Onze druiventeelt met ondergang bedreigd. Beschouwingen over MOND- EN KLAUWZEER Weekblad Rechtskundige Dienst Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 15 DECEMBER 1951. Verschijnt iedere Zaterdag 30ste JAARGANG Nr 1489 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst Tel. 242.67 Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN O. CAUDRON. Wij leven werkelijk in een tijd van tegenstrijdigheden. Terwijl het ene plan het andere volgt zogezegd om de hin derpalen op te ruimen die het verkeer van mensen en goederen tussen de lan den hinderen denken wij o.m. aan het plan Schumann, het plan Mansholt, het plan Pfimlin terwijl in het kader der Europese Economische Samenwerking beslist werd de invoer van goederen door de Europese landen, aangesloten bij het Marshall-plan voor het grootste gedeelte vrij te geven, terwijl meerdere internationale conferenties werden be legd om de tolrechten te verminderen, terwijl de Europese Betalingsunie werd opgericht om een veelzijdig stelsel van betaling der goederen in te voeren en aldus te komen tot een multilateraal handelsverkeer, zien wij dat de meeste landen in werkelijkheid een eng stelsel van economisch nationalisme en protec tionisme blijven toepassen. Dit stelsel treft doorgaans scherp de producten van hoge kwaliteit die aan de voortbrenger de hoogste inspanning en beroepsvaar digheid vragen. Bij onze tuinbouw bekleedt de drui venteelt een vooraanstaande plaats op gebied van verfijning der cultuur, be roepskennis en aanwending van zeer be langrijke kapitalen tot uitoefening van het bedrijf. Onze druiventeelt werd dan ook se dert de jongste oorlog meermaals op onvoorziene wijze ernstig gestoord in de normale afzet van zijn producten. Om een behoorlijke winst aan onze druiventeelt te verzekeren moet kunnen gerekend worden op een ruime uitvoer naar het buitenland en meer bijzonder naar Engeland, ons traditioneel afzetge bied. Waar vóór de oorlog 2 millioen kg en meer Belgische druiven afzet vonden in Engeland, is deze uitvoer sinds de jongste oorlog van jaar tot jaar afgeno men. Als oorzaken van deze toestand dienen vermeld: vooreerst de verminde ring van de koopkracht van de Engelse doorsnee-verbruiker ingevolge de alge mene verarming voortspruitende uit de oorlog. Deze verminderde koopkracht had tevens een ongunstige weerslag op de prijzen. Hierbij kwamen-dan nog meer maals ernstige verwikkelingen tijdens het volle seizoen ingevolge maatregelen getroffen door de Britse overheden: heizij stopzetting van de uitvoer op be paalde tijdstippen, hetzij vaststelling van maximumprijzen die de uitvoer niet lan ger mogelijk maakten. Zo viel de export dan ook gedurende het seizoen 1949- 1950 op 1.069 C00 kg naar Engeland, hetzij op circa de helft van het vóóroor logs peil. Niettegenstaande gedurende het teelt jaar 1950-51 de uitvoer voor de meeste goederen naar Engeland vrij werd gege ven zonder gebonden te zijn aan maxi mumprijzen of gewicht ingevolge toe passing van het regime van de Open general licence, ging de uitbreiding on zer handelsbetrekkingen met Engeland die uit dit regime voortvloeide niet ge paard met de toeneming van onze drui- venuitvoer. Deze daalde integendeel tijdens het jongste seizoen verder tot 842.000 kg. Alhoewel deze hoeveelheid in verhou ding tot de totale voortbrengst betrek kelijk gering is, was zij toch nog bij machte een ontreddering van de afzet onzer druiven te voorkomen. Nadat Engeland de financiële midde len waarover het beschikt in het kader der Europese Betalingsunie heeft opge bruikt, grotendeels voor de betaling van uitrustingsgoederen en essentiele ver- bruiksgoederen, welke het gedeeltelijk heeft aangewend voor de uitvoering van zijn bewapening, is het voor een aanzienlijk bedrag schuldenaar gewor den bij de Europese Betalingsunie. Van daar dat het onlangs scherpe maatregelen heeft getroffen tot beper- king van zijn invoer, inzonderheid van niet onmisbare goederen, uit de landen van de Europese Betalingsunie. Onze druiven werden insgelijks slachtoffer van deze verder doorgedreven soberheids- politiek. Op 8 November 1.1. werd de uitvoer onzer druiven zonder enige voorafgaande verwittiging stop gezet. Dit was een zeer zware slag voor onze druivenkwekers. De prijzen die verre van gunstig waren ondergingen dan ook spoedig een gevoelige daling. Voor enkele dagen werd eindelijk voor de periode December 1951-Juni 1952 het contingent serre-druiven vast gesteld waarvan de invoer in Engeland zou worden toegestaan. Dit contingent werd bepaald op het uiterst laag cijfer van 25.000 pond sterling of ongeveer 3.750.000 fr. voor België en Nederland samen. Dergelijk contingent betekent prac- tisch een invoerverbod en brengt ern stig het bestaan van onze druiventeelt in gevaar, daar nog duizende kg druiven van de huidige oogst afzet moeten vin den, waarvan de grootste hoeveelheid van de vertraagde cultuur bijzonder ge kweekt werd voor de uitvoer. Onze regering en meer bijzonder de Ministers van de Buitenlandse Handel en van Landbouw hebben dan ook de dringende plicht kordaat op te treden bij de Engelse overheid tot vrijwaring van het bestaan van onze druiventeelt. Zij beschikken hiervoor over het doel treffende middel de uitvoer van Belgisch Zie vervolg onderaan hierneven Er is reeds veel geschreven en nog veel meer gesproken over het mond- en klauwzeer. Ik wil hier enkele beschou wingen ten beste geven uit hetgene een dierenarts zoal ontmoet op zijn wegen, nu deze epidemie over onze gewesten zo een snelle uitbreiding neemt. Er wordt waarheid verteld, maar er wordt nog veel meer gebazeld en on verstandig gepraat ten beste gegeven. Laat ons enkele minuten redeneren. Wat waarheid is. 1) De smetstof van het mond- en klauwzeer wordt overgebracht door de lucht. Nu wij in een periode zijn dat ons klimaat vrij zacht blijft, en vooral dat de lucht verzadigd is met waterdamp zie maar naar de ruiten en de muren waar het vocht afdruipt is het duidelijk dat deze lucht, beladen met ontelbaar zeer kleine waterdampdeeltjes,als overdraag- ster van de smetstof kan fungeren, uit een besmette haard naar een onbesmette. 2) Moest het vriezen, de plaag zou afnemen. Ja, vriezen betekent een tempe ratuur onder nul. Het is bekend dat het virus der plaag zeer weinig koude of vriestemperatuur kan verdragen, ook weinig hitte, ook geen zonlichtwaren op het huidig ogenblik één dezer drie factoren maar aanwezig, het virus zou niet zo smethevig kunnen zijn. Stellen wij niet vast dat alle jaren de hevigste aanvalleil van mond- en klauw zeer beginnen in de maanden Oktober- November Maanden van vochtige lucht, zonder zonlicht met zijn mikro- bendodende ultra-violetstralen, zonder hete dagen en zonder vrieslucht. 2) De plaag komt in de stal, meestal eerst aan het rundvee en pas daarna aan de varkens. Het is een bekend feit dat het virus in het lichaam van de dieren dringt langs de slijmvliezen, en niet langs de huid, die daarvoor veel te dik is. De weg is dus vooral beperkt langs de slijmvliezen van de ademhalingsor ganen, vooral de neusholten en de lon gen (besmette lucht), ofwel langs de slijmvliezen van de muil en het verte ringsstelsel (besmet voedsel). staal, scheikundige producten en ander essentiële goederen die door Engeland gretig worden gekocht, afhankelijk te stellen van een normale afname door dit land van een voldoende hoeveelheid Belgische druiven. Het gaat toch niet op dat de vreemde bij ons enkel de onmisbare goederen zou kopen waarvoor België trouwens overal gemakkelijk afzet kan vinden, terwijl het ons land laat zitten met de afge werkte en verfijnde producten die voor onze economie het grootste belang bie den omdat zij het meest arbeid vergen. Hoe de lucht kan besmet worden en in de stallen dringen, bespraken wij daarjuist. Hoe het voeder wordt besmet Dit kan op verschillende manieren gebeuren. 1) door besmette dieren (in de stal door hoesten op de rapen en de beten in de voederstal) of door aangekocht vee. 2) door besmette melk, vooral aan kalveren en varkens. De meeste jonge dieren hebben melk gedronken der be smette koeien, vooraleer de ziekteteke nen te zien zijn. Ook onvoldoende ge pasteuriseerde, afgeroomde melk der zuivelfabrieken is een bron van besmet ting die niet te onderschatten is. Het reglement verbiedt de melk uit een besmet bedrijf naar de zuivelfabriek te leveren, doch vooraleer de eerste ziektetekenen te zien zijn, verliep er reeds een tijdstip van vijf of zes dagen, dat het dier met mond- en klauwzeer in zijn organisme broeide en de melk infec teerde. 3) door het komen op het bedrijf van personen en dieren die de smetstof pas sief overdragendit wil zeggendie zelf niet aangetast zijn, doch het virus met zich mede dragen. De bijzonderste pas sieve overdragers zijn wel, veekooplie den, geburen die verzwijgen, honden en katten, kiekens, enz... Vele veehouders schuwen, ten on rechte, ook de dierenarts En hier wil ik u een paar staaltjes aanhalen van over dreven benauwdheid Een boer liet zijn vee niet inspuiten met het vaccin tegen de plaag omdat de dierenarts uit andere stallen kwamonbesmet natuurlijk, want wie zal er rapper en sneller de ziekte ontdekt hebben dan deze deskun dige en gespecialiseerde vakmens. Vol gens deze redenering mocht er maar één stal per dag gevaccineerd worden. De zijne EERST natuurlijk. Andere boeren stellen zo lang moge lijk uit bij een of andere ziekte de veearts te roepen. Zo zag ik reeds menige uier ontsteking slepend worden en ongenees baar omdat ze niet in het beginstadium met penicilline was behandeld. Andere nog willen vetvee of rijpe varkens verkopen. (Zie vervolg 2e bladz. Ie kolomt Onze rechtskundige zal zijn zitdag houden op Zondag 16 December, tussen 10 en 12 uur, in het lokaal «De Koornbloem», Grote Markt, Aalst. Deze raadplegingen zijn volle dig kosteloos voor onze leden. Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars. Handregister Aalst Nr 145. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Nr 1425.93. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1951 | | pagina 1