Goed bemesten is een Kunst De Joegoslavische boeren niet gediend met de collectivistische uitbating. Weekblad si» Voor en door de Landbouwers w Arbeid adelt o, caudron; ('gr AALST 5 JULI 1952. Verschijnt iedere Zaterdag 31ste JAARGANG Nr 1518 Voor dc Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst Tel. 242.67 Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN In de communistische staten, zoals ook Joegoslavië, is het voornaamste op zet niet alleen de nijverheid doch ook de landbouw onder rechtstreekse leiding van de staat te stellen. Het vrije of in dividuele landbouwbedrijf wordt hetzij brutaal, hetzij geleidelijk opgeheven en vervangen door collectieve landbouw bedrijven waarin de vrije boer gedoemd wordt tot de rol van arbeider in dienst van de staat. Deze hervorming wordt de kleine boer voorgespiegeld als een verbetering van zijn lot en als een nood zakelijkheid tot verhoging van de pro ductie. Na enkele tijd ondervindt de boer evenwel dat men hem luchtkaste len heeft voorgespiegeld en dat hij zijn toestand van vrije landbouwer heeft verspeeld voor deze van arbeidsslaaf in dienst van de staat of van de communis tische partij die de baas is van de staat. Van daar dan ook het openlijk of verdoken verzet der boeren die veelal in het bloed of door verbanning wordt ge smoord. Zoals blijkt uit berichten verstrekt door de correspondent van de Neue Züricher Zeiting te Belgrado aan zijn blad, zijn de Joegoslavische boeren ook in verzet gekomen tegen de collectivisa tie van hun bedrijf en veroorzaakt dit verzet zware zorgen aan Tito. Sedert half-oogst van 1951 zijnde boeren een geleidelijke staking begonnen. De tarwe is op het veld blijven staan, wat heel het teeltplan van rogge, suikerbieten en aardappelen in de war heeft gestuurd. In de late herfst stonden er nog koren schoven op vele akkers. Verschillende landerijen waren nog niet omgeploegd en men vroeg zich af wat er met het wintergraan zou gebeuren. Deze ver zetsbeweging begon in de collectieve landbouwbedrijven die, naar het model van de Russische Sowchozen, door Tito werden opgericht. In 1949 werd een grootscheepse pro paganda gevoerd om de boeren er toe aan te zetten hun particuliere bedrijven om te vormen in gecollectiviseerde land bouwondernemingen, die over moderne uitbatingsmogelijkheden zouden be schikken. Deze actie heeft links en rechts een matig succes gekend, o m. in de vrucht bare viakte van de Wohwodina ten N-W. van Belgrado en in Mace donië. Drie vierden van het land zijn nochtans in handen gebleven van de vrije boeren. Deze hebben zich op hun beurt aangesloten bij het verzet van de gecollectiviseerde landbouwers. De re den van het verzet zijn nochtans in de twee gevallen verschillend. De gecollectiviseerde landbouwers zijn het beu geworden in hun kolchose en wensen opnieuw zelfstandig te gaan boeren. De vrije boeren zijn steeds meer gekant tegen de verplichte leveringen welke hun door de staat worden opge legd. Het gaat hier dus uitsluitend om een econcmisch en sociaal vraagstuk. Dit probleem heeft de Joegoslavische regering in een lastig parket gebracht. Na drie jaar hebben de gecollectiviseer de boeren, die thans voor saboteurs, volksvijanden en fascisten worden ge scholden door de communistische pers, het recht de kolchozen te verlaten, maar, zoals het oorbaar is in een ideaal so cialistisch staatsbestel heeft het recht van de staat de voorrang op de rechten van de enkeling. Tito verklaarde dat het niet de bedoeling was van de staat collectie ve landbouwbedrijven op te richten al leen maar cm de boeren het plezier te gunnen ze af te breken. De collectivise ring van de landbouw is één van de twee pijlers, ging hij verder, waarop de socialistische economie steunt en mag bijgevolg niet afgeschaft of ontwricht worden. De regering heeft dan ook onmiddel lijk maatregelen getroffen om het recht de collectieve bedrijven te verlaten, dat zij aan de boeren had toegekend, in te trekken. De mistevredenen die er toch van doorgaan worden voor de recht bank gedaagd en als saboteurs gestraft. Verder heeft de regering nieuwe credie- ten op korte termijn verleend aan de col lectieve landbouwbedrijven en aan de staatsondernemingen. Deze maatregelen hadden echter een averechtse uitslag. De boeren die voor lopig geen kans zagen om zich uit de collectieve bedrijven terug te trekken, hebben er de spa bij neergelegd. Inde meeste ondernemingen, zelfs in sommige staatsbedrijven waar men op een prijs stijging der landbouwproducten rekende, werden de goederen gestockeerd. De nieuwe credieten dienden dan ook alleen om de lopende kosten te dekken. Hieruit blijkt dat de regering en de leiders der collectieve landbouwbedrijven een ver schillende politiek volgden. Het streven der regering was er op gericht de prijzen der landbouwproduc ten te doen dalen om de staatsfinanciën te saneren en de dinar te redden. De leiders der collectieve bedrijven heeft men echter sedert jaar en dag ingepompt dat hun ondernemingen eindelijk renda bel moeten worden. Deze leiders wer den nu door de hierboven geschetste feiten voor het onverkwikkelijk dilemna gesteld blijven hun bedrijven deficitair dan krijgen zij het verwijt van onbe kwaamheid naar het hoofd. Trachten zij integendeel hun ondernemingen te doen renderen dan worden ze versleten voor woekeraars en sjacheraars. (Zie vervolg onderaan hierneven IV. Het Bodemonderzoek. In voorgaande bijdragen hebben wij er op gewezen dat, behoudens enkele uitzonderingen (bv. de vlinderbloemige planten, die de stikstof uit de lucht kun nen benuttigen) de gewassen hun voed sel in voldcende mate in de grond moe ten aantreffen, willen ze een bevredi gende oogst kunnen geven. De Franse geleerde Dr Alexis Carrel schreef destijds een boek. getiteld De Mens, de onbekende In ons geval hier zouden wij moeten spreken van De grond, de onbekende Want voor de landbouwer is en blijft de grond het eeuwig raadsel. Wij horen soms wel eens beweren Ik bewerk nu deze akker reeds een half mensenleven lang, dus zal ik hem wel kennen. Zulke bewering heeft nog minder waarde als deze van iemand die na 30 jaar getrouwd te zijn durft te beweren dat hij zijn vrouw vol doende kent. Zoals wij vroeger hebben geschreven is een grondige kennis van de voedings toestand onontbeerlijk voor een voorde lige plantenteelt. Door verschillende landbouwdeskundigen zijn dan ook tal van methodes uitgedacht om deze voe dingstoestand te kunnen bepalen. Hier over uitweiden zcu ons echter te ver voeren. Voor onze lezers zullen wij slechts over één manier spreken, de ma nier die in de dagelijkse practijk bruik baar is gebleken, resultaten heeft afge worpen en daarom onze voorkeur ver dient. Deze manier is de scheikundige grondontleding, zoals zij uitgevoerd wordt door de Bodemkundige Dienst van België. Nu wordt wel door sommigen be weerd dat een scheikundige ontleding niet aan haar doel beantwoordt. Ze voe ren aan dat zo 'n ontleding wel kan zeg gen hoeveel voedende bestanddelen in de grond aanwezig zijn, maar dat men daardoor nog niet weet hoeveel erdoor de planten kan van opgenomen worden. Op hun manier hebben ze daarin gelijk. Maar de ondervinding heeft voldoende aangetoond dat de onledingen door de Bcdemkurdige Dienst met het daarbij- De correspondent van de Neue Züri cher Zeitung besluit zijn bijdrage als volgtmen krijgt stilaan de indruk dat de Joegoslavische regering, wat haar landbouwpolitiek betreft, in een laby- rinht van doolwegen is vastgelopen, waarin zij van het ene straatje zonder eind in het andere verloren loopt. Het bewijs is hiermede geleverd dat de staat een even slechte landbouwer is als nijveraar en dat de vooruitgang dient te steunen op het initiatief en de inspan ning van de enkeling tot wier ontwik keling de staat echter het passende kli maat moet scheppen. gevoegde bemestingsadvies, in de prac tijk zeer veel nut aan onze landbouwers hebben bewezen. En dat is meer waard dan een hele hoop droge theorie. Het is trouwens niet zonder reden dat het Ministerie van Landbouw grote toe lagen geeft aan de Bodemkundige Dienst en dat het er langs alle kanten op aandringt dat de boeren van deze instelling een ruim gebruik zouden ma ken. Het is nog niet zo lang geleden dat de Goeverneur van Oost-Vlaanderen aan de burgemeesters een schrijven heeft gericht, waarin hij onder meer schreef Meer en meer wordt de nadruk gelegd op de volstrekte noodzakelijkheid van het bodemonderzoek met het oog op de verhoging van de opbrengsten. Niet alleen het gebrek, doch ook overmaat van bepaalde voedingselemen ten in de grond brengen groeistoornis sen te weeg, wat onvermijdelijk vermin dering, zowel in hoeveelheid als in hoe danigheid tot gevolg heeft. De landbouwer die te zwaar bemest, evenals deze die te karig is bij het toe dienen van meststoffen, heeft er alle be lang bij een juist inzicht te krijgen van de inhoud van zijn grond aan voedings stoffen dit juist inzicht kan hem alleen verschaft worden door de ontleding van de grond. De Provinciale Landbouwkamer, die in de laatste jaren een actie ingezet heeft om de landbouwers te overtuigen van het nut van het bodemkundig onderzoek, is de mening toegedaan dat, voor de be vordering van dit onderzoek, het van bijzonder belang is dat voor iedere ge meente een bevoegde en betrouwbare staalnemer ter beschikking zou staan van de landbouwers, die wensen hun gronden te laten ontleden de landbou wers zelf moeten de staalnemers kennen, waarop zij beroep mogen doen. Hoezeer van staatswege aan deze aangelegenheid aandacht wordt besteed, blijkt ook uit een ongewoon verschijnsel. In Nederland, waar men voor land bouwdoeleinden nogal gauw klaar staat met toelagen, dient de landbouwer zelf de grondontleding volledig te bekosti gen. In België betaalt de landbouwer slechts een gedeelte, dank zij de toelagen van de staat. In Nederland betaalt een landbouwer voor een onderzoek op zuurheidsgraad, humus, potas, fosfoor- zuur 7,05 gulden of 93 belgische franks, terwijl hier in België, waar alles in ver houding tot Nederland merkelijk duur der is, slechts 65 fr. wordt gevraagd. Opdat onze landbouwers op de hoogte zouden zijn van de manier waarop de stalen moeten worden genomen en van de eisen die daaraan worden gesteld, geven wij hier de onderrichtingen, die aan ieder staalnemer bij zijn indiensttre ding worden toegezonden (Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars. Handregister Aalst Nr 145. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Nr 1425.93. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1952 | | pagina 1