DE LANDBOUWVOORLICHTING Goed bemesten is een Kunst Weekblad Voor en door de] Landbouwers Arbeid adelt AALST 9 OOGST 1952. Verschijnt iedere Zaterdag 31ste JAARGANG Nr 1523 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst Tel. 242.67 Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN O. CAUDRON. (2de bijdrage) In onze vorige bijdrage hebben wij een kommentaar gewijd aan de bijdrage gepubliceerd door de heer G. Delvaux, bestuurssecretaris bij de Economische Diensten van het Ministerie van Land bouw in het Juninummer 1952 van het Landbouwtijdschrift. In het tweede ge deelte van zijn artikel behandelt de auteur enkele vraagstukken die met de landbouwvoorlichting verband houden namelijk De intellectuele''vorming van de per sonen gelast met de voorlichting. De Heer Delvaux onderzoekt de toe stand in de verschillende landen en komt tot het besluit, dat de landbouwconsu- lenten best een universitaire vorming bezitten om de volgende redenen 1) de landbouw, in de meest uitge breide betekenis van het woord, vergt van deze die de vooruitgang er van wil bevorderen, een uitgebreide kennis van zeer verschillende zaken, inzonderheid wanneer de landbouwvoorlichting de verschillende gebieden bestrijkt welke wij hebben aangeduid in onze vorige bijdrage (biologie, diepgaande technische kennissen, landbouweconomie, handels kennissen, rechtsbegrippen, enz.) 2) de vorming van de landbouwvoor- lichter moet hem in staat stellen de uit slagen van de landbouwkundige opzoe kingen uitgevoerd door gespecialiseerde diensten en laboratoria te begrijpen en uit te leggen 3) de invloed die de landbouwvoor- lichter normaal op de landbouwbevol king zal uitoefenen is inzonderheid in verhouding tot de graad van verstande lijke vorming die hij vroeger heeft ont vangen. Doch een theoretische of boekenge leerdheid volstaat niet, zij dient aange vuld door de practische ervaring. Daar om biedt de practische proeftijd groot belang voor de toekomstige landbouw- consulent. In de Noorse landen en in Zwitserland bv. wordt de proeftijd in de practijk systematisch voorzien en inge richt. In talrijke landen bestaat hij niet en is zulks een ernstige leemte. Deze proeftijd kan verschillende vor men aannemen, o.m. 1) actieve deelneming aan het werk op een landbouwbedrijf gedurende een bepaalde tijd (zes maand of een jaar) 2) verblijf voor 6 maand of meer op een modelhoeve met deelneming aan verschillende werken en proefnemingen 3) deelname aan practische werken speciaal door de Staat georganiseerd voor de toekomstige landbouwconsu- lenten 4) deelname gedurende een of twee jaar, aan de bedrijfsvoering van en aan het werk op een aangenomen hoeve 5) het zich op de hoogte stellen om- trent het practisch hoevewerk onder de leiding van een ervaren landbouwcon- sulent gedurende enkele tijd. Wat wij hierboven zegden omtrent de wenselijkheid ener universitaire vor ming voor de landbouwconsulenten sluit de nuttige rol niet uit van voorlichtings agenten die in de landbouwscholen de vereiste technische vorming hebben ge noten. Denemarken en Nederland, de meest vooruitstrevende landen van Europa op landbouwgebied, doen op ruime schaal beroep op hunne diensten. Zij zijn aangewezen om de landbouw consulenten te helpen bij de uitvoering van hun taak zoals bv. toezicht op teelt- proeven, het verstrekken van inlichtin gen en documentatie aan de landbou wers, toezicht op de staat der teelten, hulp bij bestuurlijk werk der landbouw consulenten, zoals statistieken en tellin gen, enz. Ten slotte kunnen zij belast worden met bijzondere opdrachten waartoe zij door hun gespecialiseerde studiën zijn voorbereid. Zonder de plaats van de consulent met universitaire vorming te kunnen in nemen, kan de helper, die een techische vorming ontving, evenwel een nuttige rol spelen in het algemeen kader van de landbouw voorlichtin g. Welke moet de graad van specialisatie zijn van de landbouwvoorlichters In landen waar de landbouw een be hoorlijke ontwikkeling heeft bereikt, moet naar onze mening de landbouw voorlichting kunnen beschikken over een voldoende aantal landbouwconsu lenten die met nut kunnen geraadpleegd worden over de verschillende vraag stukken die zich stellen voor het land bouwbedrijf. Dit korps van algemene voorlichtingsagenten dient aangevuld door gespecialiseerde krachten wier be voegdheid een welbepaalde bedrijfstak bestrijkt, bv. de tuinbouw met zijn on derscheiden belangrijke teelten, de vee teelt met haar belangrijkste takken, de hoevebouw en aanverwante bedrijvig heden. De graad van specialisatie zal bepaald worden door de landbouwstructuur in de betrokken landen. Dit is ook de zienswijze van de Heer Delvaux die in zijn bijdrage opgave doet van de landen die beroep doen op gespecialiseerde voorlichtingsdiensten. Wij bemerken daaronder Nederland, Denemarken, Oostenrijk, Noorwegen, Zweden. Frans Zwitserland en ook België. Het betreft hier dus landen waar de moderne uitba tingsmethodes een hoog peil hebben be reikt. Nochtans zijn er flink ontwikkel de landen op landbouwgebied die gro tendeels beroep doen op consulenten met algemene bevoegdheid, o m. Duitsland, de Verenigde Staten, Zwitserland (uit- Zle vervolg 6e bladzijde le kolom. VI. Het kalken. In onze voorgaande bijdrage hebben wij een en ander verteld over de manier waarop sommige kalksoorten worden gefabrikeerd. Wij zagen dat hiervoor twee soorten kalkgesteenten worden gebruikt. Ver trekt men van de gewone kalksteen, kalkcarbonaat (CaCOa) genoemd, dan bekomt men door branden de gewone ongebluste kalk. Wordt deze brokken- kalk gemalen zonder vooraf te zijn ge blust dan bekomt men ongebluste kalk in poeder (verpakt in papieren zakken). Wordt de brokkenkalk eerst geblust en dan gezeefd om voldoende fijnheid te bekomen dan krijgt men de gekende landbouwpoederkaik in zakken. Bij de bereiding van de kalk kan men ook uitgaan van de dolomietkalksteen. Maar, zoals wij verder zullen zien, bevat deze dolomietkalksteen, benevens een zekere hoeveelheid CaC03 een aan zienlijk deel aan magnesiumcarbonaat (MqC03). Deze soort kalksteen is dan ook het uitgangspunt voor de fabrikatie van magnesiumkalk. Kalkmergel. De ruwe kalksteen of kalkcarbonaat is nagenoeg in water onoplosbaar en zoals wij hebben gezien dan ook voor de land bouw minder geschikt. Dat belet niet dat deze vorm van kalk verhandeld wordt, natuurlijk aan een zeer lage piijs. Hiervoor wordt de ruwe kalksteen zon der meer gemalen. Wanneer nu een landbouwer op zijn faktuur het geleerde woord kalkcarbonaat leest, met de ver melding van zus en zoveel procent, dan verkeert hij in de mening dat hij zoveel procent waardevolle kalk heeft gekocht, die, de prijs in aanmerking genomen, zeer voordelig komt. Niets is minder waar. Pas later zal hij tot de ontdekking komen dat hij verkeerd heeft gedaan. Het is dus niet overbodig er nogmaals op te wijzen dat de vorm van kalk die voor de landbouw van belang is, de levende kalk is, uitgedrukt in CaO, kalksteen dus, waaruit door het branden het koolzuur (C02) werd verdreven. Magnesiakalk. Zoals wij reeds zegden kan men, bij de fabrikatie van de kalk, ook vertrek ken van de dolomietkalksteen. Zoals de scheikundige formule (CaC03 -j- CaMgOjaanduidt, bestaat deze kalk steen deels uit kalkcarbonaat en deels uit magnesiumcarbonaat. Dit laatste kan een belangrijke hoeveelheid magnesium bevatten, in vele gevallen een zeer nut tig element in de voeding der planten. De fabrikatie van magnesiumkalk ver loopt op dezelfde wijze als deze van de gewone kalk. Wordt de dolomietkalk steen in ovens gebrand, dan verkrijgt men de ongebluste magnesiakalk in brokken, terwijl na blussen en zeven de gekende magnesiapoederkalk ontstaat, die in papieren zakken wordt verkocht. Het past hier dat wij enkele woorden zeggen over de speciale werking van de magnesiakalk, werking waardoor hij in sommige gevallen te verkiezen is boven de gewone kalk. Het is bekend dat magnesium (afge kort Mg) onontbeerlijk is voor de op bouw van het bladgroen in de planten. Mg-gebrek veroorzaakt dan ook bleek zucht of geelzucht, of met een geleerde naam chlorose. In welke gevallen is het gebruik van magnesiakalk aan te be velen 1) Planten met een groot bladgestel (groenten, beten, enz.) zijn zeer dank baar voor een magnesiumbemesting, aangezien Mg een goede invloed heeft op de bladgroenvorming. 2) Zandgronden zijn over 't algemeen arm aan Mg. Hier is het gebruik van Mg-houdende meststoffen, inzonderheid kalk, dan ook aangewezen. 3) Wetenschappelijke onderzoekingen hebben aangetoond dat Mg het weer standsvermogen der aardappelen tegen het gewone poederschurft (rappen) ver hoogt. Vandaar dat men, in geval men verplicht is te kalken op aardappelen, de voorkeur dient te geven aan Mg- kalk. Ten slotte dienen wij hier op te mer ken dat bij de aanwending van Mg-kalk ter verbetering van de structuur van kleigronden deze niet dezelfde gunstige werking heeft dan de gewone kalk. Wat echter de ontzurende kracht van MgO aangaat, deze is groter dan die van kalk in de vorm van CaO, nl. 1,4 maal. Ter verduidelijking maken wij hier de volgende vergelijking Door Redt U Zeiven wordt magne siakalk geleverd met een inhoud van 70% CaO -(-15% MgO. Berekenen wij nu de ontzurende kracht van deze kalk dan komen wij tot volgend cijfer 15 MgO 15 X M 21 ont zurende kracht. Hierbij dient de 70 CaO gevoegd wat in totaal geeft 21 -|— 70 91 ontzurende kracht. Deze stemt dus nagenoeg overeen met de ontzurende kracht van de gewone brokkenkalk die normaal 90 tot 95 CaO ontzurende kracht vertegenwoor digt. Deze sterke ontzurende kracht van Mg dient ook in aanmerking genomen te worden als men de prijs vergelijkt van de gewone zakjeskalk en deze van magnesiakalk. Is deze laatste duurder per 100 kg, zijn inhoud is aanzienlijk rij ker. De prijs van de gewone zakjeskalk in De Koornbloem is 65 fr., dat met een inhoud van 50 CaO. De prijs (Zie vervolg 2e bladz. le kolom De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaare. Handregister Aalst Nr 145. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Nr 1425.93. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1952 | | pagina 1