De Militievergoeding.
Het Kalken van de Weide*
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 24 NOVEMBER 1951.
Verschijnt iedere
ste JAARGANG Nr I486
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst Tel. 242.67
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
O, CAUDRON,
De wet van 9 Juli 1951 (Staatsblad
29 Juli) heeft een vergoeding ingesteld
ten behoeve van de gezinnen van soldij-
trekkende militairen.
Het Koninklijk besluit van 12 Octo
ber 1951 (Stsbl. 14 October) heeft de
voorwaarden en modaliteiten bepaald
waaronder deze vergoeding wordt ver
leend.
Ten behoeve onzer lezers geven wij
hieronder een beknopte samenvatting
van voormelde bepalingen.
I) De militievergoeding.
1) Rechthebbenden
en bedrag der vergoeding.
Hebben in de volgorde hierna aan
spraak op de militievergoeding.
1) De echtgenote van de militair of de
uit de echt gescheiden vrouw, op voor
waarde dat ze een titel bezit die recht
geeft op onderhoudsgeld,
2) bij gebreke van de echtgenote, de
kinderen van de militair die geen 18 jaar
oud zijn of ingevolge ziekte of lichaams
gebreken onbekwaam zijn zelf in hun
onderhoud te voorzien,
3) bij ontstentenis aan echtgenote en
kinderen, de wettige en natuurlijke
broers en zusters van de militair op
voorwaarde dat zij wezen zijn van min
der dan 18 jaar of ingevolge ziekte of
lichaamsgebreken onbekwaam om zeifin
hun onderhoud te voorzien.
De vergoeding voor deze drie cate
gorieën bedraagt
a) 1.500 fr. per maand indien het in
komen van de rechthebbende en van de
militair blijft beneden het minimum vrij
gesteld van bedrijfsbelasting (zie tabel
hieronder),
b) 1.000 fr. per maand als dit inkomen
lager is dan het vrijgesteld minimum
verhoogd met de helft,
4) bij ontstentenis van echtgenote,
kinderen en verweesde broeders of zus
ters die ten laste zijn van de militair, de
ouders van de militair of zijn grootou
ders.
De vergoeding bedraagt hier
a) 1.000 fr. per maand indien het in
komen der ouders of grootouders, ver
hoogd met dat van de militair, beneden
het vrijgesteld minimum blijft,
b) 500 fr. per maand, indien hun inko
men hoger is dan het vrijgesteld mini
mum doch lager dan het minimum ver
hoogd met de helft.
5) bij ontstentenis van alle hierboven
vermelde rechthebbenden, de militair
zelf indien hij wees is.
De vergoeding bedraagt hier 500 fr.
per maand zolang zijn inkomen blijft
onder het van bedrijfsbelasting vrijge
steld minimum.
2) Berekening van het inkomen.
Het inkomen waarvan hierboven
sprake wordt als volgt bepaald
a) voor de loontrekkenden s het loon
van de laatste zes maand vermenigvul
digd met 2 en daarna verminderd met
25 Voor de militair worden enkel
zijn inkomsten tijdens de diensttijd in
aanmerking genomen.
b) voor de andere beroepenhet netto
belastbaar inkcmen van het jaar vóór
het indienen der aanvraag tot vergoe
ding. Bij deze inkomsten met bedrijvig
heid dienen gevoegd
c) het belastbaar bedrag van het jaar
vóór de aanvraag der inkomsten met
onroerende goederen (kadastraal inko
men) en uit belegde kapitalen (interesten
dividenden).
d) de inkomsten van bedrijfsbelasting
vrijgesteld (met uitsluiting der normale
kindertoeslagen) vooraf verminderd met
25 en verworven tijdens het jaar
vóór het indienen der aanvraag.
Eij het bepalen der inkcmsten mag de
controleur der belastingen evenwel re
kening hcuden met de inkcmsten van
het jaar waarin de aanvraag werd in
gediend, indien deze voor de aanvrager
gunstiger zijn (bvb. in geval van vermin
dering van bedrijf, aframe van de be
drijvigheid, enz.).
Hieronder volgt de tabel van de mi
nima vrijgesteld van belasting volgens
de gemeente waarin de aanvrager woon
achtig is en naar gelang het aantal per
sonen te zijnen laste
Het bedrag van het netto-inkomen
van de aanvrager wordt iedere zes
maand opnieuw onderzocht.
3) Tijdperk waarvoor de
militievergoeding en de
bijslagen worden uitgekeerd.
a) voor de echtgenote, de kinderen en
de verweesde broers en zusters, vanaf de
indiensttreding van de militair.
Hierbij dient opgemerkt dat de echt
genote slechts recht heeft op de vergoe
ding vanaf de 7de maandnahaar huwe
lijk met de militair.
II) Dc bijslagen.
De kinderen van de militair en de ver
weesde broers of zusters, indien zij min
der dan 18 jaar oud zijn of door ziekte
of lichaamsgebreken onbekwaam om
zelf in hun onderhoud te voorzien,' heb
ben recht cp de toekenning van een bij
slag waarvan het bedrag gelijk is aan de
kindertoeslag voor het rijkspersoneel,
zelfs indien zij geen recht hebben op de
militievergoeding.
L Zie vervolg 7e bladzijde le kolom.
Enkele tijd geleden hebben wij in ver
schillende opeenvolgende artikels gehan
deld over het onderhcud van de weiden.
En wij spraken daar o.a. ook over de
noodzakelijkheid van regelmatig kalken.
Toch vinden wij het nodig nog eens
speciaal op de bekalking terug te ko
men. En wij hebben daarvoor een ge
gronde reden de ondervinding van alle
dagen heeft ons overduidelijk aange
toond DAT HET MEESTE GRAS
LAND UIT DE STREEK TE ZUUR
IS.
En nu moeten de boeren niet doen
zoals wij onlangs eens in de kerk heb
ben opgemerkt. De pastoor hield een
vlammende preek en hekelde een veel
voorkomend kwaad. En hij haalde daar
bij tal van bijzonderheden aan, zodat
iedereen die de schoen paste zeker niet
moest twijfelen of de preek voor hem
bestemd was. Maar ge meest die gezich
ten eens gezien hebben iedereen zonder
uitzondering zat met het meest onschul
dige gezicht van de wereld naar de pas
toor te kijken, zodat allicht een opper
vlakkige toeschouwer zou menen dat de
pastoor er neven was. Wij weten wel
beter. |i
Neen, beste boeren, als wij u zeggen
dat de weiden over 't algemeen te zuur
zijn, dan moet ge De Kcornbloem
niet terzijde leggen met een gezicht alsof
hetgeen wij nu schrijven niet voor U
bestemd is. Onderzoekt maar eens ern
stig uw boerengewe'ten en als ge meent
dat wij het verkeerd voor hebben, laat
het ons dan maar gerust weten, hoor.
(Maar uw naam cr der uw brief zetten,he?)
Zo kwamen wij onlangs een boer te
gen die ons verzekerde dat zijn weide
niet te zuur kon liggen, vermits het maar
een jaar of twee, drie geleden (op een
jaar kon hij het niet juist zeggen) was,
dat bij overvloedig gekalkt had. Velen
hebben de gewconte van de voorbije
oorlog nog niet afgeleerd en menen,
telkens als ze tegen iemand klappen met
een hoed op, dat ze tegen een contro
leur aan 't praten zijn. Dat was ook hier
het geval, want de boer viel al gauw
door de mand als zijn vrouw zo heel
ronduit zei Mijnheer, dat is iets wat bij
niet kan afleren. En 't ergste van al, hij
gelooft sems zijn eigen verzinsels.'t Moet
zeker van vóór de oorlog geleden zijn
dat er kalk op onze hof is geweest.
In zulke gevallen is het voor ons na
tuurlijk zeer moeilijk met goede raad te
helpen. Wat wilt ge als de boeren zelf
ons scheve dingen vertellen. Wat zoudt
ge zeggen van een zieke, die aan de
maag lijdt, en zijn dokter wijs maakt
dat hij jast heeft van hoofdpijn Daar
zijn er dan nog die durven zeggen die
dokter is een prul, hij kan niet eens uit
vissen dat ik maaglijder ben. Neen, zo
gaat het helemaal niet. In alle geval wij
trapten er niet in en namen op de weide
in kwestie een grondstaal. Uitslagzuur
heidsgraad 4,9 kalkbehoefte 4.000 kg
per hectare.
Ter illustratie halen wij nog een an
der geval aan (wij zouden er trouwens
honderden kunnen vertellen)Een be
paalde landbouwer had zich in ons ma-
gazijn graszaad aangeschaft en kwam
nadien klagen dat het niet deugde. Het
was maar voor de helft uitgekomen.
Het onderzoek, dat wij daarop hebben
ingesteld bracht een zuurheidsgraad aan
het licht van zo maar eventjes 4,6 met
een kalkbehoefte van 5.000 kg per hec-
tare. Dat op zulke grond graszaad niet
kan opkomen kan zelf een schooljongen
j van zijn vingeren aftellen. Gras moet nu
precies niet in azijn worden gezaaid,
I Uit deze twee voorvalletjes blijkt, dat
sommige landbouwers nog ai gemakke
lijk veronderstellen dat hun land in orde
ligt. Niemand kan hen dat verbieden.
Maar nog nooit hebben wij gehoord dat
ze met veronderstellingen goed gras
hebben gewonnen.
Maar keren wij tot onze schapen te-
rug, zegt de Fransman. Hij die nog moet
overtuigd worden van de noodzakelijk
heid van een regelmatige bekalking van
zijn grasland kunnen wij best vergelijken
met iemand die gaat vissen, waar geen
water te vinden is. Zo iemand kan best
zijn pensioen aanvragen en het boeren
overlaten aan hen die weten wat
boeren is.
Nu moet ge echter niet menen dat wij
beweren dat er geen boeren zijn die hun
werk goed doen. Kennen wij de slechte
boeren, wij kennen evengoed de goede.
Onder de talrijke voorbeelden die wij
persoonlijk kennen, halen wij er een uit.
Wij hebben hier voor ons de uitslagen
liggen van de grondontleding van 18
verschillende percelen. Het gaat hier
over percelen van toebehorend aan één
en dezelfde boer.
Wij geven hier een overzicht van de
verschillende zuurheidsgraden van zijn
10 weiden
nummer
z
I
7,8-6,8
II
7,3-6,4
III
6,5-5,4
IV
6,4-5,3
V
7,1-6,3
VI
7,8-6,7
VII
7,8-6,8
VIII
6,7-5,4
IX
6,3-5,1
X
7,1-6,1
zuurheidsgraad (1)
sterk alcalisch
alcalisch en goed
matig zuur
matig zuur
alcalisch en goed
te sterk alcalisch
te sterk alcalisch
matig zuur en goed
matig zuur
alalisch en goed
(Zie vervolg
kalkbehoefte per ha
geen
geen
1.000 kg
1.500 kg
geen
geen
geen
geen
1.500 kg
geen
3de le kolom.)
ivi'.-fiv.1*1-'-'!
UUUl i»M
Koornbloem
fl V
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars.
Handregister Aalst Nr 145.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Nr 1425.93.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.
Categorie der gemeenten
Belastingsplichtigen 3de 2de lste
hebbende ten laste minder van 5.0C0 30.000
dan 5,000 tot 30,000 inwon,
inwoners inwoners en meer
geen enkel familielid 15.000 17.000 22.000
1 familielid 18.COO 20.400 26.000
2 familieleden 21.000 23.800 30.800
3 familieleden 24.000 27.200 35.200
4 familieleden 39.000 42.200 50.200
5 familieleden 59.000 62.200 70.200
6 familieleden 79.000 82.200 90.200
7 familieleden 99.000 102.200 110.200
8 familieleden 119.000 122.200 130.200
9 familieleden 139.000 142.200 150.000
I
-S*