Rond de Landbouwbegroting 1951 Arme Boeren in arm Vlaanderen Arbeid adelt Voor en door de Landbouwers AALST 9 JUNI 1951 Verschijnt iedere Zaterdag 30ste JAARGANG Nr 1462 Abonnementsprijs 60 fr. 's jaars. Burelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 242.67. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. LANDBOUWWEEKBLAD Orgaan der S. M. Redt U Zeiven. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. O. CAUDRON. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. (4de bijdrage). In zijn merkwaardig verslag gewijd aan de begroting van Landbouw 1951 behandelde de heer volksverte genwoordiger Maes in een laatste hoofdstuk uitvoerig de toestand van onze tuinbouw. Dc Tuinbouw. Onder het begrip tuinbouw dienen begrepen te worden de groente- en de fruitteelt, de bloemen- en boom kwekerij en de teelt der vroege aar dappelen. Geen tak van de landbouw, be toogt hij terecht, kende in het voor bije jaar zulke slechte markt en geen wordt meer bedreigd in zijn bestaan zelf door de ontwikkeling der inter nationale factoren met hun weerslag binnen onze grenzen zowel op de voortbrengst- en afzetmogelijkheden, als op de opvattingen in leidende economische kringen. De uitvoermogelijkheden worden steeds geringer en de binnenlandse markt wordt niet naar behoren be schermd. Een abnormale concurren tie wordt tegen de inlandse productie gevoerd door de zuiderlanden (Italië, Spanje en Frankrijk) dank zij het gunstiger klimaat en de lage levens standaard van de boeren en landar beiders in deze landen. Wat de mede dinging uit het Noorden betreft, zou de economische unie met Nederland zonder een aangepast en streng ge hanteerd protocol als verweerwapen, de teloorgang betekenen van onze tuinbouw. Zulks ware een ramp voor het Vlaams landsgedeelte waar de tuinbouw het bestaan verzekert van talrijke kroostrijke landbouwersge zinnen. Ook voor België is de tuinbouw sociaal en economisch verantwoord. De bruto-waarde van de tuinbouw- productie berekend volgens de gege vens van de officiële telling vertegen woordigde in 1949 ruim 6.590.000.000 frank. Inzake arbeidsverschaffing is de tuinbouw in verhouding tot de productiewaarde minstens even be langrijk als de steenkoolnijverheid, zonder hierbij te vergeten dat de tuinbouw geen vreemde arbeids krachten gebruikt zoals de mijnindus trie. In de tuinbouw zijn enkel land genoten te werk gesteld die daaren boven 250.000 ton steenkolen jaar lijks gebruiken. De talrijke kleine bedrijven, hoofd zakelijk in het Vlaamse land gelegen, zijn enkel leefbaar mits aan intensieve tuinbouw te doen. De oppervlakte besteed aan cultuur onder glas in de tuinbouw bedraagt in ons land meer dan 1.000 ha. Het kapitaal hierin belegd werd op 3.090.000.000 frank berekend, terwijl de bruto-opbrengst een waarde van 650.000.000 frank bereikt. De fruitteelt onder glas omvat, volgens algemeen aangenomen wordt, 32 tot 35.000 serres, waarin 4.500 gezinnen hun bestaan vinden. De teelt onder glas van groenten, bloemen en planten beslaat ongeveer 545 ha. Om 1 ha te bewerken zijn 8 perso nen nodig, zodat 4360 personen in deze teelten werkzaam zijn. Men neemt aan dat de helft hiervan of 2180 personen gezinshoofden zijn. In totaal zouden dus 6.680 gezin nen in de teelten onder glas hun be staan vinden. Deze gezinnen verte genwoordigen ongeveer 37.000 per sonen. In de landbouw vertegenwoordigt de handenarbeid 31 tot 37 van de productiekosten in de tuinbouw 60 tot 75 volgens de teelten. In werk uren berekend zouden milliarden ver loren gaan bij het teloorgaan van de tuinbouw. Wat gedaan met het leger werklozen dat in deze omstandighe den zonder bestaan zou vallen Dan spreken wij nog niet over de nevenbedrijven die van de tuinbouw afhangen. Hoeveel handelaars vin den hun broodwinning niet in het ver voer van tuinbouwproducten, hoeveel andere in de kleinverkoop ervan Onze tuinbouw moet terug rende rend gemaakt worden. Voornamelijk drie middelen daar toe werden bestudeerd en deze laatste tijd gedeeltelijk toegepast. Vooreerst een hervorming welke gans onze landbouw maar voorname lijk de tuinbouw zal ten goede komen een hervorming in de verdeling van de bevoegdheden tussen de ministe riele departementen. De Minister van Landbouw moet kunnen beslissen in zake het toelaten van uitvoer of het stop zetten van invoer, wanneer het land- of tuinbouwproducten geldt. De regering beloofde aan deze aan gelegenheid een grondige studie te wijden, opdat in elk geval de in voege zijnde proceduur, veel te lang en te ingewikkeld, zodanig zou versoepeld en vereendigd worden, dat op 24 uur (Zie vervolg 2e bladzijde le kolom). Arme boeren Bij deze woorden zal een buitenstaander medelijdend glimlachen en zeggen dat kennen wijgeef de bluffer een brood, de klager kent geen nood. Arm Vlaanderen Ook hierbij zullen menigen de schouders optrek ken en denken dat wij de Vlaamse kwestie nog eens uit de gracht gaan halen en een pleidooi gaan houden voor de rechten van Vlaanderen, zo als destijds de flaminganten hebben gedaan en daarbij duchtig met de grieventrommel hebben gezwaaid. Neen, beste lezer, in geen van bei de gevallen gaan wij ons stellen op het eenzijdig standpunt van boer of Vlaming, hoewel ons niemand zulks kwalijk zou kunnen nemen. Gaat iedereen niet op zijn eigen standpunt staan en is iedereen niet bereid zijn eigen voordeel te zoeken ten koste van anderen l Nogmaals neen. Wij spreken nu niet uit eigen belang. Wij willen ons alleen stellen op het zeer objectieve standpunt van het algemeen welzijn van België in zijn geheel, zonder daarbij speciaal te denken aan de voordelen, die er voor ons als boer of als Vlaming zouden kunnen afvallen. Zouden wij anders doen, dan zou den wij ons zelf en ons land een slechte dienst bewijzen en wij willen niet vervallen in fouten, die wij seffens zullen gaan veroordelen, omdat ze ons onvermijdelijk en stelselmatig naar de ondergang zullen voeren, in dien niet tijdig het roer wordt omge gooid. Onze boeren zijn over 't algemeen niet erg toegankelijk voor wat wij zouden kunnen noemen hogere po litiek Ze weten nu ongeveer wel dat deze toch zonder hen gemaakt wordt. Wat ze echter zeker wel vol doende kunnen uitmaken dat is in hoever hun bedrijf nog iets opbrengt. Zij kunnen bv. zeer goed aanvoelen de onbegrijpelijke handelwijze van een minister van economische zaken. Alles wordt duurder en duurder behalve de landbouwproducten. En het eerste dat de minister deed om de levensduurte te bestrijden was de prijzen drukken van de landbouwpro ducten. Onze boeren trekken uit zulke handelwijze het voor de hand liggend besluit: 'tis altijd op onze kop; de boeren moeten het altijd uitzweten. Er wordt bij zulke vaststellingen wel eens gesakkerd, maar de diepere grond van deze handelwijze gaat on opgemerkt aan hen voorbij. Het is deze diepere grond, die prof. Pinxten bloot legt in zijn artikel «Arm Vlaanderen» dat verscheen in De Standaard van 22 tot 23 Mei. Het is dit artikel dat ons heeft aangezet om over dit onderwerp een en ander te zeggen en wij maken dan ook dankbaar gebruik van de gedachten, die de Leuvense Hogeschoolleeraar daar uiteenzet. Bijna alle regeringen, die in België elkaar zijn opgevolgd, waren van oordeel en zijn dat trouwens nog, dat Vlaanderen, en in Vlaanderen de boeren, in de Belgische economie van ondergeschikt belang waren. En voor iemand die niet dieper nadenkt ligt zulke opvatting voor de hand. Het lijkt toch vanzelfsprekend dat, econo misch gezien, de grootnijverheid met de koolmijnen en de staalfabrieken, met de hoogovens en de glasblazerijen toch een hele hoop meer betekenen dan die simpele boerderijkes, die over Vlaanderen verspreid liggen. Wat zou België immers betekenen zonder zijn grootnijverheid Hoe voor de hand liggend deze mening ook is, toch is ze totaal fout, wat wij in het verloop van ons arti kel zullen aantonen. Wij zullen de vraag eens anders stellenWar zou er van België ge worden zijn, zonder Vlaanderen en zonder de boeren Vooreerst zou de Belgische bevol king grotendeels uitgestorven zijn, zo ze moest op peil gehouden worden door de Waalse geboorten. Heden ten dage kan Vlaanderen nog immer bogen op zijn volks~ kracht. Op het einde van 1950 telde Vlaanderen 4.360.864 inwoners. Wallonië 2.969.395 en het arron- dissement Brussel 1.323.394. De Vlaamse volkskracht neemt gesta- dig toe in België. De verklaring van dat feit dient gezocht te worden in het geboortecijfer. In het afgelopen jaar bedroeg het geboorten~per- duizend 16,52 voor België. Voor Vlaanderen kregen wij echter 19,01 tegen 15,87 voor Wallonië. Ed wat op het gebied van geboor tecijfers Vlaanderen is voor België is de boerenstand voor Vlaanderen. Ook in Vlaanderen loopt het aantal geboorten per duizend achteruit. Maar dank zij de talrijke gezinnen, die wij onder de boeren aantreffen blijft het toch nog aanzienlijk. De Zie vervolg 2' bladzijde 2' kolom.) De 1 E£oornh loem STICHTER EN BESTUURDER

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1951 | | pagina 1