1302 - DE GULDENSPORENSLAG - 1952 Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 12 JULI 1952. Verschijnt iedere Zaterdag 31ste JAARGANG Nr 1519 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst Tel. 242.67 Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN O, CAUDRON, 'S "f Het is dit jaar 650 jaar geleden. Een hele tijd En toch, in de lange 650 jaar geschiedenis van Vlaanderen, een ge schiedenis zo bewogen als er wellicht maar weinig landen ter wereld hebben gekend, blijft geen enkel gebeuren met zoveel rechtmatige fierheid in het ge moed van de Vlaming voortleven, als die gedenkwaardige slag van Groeninge aan de boorden van de Leie. Speciaal dit jaar werden 't allenkante grootse feestelijkheden voorzien om deze natio nale hoogdag van 11 Juli bijzondere luister bij te zetten. En niet zonder reden 1 Want 11 Juli 1302 moge voor de Vlamingen dan het symbool zijn van hun voortdurend vech ten om hun vrijheid, nog veel ruimer toch is de draagwijdte van deze over winning geweest. De geschiedschrijvers gaan met elkaar grotendeels akkoord, waar zij verklaren dat de zege van Groeninge de Franse vloedgolf heeft gestuit. Deze vloedgolf bedreigde niet alleen het graafschap Vlaanderen, maar eveneens het hertogdom Brabant, het graafschap Henegouwen, het prinsbis dom Luik, ja zelfs de Noordelijke Ne derlanden. De politiek van de Franse koning Philip de Schone was er immers, koud en stelselmatig op gericht al deze kleine vorstendommen onder de voet te lopen om ze te verenigen onder de Franse kroon. In die tijd maakte men zich dan ook weinig illusies en het was te voor zien dat een overwinning van Frankrijk het einde van de Nederlanden zou heb ben betekend. Want dat er nu nog een Vlaams volk bestaat, dat wij nu nog de Vlaamse tBal spreker, ja zelfs dat er een onafhankelijk België en een zelfstandig Nederland voortbestaat, is wel in grote mate te danken aan de Franse neder laag van 1302. Een geschiedkundig overzicht van de toestanden en gebeurtenissen geven, die destijds hun ontknoping vonden in de Guldensporenslag, is niet zo eenvcudig, aangezien de politieke verhoudingen voor die tijd zeer ingewikkeld waren. Daar was vooreerst de graaf van Vlaanderen Gewijde van Dampierre. Zijn grote en waarschijnlijk zijn enige bekommernis waszijn eigen gezag in Vlaanderen te handhaven en zo moge lijk uit te breiden. Dat was geen gemak kelijke taak. Het hoogtepunt van Vlaan- deien's macht was voorbij met deElzas- sers en de graaf stond tegenover 3 niet te onderschatten tegenstanders. De grootste daarvan was de koning van Frankrijk, waaraan hij met handen en voeten gebonden lag door verschil lende verplichtingen. Deze Franse ko ning droomde er bovendien van bet rijke wingewest Vlaanderen onder zijn onmiddellijke heerschappij te brengen. Ons land was op dat ogenblik misschien wel het rijkste van gans West-Europa. De handel en nijverheid in de grote steden Brugge, Gent en Ieperen brach ten heel wat op aan tol- en belastings gelden. En die waren aan het weelde rige Franse hof meer dan welkom. Als tweede tegenstander had de graaf de Vlaamse steden. In korte tijd waren zij gegroeid van een slaafse landbou wersbevolking tot sterke gemeenschap pen met een zeer intens economisch le ven dat zich uitte in een voor die tijd uitzonderlijke rijkdom. Dat de Franse koningin bij haar bezoek te Brugge ver klaarde Ik dacht hier alleen koningin te zijn, maar hier lopen de koninginnen (rijke poortersvrouwen) met tientallen langs de straat zegt in dit verband ge noeg. Een groep vooraanstaande burgers hadden zich handig van het stadsbestuur meester gemaakt en daarbij de kans ge zien hun ambt erfelijk te maken in de familie, De opkomende ambachten en neringen zagen zich daardoor beroofd hun eigen belangen in het stadsbestuur te behartigen en voelden zich dan ook verongelijkt. Vandaar een ernstige wrij ving tussen deze twee groepen. De graaf, overwegend dat hij er alle belang bij had dat handel en nijverheid bloeiden, (omwille van de inkomsten voor hem), kiest partij voor de am bachtslieden en handelaars en tracht de leidende burgerij uit haar bevoorrechte plaats te krijgen, te meer daar deze een voortdurende bedreiging vormde voor zijn eigen gezag. Dit partij kiezen be zorgde de graaf de bittere vijandschap van de vooraanstaande bevoorrechte burgerij. Ten slotte was er ook nog de mindere adel. Deze was over het land verspreid en leefde aanvankelijk van de inkomsten, die de landerijen hen opbrachten, door tolgelden en belasting die zij hieven in hun domein, en in het ergste geval door roof (uitplunderingen van de handelaars). Doch de vlucht naar de steeds bloei- ender steden, (dit is de eerste ernstige landvlucht, die wij in Vlaanderen mee maken) ontnam aan het land veel van zijn waarde, zodat de landelijke adel verarmde en nog al dikwijls in rijkdom moest onderdoen voor de nijvere poor ters. Aangezien nu de graaf handel en nijverheid beschermde vielen voor de lagere adel ook andere inkomsten weg. Het was hen niet meer of althans minder toegelaten tolgelden te heffen en roof werd streng gestraft. Het is. dan begrij pelijk dat deze mindere adel gretig oor leenden aan de klank van het goud... en deze klank kwam uit Frankrijk. Uit dit overzicht kunnen de vijande lijke kampen gemakkelijk worden afge leid langs de ene kant de graaf met de edelen die aan zijn hof waren verbon den, zijn familieleden (Gewijde van Na men, Willem van Gullik) de edelen die dezelfde belangen hadden (de Zeeuw Jan van Renesse), de verenigde am bachtslieden uit de verschillende Vlaam se steden, de wevers volders, beenhou wers, de Bruggelingen onder de leiding van Pieter de Coninck en de legenda rische Jan Breydel, de weinige Gentena ren onder Jan Borluut. Ten slotte de landlieden, de boeren, die sinds ettelijke jaren de grootste slachtoffers waren ge weest van de woeste rooftcchten van de Franse troepen. Langs de zijde der Fransenhet Franse leger, waarin, volgens tcermali- ge verslagen de bloem van de Franse adel de hogere burgerij uit de Vlaam se steden en de edelen van mindere rang, die de graaf afvallig waren geworden. Deze twee laatste, die omwille van ma teriële belangen tegen hun eigen volk (Zie tettclg 3' bladzijde 1' kolom.)J De oornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven STICHTER EN BESTUURDER j De medewerkers zijn Het overnemen van artikelen zonder Handregister Aalst Nr 145. Nr 1425.93. verantwoordelijk voor hun bijdragen aanduiding der bron is verboden. (Cliché Nieuwsblad) Guldensporengedenkteken op de Groeningekouter te Kortrijk. (Cliché Nieuwsblad) Sfa vuist en voet de vene omtrent I En. gij die God noch ere en kent, ruimt bane. eer. op uw veege bansen de leeuwen dansen I (Guido Gezelle.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1952 | | pagina 1