TT" 1 1
BENELUX in het GEDRANG
Nalatigheid die de Boer moet betalen
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
Onze landbouw mag niet het slachtoffer worden*
AALST 11 OCTOBER 1952.
Verschijnt iedere ^aterd3^
31ste JAARGANG Nr 1532
Beheer Zeebergkaai, 5,
Tel. 242.67
Aalst
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Lai
R
Orgaan van de
ndbouwersvereniging
EDT U ZELVEN
O. CAUDRON.
Meerdere nijverheidsfactoren klagen
terecht over de dodende concurrentie
die zij ondergaan vanwege Nederland.
Deze abnormale mededinging vindt
vooral haar oorzaak in het veel lager
loonpeil dat in Nederland wordt toege
past. Dit verschil in lonen bedraagt van
40 tot 50 ten opzichte van de Bel
gische lonen. Nog andere factoren spe
len een rol in de lagere prijzen waartegen
de Nederlandse producten kunnen afge
zet worden op de Belgische markt, nl
het verschil in de prijzen van de kolen
welke ruim 200 fr. per ton bedraagt, de
voordeliger vervoerkosten, het geringer
bedrag der omzetbelasting in Nederland.
Daar aldus de drie belangrijkste elemen
ten (lonen, kolen en vervoer) aanzienlijk
lager liggen in Nederland dan in België,
is het verklaarbaar dat de Nederlandse
producten op onze markt worden aange
boden tegen prijzen die 30 tot 40 lager
zijn dan de soortgelijke Belgische pro
ducten.
Ingevolge het bestaan van de tolunie
tussen Nederland en België, kan deze
abnormale Nederlandse concurrentie
volledig vrij spelen ten nadele van onze
producten.
Het ergste is hierbij nog, dat hoofd
zakelijk de verbruiksgoederen die voor
namelijk in het Vlaamse land worden
vervaardigd het ergst te lijden hebben
onder de Nederlandse concurrentie,
waardoor de werkloosheid die reeds zo
zwaar onze gewesten teistert nog in
sterke mate zal toenemen.
Het is dan ook begrijpelijk en ten
volle gerechtvaardigd, dat de organisa
ties van de industriëlen en van de ar
beiders met klem hebben aangedrongen
bij onze regering tot het treffen van pas
sende maatregelen voor het neutraliseren
van deze ongezonde Nederlandse con
currentie.
Na overleg met de nieuwe Nederland
se regering werd besloten op 14 October
e.k. een interministeriële Beneluxconfe-
rentie te Knokke te houden waar het
probleem zal worden onderzocht.
Onze regering staat ongetwijfeld voor
een zware taak enerzijds de rechtmati
ge belangen van de bedreigde nijverhe
den en van de te werk gestelde arbeiders
vrijwaren en anderzijds de geplande
economische Unie met Nederland niet
prijs geven. Het gaat er om een ernstige
toenadering tot stand te brengen tussen
de economische en de sociale politiek der
twee landen die totaal uiteenlopend zijn
op het gebied van de vorming der prij
zen en de vaststelling der lonen. Dit
verschil nu is zo scherp dat het neerkomt
op het verzoenen van water en vuur.
Wij willen hierop in deze bijdrage niet
nader ingaan. Enkel willen wij met kor-
daatheid stelling nemen tegen de tendenz
die in bepaalde nijverheidsmiddens tot
uiting komt de aftakeling te eisen van
het landbouwprotocol van 9 Mei 1947
waardoor onze landbouw, dank zij het
stelsel der minimumprijzen, voor enkele
belangrijke producten beschermd wordt
tegen een abnormale Nederlandse con
currentie.
Aan dit landbouwprotocol mag vol
strekt niet worden geraakt om de vol
gende redenen
1) Het verschil tussen de lonen in
Nederland en België speelt zowel ten
nadele van onze landbouw als ten na
dele van onze nijverheid. De opheffing
van het landbouwprotocol zou dus enkel
voor gevolg hebben de druk van de
Nederlandse concurrentie evenredig te
verscherpen op onze landbouw in de
zelfde mate als op de bedreigde nijver
heidssectoren. De berekening van be
doelde nijverheidsmiddens is dat het
volledig openstellen van de grens voor
de Nederlandse land- en tuinbouwpro
ducten zal leiden tot een sterke daling
der prijzen van onze landbouwproduc
ten, waardoor het zal mogelijk zijn de
lonen in België te verlagen, vermits
deze gekoppeld zijn aan het indexcijfer
der kleinhandelsprijzen. De Nederlandse
concurrentie zou aldus van de nijverheid
afgewenteld worden op onze landbouw.
Hoeft het gezegd dat deze berekening
getuigt van een ikzucht die totaal in
strijd is met het belang onzer nationale
economie Zij is bovendien verkeerd
om de redenen welke wij hierna samen
vatten
1) Een ineenstorting der landbouw
prijzen welke de oorzaak zou zijn van de
overtollige Nederlandse invoer zou in
hoofdzaak de voortbrenger treffen en
slechts gedeeltelijk en met vertraging de
verbruikers te goede komen. De nijver
heid zou geenszins gediend zijn met de
ondergang of de verarming van onze
land- en tuinbouwers, daar zij aldus een
groot aantal verbruikers op de binnen
landse markt zal verliezen met de daar
uit voortvloeiende inkrimping van haar
verkoop.
Wanneer de binnenlandse productie
van land- en tuinbouwproducten inge
volge de Nederlandse mededinging gro
tendeels zal verminderd zijn, zullen de
prijzen der Nederlandse land- en tuin
bouwproducten naar omhoog gaan, zo
dat de verwachte verlaging der levens
duurte met de daarmede gepaard gaanue
verlaging der lonen weer ongedaan zou
worden gemaakt. Het uiteindelijk gevolg
voor onze nijverheid zal aldus zijn een
aanzienlijke vermindering van de afzet
op de binnenlandse markt door beknot
ting van de koopkracht der landbou-
Zie vervolg 3e bladzijde le kolom.
Al de aardappelen zijn nu uit de grond
en men kan zich nu een gedacht vormen
in hoever de oogst goed is geweest.
Van verschillende gemeenten hebben
wij gehoord dat talrijke velden aangetast
zijn door de aardappelplaag, waarbij
zich een zeer eigenaardig verschijnsel
heeft voorgedaan. Op sommige plaatsen
namelijk schijnt de Kruger merkelijk
meer aangetast te zijn dan de Bintjes,
hoewel het toch algemeen bekend is dat
Bintjes heel wat gevoeliger zijn aan de
plaag.
Hoe moeten wij dit vreemd verschijn
sel verklaren Ons inziens ligt de ver
klaring in het volgende
Zijn de Bintjes meer gevoelig voor de
plaag, dat wil nog niet zeggen dat de
Krugers er tegen bestand zijn. Gedu-
rendé en vooral op het einde van het
groeiseizoen hebben wij verschillende
velden Bintjes gezien (en ook wel gero
ken) die door de plaag waren aangetast,
maar ook ettelijke velden Kruger. Nu is
het normaal zo dat de Bintjes vroeger
dan de Kruger worden gerooid. Ver
schillende partijen werden trouwens uit
gedaan op het ogenblik dat pas de eer
ste verschijnselen van de plaag aan de
bladeren waren op te merken. In zulke
gevallen had de plaag nog niet de kans
gekregen de knollen te bereiken en op
zulke velden hadden de Bintjes dan ook
veel kans^vrij van de plaag uit de grond
te komen. Er zijn natuurlijk], Bintjes ge
weest, die ofwel reeds heel vroeg waren
aangetast, ofwel langer op het veld ge
bleven zijn. Hiervan zullen de aardap
pelen ongetwijfeld aangetast zijn en de
gevolgen zal men in de kuilen wel
merken.
Bij Kruger, die wat later op de velden
is blijven staan en daarbij merkelijk meer
regenweder heeft gekend, hebben de
sporen van de aardappelplaag ruim
schoots gelegenheid gehad tot de grond
en de aardappelen zelf door te dringen.
Bij zulke gevallen is dan voor het ogen
blik zeker nog niet te overzien hoe groot
de schade zal zijn. V^ij weten nochtans
door ondervinding dat aangetaste kui
len soms geweldige verliezen kunnen
veroorzaken.
Men kan zich nu afvragen hoe het
mogelijk is dat onze aardappelvelden
nog de plaag kunnen krijgen nadat zij zo
dikwijls zijn bespoten. Dat is te zien
wat men verstaat door dikwijls. Het is
immers een feit dat vele boeren dit jaar
helemaal niet tegen plaag gespoten heb
ben, in de zalige hoop dat de plaag wel
een oogje toe zou doen als ze voorbij
hun velden zou gaan. Dat is nu eens
echt struisvogelpolitiek. Dat is lijk de
struisvogels met de kop in de grond
gaan staan en met het achterste om
hoog.
Sommigen hebben zich bepaald tot
één keer te spuiten en wel op het ogen
j blik dat ze gespoten hebben tegen de
coloradokever. Nu weet of zou iedereen
moeten weten dat op het ogenblik dat
gespoten wordt tegen de kever, vooral
de eerste keer, er doorgaans nog geen
gevaar is voor plaag. Dit gevaar komt
pas een heel eind verder in het groei
seizoen. Iemand die goed op de hoogte
is van ziektebestrijding kan het gepaste
ogenblik zelf wel vaststellen, maar door
gaans is het nodig dat onze landbouwers
hier op gewezen worden.
Het is daarom wenselijk dat waar
schuwingen zouden uitgezonden worden
per radio bv. waarbij zou gewezen wor
den op de gevaarlijke perioden. Nu we
ten wij wel dat zulks nog niet voldoende
is. Want velen zouden bij dat bericht
wellicht de schouders optrekken en
mompelen praat voor de winkel, of het
hooi moet eerst binnen of ge zoudt wel
te doen hebben met naar die mannen te
luisteren. Maar wij menen wel dat ver
standige mensen daar toch wel naar
zouden handelen. De anderen moeten
dan maar hun plan trekken en de gevol
gen dragen. Ter intensie van deze laat
ste zou de radiospreker als inleiding de
vrome spreuk kunnen gebruiken die
zijn gat verbrandt moet maar op de bla
zen zitten.
Waarom spuiten onze boeren niet
meer of althans te weinig Waarschijn
lijk ligt dat hieraan. Tot vóór enkele
jaren werd aan de bespuiting tegen de
plaag tamelijk veel zorg besteed. Velen
herinneren zich nog de afschrikkende
misoogsten ter oorzake van de aardap
pelplaag. Denk maar even aan de hon
gerjaren uit de tachtigerjaren. Maar
verzorgde bespuitingen hadden de ge
vallen van plaag steeds verminderd, bij
zover dat er slechts sporadisch hier en
daar een veld werd aangetast. Wellicht
denken nu velen dat het gevaar bezwo
ren is en menen op hun lauweren te mo
gen gaan rusten. Dat is zelfbedrog en
menigeen zal het dit jaar reeds onder
vonden hebben.
Wat er ook van zij, in Nederland zijn
ze ongetwijfeld de plaag veel beter de
baas dan wij. Maar dat belet niet dat ze
daar angstvallig verschillende keren
spuiten, en dat op aanraden van de
landbouwvoorlichtingsdienst. Dat brengt
wel aanvullende kosten mee, maar even
goed de zekerheid dat de aardappelen
gezond de bewaarplaatsen ingaan en
dat dus geen verlies aan rotte knollen te
vrezen is. En dat verlies is doorgaans
aanzienlijker dan de kosten van spuiten.
Wij zijn van het princiep dat goede
voorbeelden dienen nagevolgd te wor
den. Wij weten echter niet of onze boe
ren van hetzelfde gedacht zijn.
Rechtskundige Dienst
Onze rechtskundige houdt zijn eerstk.
zitdag op 19 Okt. tussen 10 en 12.30 u.
Deze raadgevingen zijn volledig
kosteloos voor onze leden.
Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaar».
Handregister Aalst Nr 145.
Postche
ckr. S. M. Redt U Zeiven
Nr 1425.93.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden*