DE NIEUWE PACHTWET De koolmijnen van Limburg Arbeid adelt Voor en door de Landbouwers AALST 15 SEPTEMBER 1951 Verschijnt iedere Zaterdag 30ste JAARGANG Nr 1476 Abonnementsprijs 60 fr. 's jaars Burelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 242.67, Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. LANDBOUWWEEKBLAD Orgaan der S. M. Redt U Zeiven. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. (4de bijdrage) In onze drie voorgaande bijdragen hebben wij achtereenvolgens de be palingen der nieuwe pachtwet uiteen gezet betreffende 1) de datum waarop de nieuwe pachtwet van kracht is geworden 2) de duur van de nieuwe pachten 3) de duur der lopende pachten 4) de opzegging 5) de verkoop van het verpachte goed 6) de overdracht der pacht en on derverhuring 7) het overlijden van de verpachter 8) het overlijden van de pachter 9) de vrijheid van bebouwing door de pachter. In deze bijdrage zullen wij behan delen X) Nieuwe Gebouwen en Werken. 1) De pachter heeft het recht de gebouwen op te trekken en de wer ken uit te voeren (bvb. aalputten, loodsen, electriciteitsleidingen, enz) die dienstig zijn voor de uitbating van net gepachte goed en beantwoorden aan zijn bestemming. Indien de ver pachter hiervoor zijn schriftelijke toe stemming weigert, kan de pachter aan de vrederechter de machtiging vragen om die gebouwen op te trek ken en de werken uit te voeren. De rechter doet uitspraak na beide par tijen gehoord of behoorlijk opgeroe pen te hebben, desgevallend wint hij het advies in van de Rijkslandbouw- kundige van de streek. De rechter houdt rekening met het belang der werken vergeleken met het belang van het gepachte goed, alsook met hunne noodzakelijkheid voor een goede uitbating waarbij hij ook de economische omstandigheden in aanmerking neemt. Hij bepaalt welke werken geoorloofd zijn en stelt hun maximumkosten vast die niet hoger mogen bedragen dan de lopen de pachtprijs van drie jaar. Na het beëindigen der werken wordt de staat der uitgaven ter begroting of taxatie aan de rechter voorgelegd. 2) Werden de werken uitgevoerd met schriftelijke toestemming van de verpachter of met machtiging van de rechter, dan kan de pachter ze niet wegruimen zonder toestemming van de verpachter. De verpachter kan insgelijks bij het verstrijken van de pacht er de wegruiming niet van vor deren. 3) Werden de werken uitgevoerd zonder schriftelijke toelating van de verpachter of zonder machtiging van de rechter, dan mag de pachter ze op eigen gezag niet wegruimen. De ver pachter kan bij het verstrijken der pacht, naar keuze, de pachter dwin gen tot het wegruimen of de werken behouden tegen een vergoeding te be palen zoals hierna wordt aangeduid. De verpachter moet echter uiterlijk één jaar vóór het verstrijken der pacht zijn besluit dienaangaande per aange tekende brief aan de pachter bete kenen. Indien de verpachter zijn besluit om de werken te behouden binnen deze termijn niet heeft betekend, mag de pachter ze wegruimen. 4) Bij wegruiming is de pachter steeds verplicht de plaatsen te her stellen in de staat waarin hij ze aan getroffen heeft. 5) Indien de werken behouden blij ven, moet de verpachter bij het ver strijken der pacht aan de pachter die de kosten daarvan gedragen heeft de bedongen vergoeding betalen, of bij gebreke aan overeenkomst nopens de vergoeding, de waarde der werken op het tijdstip van het einde der pachtovereenkomst, hierbij gelet op de bestemming van het gepachte goed en met inachtneming van de ouderdom der werken. Zijn de wer ken echter uitgevoerd zonder schrif telijke toestemming van de verpach ter, dan mag de vergoeding het be drag van de lopende pachtprijs van de laatste drie jaar niet overtreffen. 6) Indien de verpachter de kosten betaalt van de gebouwen en werken welke op verzoek van de pachter zijn uitgevoerd, kan de pachtprijs worden verhoogd in de mate overeengeko men tussen de partijen of vastgesteld door de rechter. 7) In geen geval, mag de verpach ter de wegruiming eisen van draine- ringswerken die zonder zijn toestem ming zijn uitgevoerd. 8) Alle bepaling of overeenkomst weike strijdig is met de voorschriften hierboven uiteengezet is zonder waarde. Iedereen zal in de pers uitgebreide verhalen hebben gelezen over de ontdekking van de kolenlagen in de provincie Limburg, 50 jaar geleden, en over de studies en aanhoudende pogingen van geleerden en technie- kers om het zover te krijgen. De radio gaf hieromtrent een wel gelukte voorstelling en we vernamen hoe professor Dumont van de Leu vense Hogeschool hemel en aarde bewoog om belangstelling te wekken en vooral om kapitalen te verzame len die de boringen en het zoeken naar het zwarte goud mogelijk maakten. Ook de dagbladen gaven hierover uitgebreide artikelen en in stoeten en musea kreeg het publiek een klare kijk over dit belangrijk gebeuren. Ja die professor Dumont moet een taaie kerel geweest zijn, een man met idealen en uithoudingsvermogen om het zover te brengen. Die brave ge leerde botste bijna overal op onver schilligheid of op spotternij. Sommige gemeenten weigerden zelfs toelating te geven om proefboringen te doen en de vele vrienden met geld dierven niet meedoen aan deze waaghalzerij en zonden den gelukszoeker wande- XI) Nieuwe Beplantingen. 1) Geen nieuwe beplanting met hoog- of laagstammige fruitbomen of met woudbomen kan geschieden dan krachtens een schriftelijke overeen komst tussen verpachter en pachter. Zie vervolg 2e bladzijde le kolom. en. En toch ging Dumont verder, ge steund door enkele vrienden die meer uit achting als uit winstbejag geld ter zijner beschikking stelden om de vele en dure proeven te doen. Dumont hield koppig vol, stu deerde dag en nacht waar de lagen zouden kunnen liggen, om eindelijk in Juli 1901 tot op de juiste plaats te zijn gekomen. Het was een gejuich zonder einde toen men de zekerheid had dat er kolen waren in Limburgs ondergrond, en deze die geen cent veil hadden om professor Dumont te steunen hieven nog de luidste jubelzangen aan. Dit is niet de eerste maal in de wereld dat grote zoekers en bouwers op onverschil en minachting stuiten. In de geschiedenis komen honderde treffende gebeurtenissen en kan men zien hoe sommige grote uitvinders in armoe en ellende werden gedompeld en dan slechts werden gehoord als het zonneklaar bleek dat ze iets nieuw hadden verwezenlijkt, iets waartoe ze gewoonlijk op eigen kracht en door eigen middelen moesten komen. Een zeer klein voorbeeld hebben we in eigen huis Redt U Zeiven. Wie de stichting van deze ver eniging en hare verdere opkomst kent zal ook weten hoeveel landbou wers afzijdig bleven en de kat uit de boom keken. Mensen met veel centen waren er als de kippen bij om zoveel mogelijk van alle voordelen te genieten, maar ze riskeerden zich geen rode duit. Anderen hebben dit voor hen gedaan en het is met de hulp van deze trouwe en begrijpende leden dat onze vere niging vooruit kwam. Onze eerste leiders stonden zo dikwijls alleen en evenals professor Dumont botste onze Bestuurder bij de stichting en de eerste jaren op on wil, verdachtmakingen en onverschil ligheid. Zelfs op dit ogenblik zijn nog te veel onzer goede leden afzijdig tegenover de vennootschap. Als men bedenkt dat Redt U Zei ven ruim 5000 leden telt en er slechts 398 aandeelhouders zijn, kan men zich een gedacht geven van de onverschil ligheid van vele goede Redt U Zeivers. Ik zeg goede Redt U Zeivers, want het gebeurt meer dat personen fier zijn de medestichters van onze Vereniging te zijn geweest. Wel licht hebben ze reden om fier te zijn, toch vergeten dat ze geen acht heb ben geslagen op de financiële kant van de zaak, en alhoewel goede leden die in volle vertrouwen alles bij hun vennootschap bestellen, toch geen deel hebben in deze machtige en rijke vennootschap die het Redt U Zeiven van heden is. Ik kan het niet anders dan spijtig noemen en ik wil aan deze brave lie den de raad geven bij een eerste ge legenheid eens langs het bureel te komen met een paar brieven van duizend om zich als deelgenoot te la ten inschrijven en werkelijk een vol bloed Redt U Zeiver te worden. We hebben kapitaal genoeg en we zoeken niet achter geld, maar het begrijpend gebaar van de vele leden en symphatisanten zal ons een ge noegen doen, We hoorden en lazen veel over het vinden van kolen in Limburg, we hebben in Aalst ook iets gevonden van groot belang, vooral voorde boe ren, maar ook voor de gemeenschap, we hebben ook onze professor Du mont en zullen niet wachten tot 50 jaar om dat alles te feesten. De Koornbloem

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1951 | | pagina 1