Bij de Gemeenteverkiezingen
Goed Plantgoed moet goed
bewaard worden.
Weekblad
Voor cn door de] Landbouwers
Arbeid adelt
Nuttige wenken aan onze landbouwers*
AALST 27 SEPTEMBER 1952.
Verschijnt iedere Zaterdag
31ste JAARGANG Nr 1530
Beheer t Zeebergkaai, 5,
Tel. 242.67
Aalst
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Lai
R
Orgaan van de
ndbouwersvereniging
EDT U ZELVEN
O. CAUDRON.
Indien wij hier dit onderwerp behan
delen is het niet om ons in te laten met
de politiek. Onze vereniging staat boven
en buiten de partijpolitiek en wenst zich
aan deze gedragslijn te houden. Dit be
let ons evenwel niet aan onze leden en
kele nuttige wenken te geven in ver
band met de nakende gemeenteverkie
zingen, omdat een degelijk beheer van
de gemeente van groot belang is voor
onze landbouwers en tuinbouwers. Im
mers de opdrachten en de bevoegdheid
van het gemeentebestuur zijn derwijze
uitgebreid dat zij veel kunnen bijdragen
tot bevordering van de morele en stoffe
lijke welvaart van de landbouwbevol
king. Hoe dikwijls komt het niet voor
op de zitdagen van onze rechtskundige
klachten te moeten aanhoren van onze
leden welke te wijten zijn aan de nalatig
heid en de onbevoegdheid van bepaalde
gemeentebesturen
Waarom gaat het eigenlijk
bij de gemeenteverkiezingen
De gemeenteverkiezingen hebben
voor doel de burgers de mogelijkheid te
bieden door uitoefening van hun stem
recht de personen aan te duiden aan wie
ze het beheer van de gemeente wensen
toe te vertrouwen. Van uitsluitend be
lang is dat deze personen voor deze taak
de vereiste waarborgen bieden van be
kwaamheid, moreel gezag en toewij
ding, niet alleen door het programma
dat zij aan de kiezers voorhouden doch
ook door hun verleden.
Voor nuchterdenkende mensen heeft
het dan ook geen zin de gemeentever
kiezingen af te stemmen op politieke
vraagstukken van algemene aard, zoals
de legerdienst, de repressie enz. of ze te
stellen in het teken van een afkeuring of
goedkeuring van de politiek der rege
ring. Hierover moeten de verkiezingen
voor de wetgevende kamers beslissen en
niet deze voor de gemeente. Alle herrie
en propaganda welke hieromtrent door
de oppositiepartijen wordt gemaakt is
dan ook larie en beoogt enkel verwar
ring te stichten.
Voor onze landbouwers komt het er
op aan het bestuur hunner gemeente toe
te vertrouwen aan bevoegde personen
die open oog hebben voor het welzijn
onzer boerenbevolking. De taak die een
gemeentebestuur met dit doel te vervul
len heeft is immers van zeer groot be
lang. Stippen wij hier enkele van de
voornaamste punten aan.
1) Op gebied der openbare zedelijk
heid kan het gemeentebestuur door het
uitvaardigen van passende politieveror
deningen voorkomen dat dans- en
drankgelegenheden alsook openbare
vermakelijkheden aanleiding geven tot
ergerlijke uitspattingen van openbare
dronkenschap, zedenbederf en ontucht,
en aldus de morele gaafheid bijzonder
van de jeugd beschermen.
2) Op gebied van het onderwijs be
noemt de gemeenteraad het onderwij
zend personeel van de gemeentescholen.
Hij beslist ook over de aanneming van
de vrije scholen of over het verlenen van
toelagen aan deze scholen, Bij de vervul
ing van deze opdrachten dient het ge
meentebestuur er op te waken dat de
uiterst gewichtige taak der opvoeding
van de jeugd toevertrouwd worde aan
flink onderlegde en offervaardige leer
krachten en dat het onderwijs beant
woorde aan de eisen van de christelij
ke zedenleer en levensbeschouwing
welke door onze landelijke bevolking al
gemeen wordt hoog gehouden.
In onze buitengemeenten moet het
lager onderwijs bovendien een landelijk
karakter dragen. Ook moet het gemeen
tebestuur de beroepsontwikkeling onzer
landbouwersjeugd daadwerkelijk steu
nen door bevordering van het naschools
land- en tuinbouwonderwijs, hetzij door
het beschikbaar stellen van lokalen, het
verstrekken van vuur en licht en andere
passende maatregelen.
Ook tegenover de algemene en cultu
rele opleiding van de jeugd mag het
gemeentebestuur niet onverschillig staan.
Het moet deze integendeel aanmoedigen
door passende middelen.
3) Op stoffelijk gebied kunnen de ge
meentebesuren heel wat doen ten voor
dele van onze landbouwbevolking.
Wij halen enkele voorbeelden aan
a) het behoorlijk onderhoud der we
genis, ook van de landbouwwegen die
voor onze land- en tuinbouw van zulk
overwegend belang zijn;
b) het degelijk onderhoud van beken
en grachten, de aanleg en het onderhoud
van de riolering;
c) de verlichting van de wegenis, ook
van de afgelegen wijken ;Z
d) een behoorlijk toezicht op de on
gezonde en hinderlijk nijverheidsonder,
nemingen, inzonderheid op deze die door
gasontsnappingen schade kunnen ver
oorzaken aan planten en aan het vee of
die door bezoedeling van de waterlopen
gevaar opleveren voor mensen en
dieren
e) het reglementeren van de afloop
van mestputten en aalputten over de
openbare weg
f) het verschaffen van gezond drink
water aan de bevolking, ook in de afge
legen wijken;
g) een degelijk toezicht op de uitba-
door de aangenomen electriciteitsmaat-
schappijen teneinde door deze de voor-
(Zie vervolgde bladz. Ie kolom
Ieder landbouwer verlangt de hoogste
opbrengst uit zijn velden te halen. Daar
om heeft hij, toen hij ontdekte, dat hij
met oud plantgoed steeds minder en
minder oogstte, de noodzakelijkheid in
gezien zich telkenjare nieuw plantgoed
aan te schaffen.
Daarbij weet hij zeer goed dat dit ge
keurd plantgoed aanzienlijk meer geld
kost dan gewone eetaardappelen, maar
dat heeft hij er voor over in het bewust
zijn dat de meeruitgave ruimschoots door
grotere opbrengsten wordt vergoed.
Het is daar een kwestie van een visje uit
te smijten om een grote snoek te vangen.
Het is dan ook met genoegen dat wij
vaststellen dat practisch al onze leden
ieder jaar nieuw plantgoed aanschaffen
en zich daardoormeer en meer in schone
oogsten mogen verheugen.
Er is echter iets dat ons minder genoe-
genoegen doet. Een spijtige fout die vele
van ons leden nog begaan, dikwijls zon
der dat zij het zelf weten welke schade
ze zich daardoor berokkenen, een fout
namelijk bij het bewaren.
Daar waar grote bedragen besteed
worden om ieder jaar extra plantaard
appelen te kopen, zou men redelijkerwij
ze mogen verwachten dat er extra zorg
aan zal besteed worden, tenminste toch
meer zorg dan aan de gewone eetaard
appelen. Gelukkige uitzonderingen niet
te na gesproken moeten wij zeggen dat
het bewaren van plantaardappelen zeer
dikwijls te wensen over laat. En dat is
onbegrijpelijk. Eerst wordt er veel geld
besteed om het beste te kopen, in de
overtuiging dat het beste toch maar am
per goed genoeg is om een goede op
brengst te bekomen. Nadien echter laat
men het waardevol en kostelijk plant
goed aan zichzelf over, precies of het
geen waarde meer heeft.
Wij willen onze leden daarom op het
hart drukken dat het niet volstaat prima
plantaardappelen te kopen om een goe
de opbrengst te krijgen, want deze plant-
aardappelen kunnen gedurende hun be
waring veel, heel veel zelfs van hun
waardevolle hoedanigheden verliezen.
Het hangt van de boer af en van de
zorg waarmee hij te werk zal gaan of
dit prima plantgoed prima zal blijven
tot op het ogenblik dat het in de
grond zal gaan, ofwel of het door
een slechte bewaring zodanig van zijn
goede eigerschappen zal hebben verlo
ren dat het maar weinig meer waarde
zal hebben dan eetaardappelen.
Het is bekend dat de Nederlanders
specialisten zijn voor wat plantgoed
aangaat. Waarom zouden wij anders zo
gebrand zijn op Nederlands pootgoed?
Luister dan maar eens wat hun voor
lichtingsdienst over de bewaring weet
te vertellen Ieder landbouwer stelt
zich ten doel de hoogste opbrengst te
behalen. Maar om dit doel te bereiken
kan niet worden volstaan met het aan
kopen van door de Keuringsdienst goed
gekeurd en gelood pootgoed. Ook goede
grondbewerking, bemesting en verple
ging van bet gewas waarborgen nog
geen beste oogst. Dat is eerst pas dan
het geval als al deze factoren samen
gaan met een goéde verzorging en be
waring van het pootgoed.
En de Hollanders kunnen het wetenl
De aardappelplant, die later uit de
plantaardappel zal ontstaan, kan zich
slechts dan krachtig ontwikkelen, wan
neer in de plantaardappel de daarvoor
nodige voedingsstoffen in ruime mate
aanwezig zijn. Wanneer goede planters
afgeleverd zijn, dan zijn ook die voe
dingsstoffen voldoende aanwezig. Gedu
rende de maandenlange bewaring ech
ter moet de landbouwer er over waken
dat geen of toch zo weinig mogelijk van
deze kostbare stoffen uit de plantaard
appel verloren gaan.
Hoe kunnen de voedingsstoffen
gedurende de bewaring
verloren gaan
Wanneer de planters warm bewaard
worden komen ze algauw in leven en
beginnen te schieten. De vorming van
scheuten gaat steeds gepaard met een
verlies aan voedende bestanddelen.
Immers, al wat groeit gebruikt voedsel
en de scheuten gaan alzo onmiddellijk
met het beste uit de aardappel lopen.
Hoe meer en hoe groter scheuten, hoe
groter ook het verlies aan voedende
stoffen en hoe zwakker de planter in de
grond zal worden gestopt. Hoe zwakker
ook de aardappelplant zal opschieten...
en hoe magerder de opbrengst. De be
waring moet er dus op gericht zijn geen
of althans zo weinig mogelijk scheuten
te laten ontstaan.
Hier zullen onze boeren voorzeker in
hun haar krabben met de bedenking dat
zoiets gemakkelijker te zeggen is dan te
doen. Inderdaad het is niet altijd gemak
kelijk, vooral als men er niet speciaal op
ingericht is. En toch, moeilijk of niet,
het moet gebeuren. In Nederland ston
den ze voor een nog grotere moeilijk
heid. Zij immers moeten doorgaans heel
wat groter voorraden plantaardappelen
laten overwinteren. Maar zij hebben
kans gezien zonder merkbaar verlies de
planters te bewaren.
Wil men het ontstaan van scheuten
voorkomen dan dienen de aardappelen
op zulkdanige wijze te worden bewaard
dat alle groeiprocessen stil worden ge
legd. Kunnen wij de aardappel in slaap
laten, schijndood als ge wilt, dan zullen
Zit pervolg 2e bladzijde le kolom.
Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars.
Handregister Aalst Nr 145.
Postche
ckr. S. M. Redt U Zeiven
Nr 1425.93.
STICHTER EN BESTUURDER'j,
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden,