WEST-EUROPA Goed bemesten is een Kunst Weekblad als afzetgebied voor onze land- en tuinbouwprodukten. Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 23 OOGST 1952. Verschijnt iedere Zaterdag 31ste JAARGANG Nr 1525 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst Tel. 242.67 Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN O. CAUDRON. We schreven het reeds vaak in deze kolommen Onze boeren moeten rui mer denken, verder zien Dit geldt trouwens ook voor onze andere mede burgers. De tijd der onafhankelijke staatjes is voorbij, voorzeker op ekono- misch gebied. De Verenigde Staten alsmede Sovjet- Rusland zijn typische voorbeelden van het samengaan van verschillende landen en staten. Deze tendenz vindt trouwens op land bouwgebied uiting door het plan Mans- holt (Nederland), het Groene Plan (Frankrijk), verslag Eccles, (Straatsburg). Het vraagstuk der inschakeling van onze landbouw in het West-Europees kompleks is sedert maanden gesteld. Het past dan ook dat onze lezers van nu af weten wat hen te wachten staat. West-Europa. In een tijd waar zovele nieuwe woor den en uitdrukkingen dagelijks opduiken past een juiste bepaling meer dan ooit. Vooralsnog beduiden we, in dees ge val, door West-Europa het samengaan van Frankrijk, Italië, West-Duitsland, België, Nederland, Luxemburg. Mis schien komen later Engeland, Spanje, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Zwitserland en Finland er nog bij. Tij delijk echter is hiervan geen sprake en houden we ons dus aan de zes eerst ge noemde landen. We moeten ons noodzakelijkerwijze beperken tot de voortbrengstcijfers zon der ons te bekommeren om oorsprong, kwaliteit, smaak der verbruikers, pro ductiekosten enz... We vergelijken enkel de totale voortbrengst der zes landen met hun verbruik. Van bij de aanvang dienen we reeds vast te stellen dat het samengaan van de Belgische landbouw met deze van de vijf andere landen heel wat meer voor delen en mogelijkheden biedt dan het samengaan van de Belgische landbouw met de Nederlandse. Bovendien is Nederland tussen de zes landen de enigste belangrijke uitvoerder van landbouwprodukten zodat dit land een veel ruimere markt zou vinden... en wij verlost zouden zijn van het groot ge vaar der Nederlandse mededinging en overrompeling Bij het overschouwen der verschillen de produkties moeten we ons natuurlijk beperken tot deze welke van hoofdzake lijk belang zijn in de mensenvoeding. Broodgraangewassen. In algemene regel zijn de zes landen invoerders van broodgraangewassen te vens van andere graangewassen. Vóór het seizoen 1950-1951 (trou wens hebben alle cijfers van deze bij drage betrekking op dit seizoen) voer den de zes genoemde landen 5.819.000 ton tarwe in, waartegen een uitvoer staat van 925.000 ton. Slechts Frankrijk is werkelijk uitvoer ster van tarwe. Het bilan van hare uit voer en invoer sluit inderdaad met 600.000 ton in haar voordeel. Er bestaat verder volstrekt geen ge vaar dat er te veel tarwe in West- Europa zou voortgebracht worden. Frankrijk en de andere vijf landen kun nen dus zeer gerust hunne productie verhogen. Zelfde toestand inzake rogge. Invoer der zes landen 375.000 ton met een uit voer van amper 5.0C0 ton. De grootste invoerders zijn België en Duitsland. Dit laatste land verbruikt per jaar en per hoofd 35,9 kg rogge tegen 62,7 kg tar we. Duitsland is tevens ook de grootste producent van rogge. In verhouding voert België-Luxem burg de grootste hoeveelheid brood graangewassen in. Hoe dan ook blijft de voortbrengst van broodgraangewas sen der zes landen volstrekt onvol doende. g*. Een zelfde toestand doet zich trou wens voor voor andere graangewassen. Zes landen van West- Europa Invoer Uitvoer Gerst 1.414.C00ton 52.CC0 ton Haver 397.COO ton 65.COO ton Maïs 2.191.CC0 ton 75.0C0 ton De éénmaking van de graanvoort- brengst tussen de zes landen kan zonder risico geschieden voor elk der betrok kenen. Principiëel zou Frankrijk mis schien er het best bij varen indien zijn afzetgebied zich moest uitbreiden bij de andere landen. Aardappelen. Hier verandert het beeld totaal. De uitvoer der zes landen 774.CC0 ton is groter dan de invoer, 510.0C0 ton. Dit verschil is echter zeer klein in dien men het vergelijkt met de totale voortbrengst van aardappelen welke 51.507.CC0 ton bereikte. Het vcortbrengstoverschot bedraagt dus amper 0.5 van het totaal. Deze hoeveelheid zou gemakkelijk kunnen ge bruikt worden door het vee ofwel in de nijverheid. Duitsland brengt meer dan 50 van het totaal aardappelen voort. Twee der den echter worden gebruikt in de vee voeding. In Nederland is deze verhou ding nog groter. fca (Zie vervolg 2e bladz. Ie kolom) VIII. De Fosfoorzuurmeststoffen, In vorige bijdragen hebben wij een en ander gezien over de noodzakelijkheid van de fosfoorzuurmeststoffen voor onze gewassen. Wij hebben tevens een in zicht gegeven van de wijze waarop het fosfoorzuur in deze meststoffen voor komt, terwijl wij daarbij een woordje hebben gezegd over hun oplosbaarheid en de manier waarop zij door de bodem worden vastgehouden. Het ogenblik is nu gekomen om een blik te werpen op de fabrikatie van deze meststoffen. Als landbouwer kan men nu zeggen dat die fabrikatie iets is dat alleen de fabrikanten aangaat. Wat een boer hoeft te weten is toch alleen hoe hij die meststoffen moet gebruiken In zekere zin is dat juist, maar toch menen wij dat een goed inzicht zeker geen schade zal doen en daarbij krijgt men een kijk op vele dingen buiten de boerenstiel en dat is ook wat waard. Metaalslakken. Deze meststof, die dcor onze boeren voldoende bekend is, draagt een hele serie namen ijzerslakken, metaalslak ken, slakkenmeel, Thomasmeel, Tho masslakken en Thomasfosfaat. Vanwaar al deze namen komen zal duidelijk wor den na onze uiteenzetting van de fabri katie. Zoals de naam het aanduidt staat de bereiding van metaalslakken in nauw verband met de metaalindustrie. Het ijzer wordt in de natuur niet in zuivere toestand gevonden maar door gaans onder vorm van ijzererts. Door het smelten van ijzererts in de hoogovens wordt het ijzer uit het ijzererts vrijge maakt. Nochtans treft men in smeltijzer of gietijzer nog tal van vreemde stoffen aan. Het is juist door de aanwezigheid van deze vreemde stoffen dat gewoon gietijzer zo broos is en zo gemakkelijk breekt. Een van die onzuiverheden is de fosfoor. Het ligt voor de hand dat de ijzerfa brieken al het mogelijke zullen doen om een methode uit te denken cm die on zuiverheden uit het gietijzer te verwijde ren ten einde taai en sterk metaal te ver krijgen. Zulke methode is dan ook ge vonden en wordt bij de staalbereiding toegepast.i Het is de Engelsman Thomas die deze methode heeft uitgewerkt en het is daar door dat de afvalprodukten van de staal bereiding de naam hebben gekregen van Thomasslakken. Het oprichten van Thomasstaalfa brieken wordt bepaald door de aanwe zigheid in de onmiddellijke nabijheid van de steenkool en van het fosfcorhoudend ijzererts. In werkelijkheid vindt men of steenkool of ijzererts ter plaats, zelden echter beide tegelijk. In België heeft de Thomasstaalindustrie zulke vlucht ge nomen omdat de steenkool overvloedig en de ijzerertsmijnen nog binnen bepaal de afstand te vinden zijn. Het ijzererts bekken van het Groot-Hertogdom Luxemburg en bijzonder het Minetten- gebied (Minette is de naam van een speciaal aan fosfoor zeer rijk ijzererts) van Longwy en Briey in Frankrijk is praktisch onuitputbaar, zodat wij ons in de toekomst over de bevoorrading in metaalslakken zeker geen zorgen zullen moeten maken. Hoe ontstaan nu de Thomasslakken In onze vorige bijdrage hebben wij gezien dat fosfoor in de grond zeer ge makkelijk in verbinding gaat met kalk. Die twee schijnen van elkaar te houden op zulksdanige manier dat ze bijna on vermijdelijk, wanneer ze in eikaars nabij heid komen, in verbinding treden. De verbinding tussen fosfoorzuur en kalk noemden wij kalkfosfaten. Welnu, bij de bereiding van staal zal men kalk brengen in de nabijheid van het fosfoor, deze zullen onder bepaalde omstandigheden met elkaar in het hu welijk treden en zullen op die manier uit het gesmolten ijzer kunnen verwij derd worden. Langs de ene kant zullen wij dus ijzer krijgen dat grotendeels vrij is van fosfoor en langs de andere kant verkrijgen wij, als een afvalprodukt, de verbinding fosfoor-kalk, die de grond stof vormt voor de fabrikatie van me taalslakken. Onlangs waren wij in de gelegenheid een bezoek te brengen aan de staalfa brieken van de A.R.B.E.D. te Belval in Luxemburg, waar wij gans het fabrika- tieproces konden volgen. Het ijzererts wordt samen met cokes (steenkool waar uit het lichtgas is getrokken) en kalk steen in de hoogovens gesmolten. Eer dat ijzer smelt is er vanzelfsprekend heel wat hitte van doen, zodat het er in een staalfabriek wel warm toegaat. De on zuiverheden die meestal in het ijzererts voorkomen, zoals koolstof, kiezel, sili cium, mangaan, fosfoor, enz. verbinden zich zeer gemakkelijk met het ijzer, zodat ze alle in het gesmolten ijzer terecht komen. De broosheid van dit gietijzer, die een gevolg is van al die onzuiverheden wordt in de staalfabrieken weggewerkt. In plaats van het ijzererts te laten stol len wordt het vloeibaar verder bewerkt. In speciale peervormige trommels wordt door het inblazen van lucht de tempera tuur zodanig opgevoerd dat de onzuiver heden zich van het ijzer losmaken en in verbinding treden met de toegevoegde kalk. Deze verbinding drijft op het vloeibare ijzer rond en wordt nadien afgegoten in speciale daarvoor bestemde wagentjes, waar ze langzaam afkoelt. (Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom.) De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars. Handregister Aalst Nr 145. Postcheckr. S, M. Redt U Zeiven Nr 1425.93. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1952 | | pagina 1