelge: :n weii i de j Terel Abonnementsprijs 60 fr. 's jaars. Burelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 242.67. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. De Koornbloem STICHTER EN BESTUURDER foor i inieut ird, A m. o ten, ste kei Ht 3, 2! :eine ii jor Vi ed E i

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1951 | | pagina 1