Het wetsvoorstel tot beperking der pachtprijzen Onze Strijd tegen de Modderpoelen. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 19 APRIL 1952. Verschijnt iedere Zaterdag 31ste JAARGANG Nr 1507 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst Tel. 242.67 Lai R Orgaan van de adbouwersvereniging EDT U ZELVEN O. CAUDRON. Bij de Kamer van Volksvertegen woordigers is een wetsvoorstel hangen de ingediend door de Heren Philippart en consoorten dat voor doel heeft een nieuw maximum te bepalen voor de pachtprijzen. Dit voorstel werd onlangs onderzocht door de Kamercommissie voor Landbouw en verslag werd uitge bracht door de Heer Volksvertegen woordiger Couplet. Zoals onze lezers weten, zijn de pachtprijzen door de ministeriële be sluiten van 30 Mei 1945 en 30 Novem ber 1946 nog steeds beperkt tot 140 van hun bedrag in 1939. Zolang het hier besproken wetsvoorstel niet is ge stemd door het parlement en afgekon digd door het Staatsblad blijft dit maximum van kracht. Het wetsvoorstel beoogt de pacht prijs van de landeigendommen van rechtswege te brengen cp tweemaal de pachtprijs of de normale huurwaarde van 1939. Bij gemeen overleg of akkoord tussen partijen (verpachter en pachter) mag de pachtprijs op zelfde grondslagen verhoogd worden tot 2 xk maal de huur prijs of huurwaarde van 1939. Indien de partijen niet tot overeen komst geraken inzake de pachtprijs, kan de vrederechter, indien het verpachte goed bedrijfs- en woongebouwen omvat en indien de billijkheid het vergt, de pachtprijs, op verzoek van de verpach ter, verhogen tot twee en half maa! het bedrag van 1939. Het wetsvoorstel heeft tot uitvoerige bespreking aanleiding gegeven in de schoot van de betrokken Kamercommis sie. Als argumenten ten voordele van het voorstel werden, zoals vermeld door het verslag, aangehaald 1) dat de huidige wettelijke beperking op 140 van pachtprijs in 1939 niet meer wordt nageleefd. Het verslag ver meldt dat veel pachters aannemen en soms voorstellen de pachtprijs boven het wettelijk maximum te verhogen. Zelfs de openbare besturen overtreden de wet. Eigenaars en zelfs de pachters ge ven toe dat het hoog tijd is de wetge ving aan te passen aan de huidige toe stand. 2) dat de werkelijk toegepaste pacht prijzen in het algemeen tweemaal zo hoog zijn als vóór de oorlog. Tot sta ving van dit argument wordt het index cijfer aangehaald gepubliceerd door het Landbouwtijdschrift uitgegeven door het Ministerie van Landbouw betreffen de de ontwikkeling van de pachtprijzen. Waar het tijdperk 1936-1938 ver beeld wordt door het basiscijfer 100, zou de index der pachtprijzen in 1947226,4; in 1948: 234,8; in 1948: 249,6; in 1950: 258,7 en in 1951 278,5 punten bereiken. Naar onze mening is het argument dat de tegenwoordige wet op de pachtprij zen niet wordt nageleefd op zich zelve zwak. Er zijn talrijke wetten die niet of onvoldoende worden geëerbiedigd en welke nochtans worden behouden. Niet tegenstaande de pachtwetgeving aan de pachter een behoorlijke bescherming biedt, kan niet worden ontkend dat deze bescherming niet volledig is en de pach ter de zwakste partij blijft, omdat in ons land er te weinig landbouwgronden zijn opdat de wet van vraag en aanbod in normale voorwaarden een regelende rol zou kunnen spelen. Wij menen dan ook dat enkel motie ven van billijkheid de doorslag mogen geven bij een aanpassing der pachtprij zen aan de huidige toestand. In dit verband worden volgende ar gumenten aangehaald in het verslag der commissie 3) dat de thans toegepaste maximum prijs slechts een werkelijk ontoereikend inkomen verzekert aan de eigenaar of verpachter. In dit verband betoogt bet verslag, dat de huidige maximum- pachtprijs, in dien hij steeds werd toegepast, talrijke bejaarde gewezen landbouwers en klei ne eigenaars, die veelal enkel de op brengst van enige hectaren grond als inkomen hebben,in een benarde toestand zou brengen. In ander gevallen laat hij niet meer toe de gebouwen te onderhou den, waaruit vele veikopingen volgen van landeigendommen welke met het oog op een doeltreffende uitbating veel aan waarde inboeten indien men niet beschikt over een voldoende te bebou wen oppervlakte. 4) dat het onderhoud van de gebouw de landeigendommen thans ten minste 4 maal meer kost dan \óór de oorlog. Deze toestand maakt het onderhoud en de modernisering van de landeigendom men onmogelijk, wanneer de eigenaar zich aan de wettelijke pachtprijs houdt. 5) dat de prijzen der landbcuwpro- ducten ongeveer staan op de coëfficiënt 3,5, terwijl de pachtprijzen enkel de index 1,4 bereiken. Het verslag merkt hierbij aan dat hier een te groot verschil bestaat, wat een onrechtvaardigheid uitmaakt ten opzichte van de eigenaars. Ook dit argument blijkt zwak, zclarg het indexcijfer van de verkoopprijzen der landbouwproducten blijft liggen on der dit der productiekosten. Welnu, cp grond der gegevens van de landbcuw- index opgemaakt door het Departement van Lancbcuw en gepubliceerd door het landbouwtijdschrift van Maart 1952, stellen wij vast dat deindex van de ver koopprijs van de landbouwproducten in (Zie vervolg 2e bladz. Ie kolom). Daar zijn van die dingen, die wij zo danig gewoon zijn te zien, dat wij ze wel eens uit het oog durven te verliezen. Dat overkwam ons een paar weken geleden toen wij in de schone natuur een wandeling gingen doen. En waar is de natuur in het voorjaar het mooist dan op de volle builen? Tot onze schade moesten wij echter alras ondervinden dat wij in plaats van inde schone natuur regelrecht in de modder waren terecht gekomen. En dat bracht ons vcor de zoveelste maal in herinnering de jarenlange strijd, die Redt U Zeiven en ons blad De Koornbloem zonder ophouden hebben gevoerd, ten einde meer bruikbare we gen te krijgen voor onze landelijke ge meenten. Als wij onze neus en onze broekspijpen moeten optrekken als wij cp de buiten willen gaan wandelen, wat moeten onze landbouwers dan zeggen, die er dag in dag uit in moeten werken en ploeteren Honderden malen hebben wij de mid deleeuwse toestanden aangeklaagd en de aandacht van de opeenvolgende rege ringen gevestigd op de erbaimelijke modderpoelen, waaimee onze buitenge meenten gezegend zijn. Het is een echte schande in een tijd als de onze, waar voortdurend gestreefd wordt naar meer menswaardiger toestanden voorde arbeidende klss, dat onze landbouwers in de winter moeten leven in het slijk. Terwijl langs alle kanten wordt gezocht naar meer doelmatige bedrijfsuitbating moeten onze boeren tijden kracht ver spillen cmdat ze bun velden bijna niet kunnen bereiken, doordat de wegen niet voldoende verbard zijn en daardoor in het natte seizoen totaal onbruikbaar. De schande is des te groter, daar er voor het ogenblik honderdduizende mensen zender werk rondlopen, waar ze doel matig zouden kunnen gebruikt worden. Misschien vinden sommigen dat nor maal dat een boer in de modder moet rondscharrelen. Dat hoort immers bij de stiel 1 Maar stel u eens een ogenblik vcor dat in een bepaalde fabriek de ar beiders in zulke smerige voorwaarden zouden moeten werken. Hoelang zou het duren eer een heel dozijn syndikaten er op zouden springen of eer de diensten van het Ministerie van Volksgezond heid de betrokken patroons op de vin gers zouden tikken Of zijn de landbouwers dan nog min der dan de andere arbeiders? Mag voor hen geen menswaardig bestaan worden geëist of moeten zij, zoals op vele andere gebieden, ook weer eens een uitzonde rirg maken Het is een feit dat door de openbare besturen alle aandacht wordt besteec aan de grote wegen. Honderden en nog henderden millioenen worden hier voor uitgegeven om ze te verbeteren en uit te breiden. Wij gaan daarmee akkoord. Ons modern verkeer stelt zijn eisen en daaraan moet worden voldaan. Maar niet alleen zij die per auto hun brood moeten verdienen moet men ter wille zijn, maar ook de boeren, ook al rijden ze met een kar. Wij hebben dan ook redenen te over om de verbetering van onze landwegen te vragen 1) Te pas en te onpas lezen wij dat de productie van de landbouw dient op gevoerd te worden. Men spreekt van te ïoge kostprijzen die veroorzaakt zouden worden door een ondoelmatig werken van onze landbouwers. Men wijst er op, en terecht, dat veel arbeidsuren voor de boer verloren gaan door het zich ver plaatsen van het hof naar zijn land. Als oorzaak wordt hier doorgaans aangege ven dat de percelen veel te ver uit elkaar verwijderd liggen. Maar zelden zal men lezen dat de boer de grootste tijd ver speelt doordat hij slechts met halve kar- revrachten door onberijdbare wegen moeten sukkelen. Wij kennen landwe gen waar op sommige tijden geen enkele boer in staat is een volle karrevracht rapen van zijn veld te krijgen zonder een koppel paarden. Is dat soms geen arbeidsverspilling En heeft dat geen nadelige invloed op het rendement van een boerderij Er wordt veel gesproken over ruil verkaveling. Maar de vcordelen van een ruilverkaveling zijn niet alleen te zoeken in een betere schikking van de percelen, maar eveneens in een doelmatiger en beter aanleggen van landwegen, die de boeren in staat moeten stellen zich snel te verplaatsen. Stel u voor welke ar beidsuren kunnen uitgespaard worden bij het aanvoeren van mest en ale, bij het binnenhalen van de oogst, enz. enz. 2) Wij geloven niet dat er mensen te vinden zijn die zich, dom ga weg, zonder meer tegen een verbetering van onze landwegen zouden verzetten. Meestal schrikt men terug voor de grote kosten, die met zulke verbetering verbonden zijn. Waar dienen de materialen en de arbeidskrachten vandaan gehaald en wie gaat deze betalen Arbeidskrachten iedere buitenge meente kan zich voor het ogenblik ver heugen in het bezit van een hele hoop (vrijwillige of onvrijwillige) renteniers, mensen, die op een ganse dag niets an ders te doen hebben dan op hun sloffen naar het stempelhokje te gaan. Voor onze nationale economie betekent dit groot aantal werklozen een totaal ver lies. Aan deze werklozen wordt een ver goeding toegekend, ze verbruiken heel wat economische goederen, maar bren gen er zelf geen voort. Wij stellen hier dus een zuiver verlies aan goederen vast, waar niemand wat aan heeft. Nu hebben wij er geen bezwaar tegen dat aan deze (Zie vervolg 2' bladzijde 3' kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars. Handregister Aalst Nr 145* Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Nr 1425.93» STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1952 | | pagina 1