Enkele belangrijke bepalingen der nieuwe militiewet van 15 Juni 1951 Stijn Streuvels 80 Jaar Arbeid adelt Voor en door de Landbouwers De schrijver over boer en land AALST 13 OCTOBER 1951 Verschijnt Iedere Zaterdag 30ste JAARGANG Nr 1480 Abonnementsprijs 60 fr. 's [aars. Burelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 242.67, Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. LANDBOUWWEEKBLAD Orgaan der S. M. Redt U Zeiven. Het overnemen van artikelen zonder aandniding der bron is streng verboden. O. CAUDRON. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Hierna geven wij een beknopt overzicht der bijzonderste bepalingen van de militiewet van 15 Juni 1.1. Te noteren dat we nog wachten op de Koninklijke besluiten behelzende de toepassingsmodaliteiten van sommige bepalingen der wet. alsook de datum waarop de nieuwe wet van kracht wordt. Inmiddels blijft de vorige mili tiewet dus nog in voege. De oproeping voor legerdienst. Voortaan worden de jongelingen op 16 jarige leeftijd voor de wer vingsreserve door het gemeentebe stuur ingeschreven. Vanaf 1 Januari van het jaar waarin ze zeventien jaar worden, maken zij deel uit van de werfreserve. De oproeping zal ge schieden op 19 jarige ouderdom. Een jongeling is dus normaal van de lich ting van het jaar waarin hij 19 jaar wordt. Zoals voorheen dient de aan vraag tot uitstel gedaan aan de ge meentebesturen. De belanghebben den gelieven tijdig de gemeentelijke plakbrieven te raadplegen. De uitstel van legerdienst (art. 10, Vijf achtereenvolgende uitstellen kunnen bekomen worden nl. voor elke lichting genoemd naar de jaren waar in de ingeschrevene de leeftijd be reikt van 19 tot 23 jaar. De aanvra gen van uitstel dienen voortaan g& daan onder opgave van reden. Geldige redenen kunnen worden ingebracht door 1) Kostwinners van vader, moeder of, indien deze overleden zijn, van grootouders of een van beiden of van één of meer verweesde broeders oi: zusters. Volgende voorwaarden dienen te gelijkertijd aanwezig te zijn a) het bedrijfsinkomen ingebracht door de militieplichtige moet onmis baar zijn voor het onderhoud van het gezin b) vader of grootvader moet over leden zijn of 60 jaar oud c) het samengevoegd inkomen van de andere gezinsleden mag niet meer bedragen dan 20.000 fr netto (26.666 fr. bruto). Deze som mag verhoogd worden met één vierde per persoon ten laste. Het in aanmerking te ne men inkomen is dit van het verlopen kalenderjaar, behoudens andere be slissing van de militieraad en even- tpeel hogere militieraad, indien be wezen wordt dat de vermoedelijke inkomsten van het lopend jaar merke lijk lager zijn dan deze van het ver lopen kalenderjaar. 2) weduwnaars met eigen kinderen; 3) zeelieden (officieren, leerlingen, vakbekwame zeelui van de Staats- marine, koopvaardij- en vissersvloot; 4) mijnwerkers en ingenieurs van het mijnkorps 5) zij die een broeder onder de wa pens hebben of wier oudere broeder deel uitmaakt van dezelfde lichting (de jongere heeft hier de voorrang). 6) de eerst opgeroepene uit een ge zin met ten minste 5 kinderen in leven 7) studenten 8) zij die onmisbaar zijn voor het landbouw-, nijverheid- of handelsbe drijf, uitgebaat hetzij voor eigen re kening, hetzij voor deze van hunne ouders I 9) zij die in Kongo of in het buiten land verblijven.' Het verlenen van uitstel. Indien de aanvragen niet te talrijk zijn, worden zij gezamenlijk ingewil ligd. De beslissing wordt door het Staatsblad gepubliceerd, door het gemeentebestuur aangeplakt en ter kennis gebracht van ieder belangheb bende. Wie binnen de 15 dagen na de bekendmaking in het Staatsblad geen kennisgeving ontving, heeft daarna een maand tijd om bezwaar in te dienen bij de Minister van Bin nenlandse Zaken. Het buitengewoon uitstel (art. 11). Na het verstrijken van de wette- ijke termijn voor het aanvragen van uitstel en tot het einde van zijn wer kelijke dienst, kan de milicien, wegens een geval van overlijden, een buiten gewoon uitstel bekomen indien hij comt te verkeren in de eerste of tweede categorie hierboven vermeld voor het gewoon uitstel (kostwinner of weduwnaar met kinderen). De aanvraag dient gestaafd met de no dige bewijzen (overlijdensakte, opga ve der inkomsten zoals voor het ge woon uitstel) en per aangetekend schrijven gericht aan de Goeverneur van de Provincie. Wordt het buiten gewoon uitstel toegekend en wordt de milicien later voor de dienst aan geduid, dan wordt de reeds volbrach te diensttijd aangerekend. (Zie vervolg 2e bladz. Ie kolom Op 3 Oktober 1951 is Stijn Streu vels 80 jaar geworden. Geen enkel Franstalig dagblad in ons land heeft op die dag over die boerenschrijver iets gedrukt. Geen zin Geen woord Volgens mij betekent dat, dat die Streuvels een bijzondere kerel moet zijn. Ofwel iemand van niemendal. Ofwel iemand die een gans volk ver tegenwoordigt dat ook van geen tel is in dit land. Natuurlijk kies ik het laatste en, al zeg ik het zelf, ik heb goed gekozen. Ons Vlaamse volk, onze menskens en boerkens, onze werkers in fabrieken en koolmijnen, in asten en betenvelden, op de oogst- velden in 't Franse en in de rootput- ten van de Leie... dat is een volk van niemendal. Waarom zouden ze dat respekteren En waarom zouden ze een schrijver die dat labeurvolk in al zijn doen en daden, in al zijn wel en wee, heeft beschreven,... waarom zouden ze zo iemand gaan in de bloemkens zetten 1 Hij is toch ook maar een penneprutser van niemen- dalle. Denkt gij dat ook niet Neen Ewel, ik ben met u akkoord. Die tachtigjarige ouderling, met een gezicht gelijk een boer die alle slagen van Ons Heer, van zijn huis- ïouden, van zijn stallingen, van zijn velden, van weer en wind, als strie men heeft voelen neerkomen... ver dient onze hulde, onze waardering en onze volle proficiat. Vooral van ons boeren verdient hij dat. Want Streuvels is iemand uit ons midden en die steeds in ons midden is gebleven, maar vooral iemand die over ons, ons vrouw, ons kinderen, ons knechten en meiden, ons stal- beesten en ons landerijen heeft ge schreven en zó heeft geschreven dat zelf ver over de grenzen de mensen de Vlaamse boer hebben kunnen leren kennen. Een prins is hij voor ons, een boerenprins. Op 3 October 1871 werd hij gebo ren. Dat was te Heule, bij Kortrijk, in West-Vlaanderen. Eigenlijk heet hij Franciscus, Petrus Lateur. Zijn moeder was de bloedeigen zuster van Guido Gezelle, en deze zelf was zijn dooppeter. Zijn vader was kleerma kersbaas. Een kleine burger dus in een boerendorp. Hij ging eerst naar de dorpsschool bij de zusters, trok dan naar de kostschool te Avelgem, maar was het daar gauw beu, want de taallessen bv. die hij daar kreeg waren zó stram en zó houterig en in geen geval afgestemd op de levende volkstaal. Dan maar pasteibakker geworden. Die stiel ging hij te Brugge leren en toen hij 20 jaar was, had hij reeds de leiding van de Avelgemse pasteibak kerij Huis Lateur-Gezelle En de zaak draaide goed. Hij had trouwens een dik receptenboek, waarin de sa menstelling der gebakken opgetekend stonden, hij bouwde een nieuwe, moderne oven. Wat uit die oven kwam, geurde als een festijn en werd als een nieuwigheid... gretig gekocht. Hij leest boeken en bladen, is lid van fanfare en toneelspeler, alles op zijn Avelgems... Maar binst zijn oven aan 't gloeien is, zijn deeg aan 't rij zen en zijn baksel aan 't bruinen, slentert Lateur al de overkant van de straat, leunt tegen de witte muur en tuurt naar de lucht en naar de voor bijgangers, luistert naar de dorpsge luiden en overpeinst dat allemaal als een boerenfilosoof. En toen het tijd schrift De Jonge Vlaming een prijskamp uitschreef, dacht bakker Lateur rond de 25 was hij toen ik ga ook eens proberen. Hij schreef Novemberidylle won en zag zijn eerste proza verschijnen. In 1899 schreef hij zijn heerlijk en onover troffen Lenteleven En hiermee was zijn naam Stijn Streuvels te kende hij gemaakt. Ook de Hol landers verschoten er van. Nu vol gen de boeken elkaar op. Hij is on dertussen naar Ingooigem gaan wo nen en noemde zijn huis Lijster nest Tachtig jaar is hij geworden. Een lange reeks boeken werden over Vlaanderen uitgestrooidZomer land, Dodendans, Dagen, Langs de wegen, Minnehandel, Dorpsgehei men, Openlucht, Stille avonden. De Vlaschaard, t Uitzicht der dingen. Het Leven en de Dood in de Ast, Najaar. Prutske, Kinderzieltje, Kerst- wake, Het Kerstekind, Het glorie rijke Licht, Dorpslucht, De Bomen, Sint Jan, Genoveva van Brabant, Land en Leven in Vlaanderen, Werk mensen, Het Duivelstuig, Prutske's Vertelselboek, Herinneringen uit het verleden, Alma met de vlassen haren, n Oorlogstijd, Beroering over het dorp, Heule, ('Avelgem, Ingooigem... Zie vervolg 6' bladzijde 1kolom. De Koornbloem STICHTER EN BESTUURDER

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1951 | | pagina 1