DENEMARKEN Hoe verbeteren wij onze Weiden Arbeid adelt het land der landbouwwetenschap en -organisatie Voor en door de Landbouwers AALST 30 JUNI 1951 Verschijnt iedere Zaterdag 30ste JAARGANG Nr 1465 Abonnementsprijs 60 fr. 's jaars. Burelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 242.67. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145, LANDBOUWWEEKBLAD Orgaan der S. M. Redt U Zeiven. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. O. CAUDRON. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Voor ons ligt een zeer interessante brochure gewijd aan Denemarken. Zoals onze lezers weten staat Dene marken aan de spits der landen van de wereld vooral op gebied van de veeteelt. Wij achten het dan ook nuttig voor onze lezers hier enkele gegevens uit deze brochure samen te vatten. De bevordering van de landeigendom. Denemarken heeft op ruime wijze de leuze tot werkelijkheid gemaakt boerenland in boerenhand Door een wet gestemd in 1899 werd de regering er toe gemachtigd door rui me kredieten tegen zeer gunstige interest de boeren hulp te verlenen bij het aanwerven van hofsteden en landerijen. Deze wet aangevuld en verbeterd in 1919 en in 1948 heeft 25.000 klein landbouwers de moge lijkheid geboden eigenaar te worden van hun boerderij. Thans bestaan in Denemarken 210.000 landbouwbedrijven waarvan ruim 100.000 een oppervlakte be slaan van 10 tot 60 ha, zijnde onge veer de 2/3 van de totale landbouw- oppervlakte van het land. Het aan tal kleine hoeven van 0,55 tot 10 ha bereikt ongeveer 100.000 en 4.500 bedrijven overschrijden 60 ha. De overgrote meerderheid van de land bouwbedrijven behoort in eigendom aan de uitbaters. De sterke uitbreiding der landbouwcoöperatie. De Deense landbouwers hebben ten volle het nut begrepen van de samenwerking bij de verkoop hunner producten en de aankoop hunner grondstoffen en machines. In dit op zicht kunnen onze landbouwers veel leren bij hun Deense bedrijfsgenoten. Bijzonder dienen vermeld de ge trouwheid der Deense landbouwers aan hunne coöperatieven en de stren ge tucht welke zij zich opleggen bij bet nakomen der voorschriften hun ner coöperatieven inzake de kwali teit der producten welke zij leveren voor de samenverkoop. Er bestaan in Denemarken 1.330 samenwerkende zuivelfabrieken welke niet minder dan 90 t.h. van de totale melkproductie verwerken voor de vervaardiging van boter, kaas en verbruiksmelk. Slechts 10 t.h. van de melk gaat naar de private melke- rijen. Gans de productie van boter en kaas is onderworpen aan een ern stige controle. Veruit het grootste aantal varkens worden geslacht in coöperatieve slachterijen die aan de landbouwers toebehoren. De coöpe ratie bestaat trouwens in al de gele dingen der landbouwproductie het kredietwezen, de voortbrengst van boter en van kaas, het verzamelen en de verkoop van eieren, de uitvoer van vlees, zuivelproducten en eieren, alsook van andere landbouwproduc ten, de aankoop van zaden, veevoe ders en meststoffen. De landbouw coöperatie ontstond op het einde der 19c eeuw en heeft een stijgende uit breiding genomen. Thans nog wor den voortdurend nieuwe coöperatie ven opgericht. De kleine landbou wers kunnen tractoren en landbouw machines huren in de coöperatieve stations voor landbouwmachines en genieten aldus de voordelen der land bouwmechanisatie. De coöperatieven worden gefinan- cieërd door de aangesloten leden die alle een gelijk stemrecht hebben, zon der dat hierbij rekening gehouden wordt met het bedrag hunner aan brengst in het kapitaal of het bedrag van hun zakencijfer met de coöpera tief. De winsten worden echter tus sen de aangeslotenen verdeeld in ver houding tot de hoeveelheid hunner leveringen aan de coöperatief. Ge woonlijk is het lidmaatschap der coö peratief gehecht aan de onderneming en niet aan de eigenaar ervan. Een landbouwbedrijf aangesloten bij een coöperatieve melkerij is verplicht aan deze laatste al de melk te leveren welke zij voortbrengt, met uitzonde ring van de vereiste hoeveelheid voor het verbruik door de landbouwers en het personeel der hoeve. De coöperatieve beweging vond een sterke steun in de Hogere volks scholen waarvan de eerste opgericht werd in 1844. Thans bestaan in De nemarken 55 dezer scholen die niet minder dan 7400 leerlingen tellen, waarvan 3000 jongelingen en 4440 meisjes. Deze scholen hebben een be langrijke opvoedende taak vervuld bij de landelijke jeugd en hebben gro telijks bijgedragen om de principes der coöperatie ingang te doen vinden bij de landbouwers. Deze scholen als ook de leerlingen ontvangen subsidies van de staat. (Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom.) IV. Wij kunnen niet van dit onder werp afstappen, zonder melding te hebben gemaakt van de twee meest gevreesde vijanden van onze weiden, nl. de bodeminsecten en het onkruid. Alhoewel onze boeren stilaan over tuigd beginnen te geraken van de noodzakelijkheid van een goede on- kruidbestrijding, denken ze er in de verste verte nog niet aan de strijc aan te binden tegen de ondergrondse larven, die toch bij millioenen voor komen in onze weiden. Wij hebben nog niet berekend (dat is iets wat aan de hand van zeer nauwkeurige proeven zou moeten gedaan worden) in hoever de onkos ten van een insectenbestrijding op wegen tegen de meerdere opbrengst, die er een gevolg van zal zijn. Maar dat weerhoudt ons toch niet in grote trekken het bijzonderste nopens deze bestrijding mee te delen. Bestrijding der ondergrondse larven. Sommige landbouwers zullen mis schien denken dat deze ondergrondse larven (en hierbij denken wij vooral aan de zo gevreesde ritnaalden of koperwormen) weeral iets nieuws zijn. Zij, die verplicht zijn geweest een weide te scheuren om er akkerland van te maken, zullen u nochtans kun nen vertellen dat de ritnaalden in de weiden voorkomen zo lang deze reeds bestaan. En ze zullen u even eens kunnen vertellen op welke ma nier ze met deze ritnaalden hebben cennis gemaakt. Iedereen weet dat graan en beten, die worden gezaaid op gescheurd weiland, groot gevaar open afgezogen te worden, zoals dat in de volkstaal wordt genoemd. En iedereen weet ook dat het ge vaar na het eerste jaar niet geweken is, maar dat gedurende 4 achtereen volgende jaren steeds de ritnaalden te duchten zijn. En inderdaad talrijk zijn de velden die wij bezochten, waar er een enor me verwoesting was aangericht, zo dat van de oogst omzeggens niets in huis kwam. Welnu, als wij zien dat ritnaalden en andere ondergrondse larven zo talrijk voorkomen op ak kerland, dat afkomstig is van ge scheurde weiden, dan mogen wij verzekerd zijn dat ze evenzeer in onze weiden zelf zitten. Ze zitten daar in ontelbare hoeveelheden, en leven daar ten koste van de graswortels. Op sommige tijdstippen van het jaar, vooral in droge seizoenen als het gras zich niet tijdig van de schade kan herstellen, kan men gemakkelijk zien welke verwoesting de grondin- secten kunnen aanrichten. In Engeland bv. heeft men zich ook bezig gehouden met de bestrij ding van de ritnaalden. Vooreerst werd nagegaan in welke mate deze larven in de weiden voorkomen. Daarvoor nam men stalen uit de aangetaste weiden met een speciale grondboor. Deze stalen van éénzelf de weide werden bijeengenomen en uitgespoeld. Hiervoor giet men de grond op een zeef waarbij met water wordt doorgespoeld, zodat de grond door de zeef wegloopt en de larven op de zeef blijven liggen. Op zulke wijze kan men de larven tellen die in de stalen voorkomen, waardoor het dan ook mogelijk wordt de hoeveel heid larven, die in gans de weide zitten, bij benadering te berekenen. Wanneer bij zulk een onderzoek wordt uitgemaakt dat de ritnaalden in hoeveelheden voorkomen, die ge vaarlijk zijn, dan wordt de bestrijding aangevat. Hiervoor maakt men gebruik van insectenpoeders op basis van hexa- chloorcyclohexaan of 6.6.6., waar o.a. CLOXANE 40 van de beste uitsla gen heeft gegeven. Men gaat als volgt te werk 1) Voor weiden die regelmatig diep geëgd worden hier gaat de osser liggende grond een gemakke- ijker indringen der insectenpoeders toe, zodat kleinere hoeveelheden vol staan om tot het gewenste resultaat te komen. Gemengd met een of an dere draagstof, zoals bv. zand, schei kundige meststoffen (geen kalkachtige) enz. wordt per ha 35 kg Cloxane 40 uitgestrooid. 2) Voor onbewerkte weiden om dat de grond hier over 't algemeen veel vaster aangesloten ligt, is het binnendringen der insecten poeders heel wat moeilijker. Hier zal dan ook een andere methode moeten aange wend worden. Hier lost men het poeder (in dit geval een ander dan Cloxane 40) op in beir. Omwille van het gemakkelijker indringen zal men deze behandeling bij voorkeur toe passen kort na regen. (Zie vei volg 2e bladzijde 2e kolem.) De Koornbloem STICHTER EN BESTUURDER

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1951 | | pagina 1