De Belgische Zuivelproductie speciaal uit
economisch standpunt beschouwd.
BELASTING OP DE INKOMSTEN
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 22 NOVEMBER 1952.
Verschijnt iedere Zaterdag
31ste JAARGANG Nr 1538
Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
O. CAUDRON-
(lste bijdrage)
Onder deze titel hebben de Heren
Vincent en Vanden Moortel, respec
tievelijk adjunkt- adviseur en bestuurse-
cretaris bij de Economische Diensten van
het Ministerie van Landbouw, een uit
voerige en tevens interessante bijdrage
geschreven in het Landbouwtijdschrift
van October 1952.
Wij wensen de aandacht onzer lezers
te vestigen op sommige gedeelten dezer
lezenswaardige studie, en waar het pas
geeft, een woordje commentaar bij te
voegen. Het eerste hoofdstuk draagt
de hoofding
Het Economisch en Sociaal
Belang van de
Zuivelspeculatie.
De zuivelspeculatie is de belangrijkste
der verschillende takken van onze land
bouw. Vóór de wereldoorlog II telde de
Belgische melkveestapel nagenoeg één
millioen eenheden en de melkproductie
werd geraamd op ongeveer drie milliard
liter.
Op dit ogenblik heeft onze melkvee
stapel practisch opnieuw zijn vooroor
logse belangrijkheid bereikt, maar ten
gevolge van stijging der melkgifte is de
totale melkproductie boven de drie mil
liard liter gestegen.
De zuivelproductie komt op de eerste
plaats onder de Belgische landbouw-
voortbrengsten, zoals blijkt uit de tabel
hieronder, die de waarde aangeeft van
de land- en tuinbouw productie voor het
jaar 1951
222.688
9.651.794
6.024 839
6.763.793
5.384.400
109.567
0,6
25,8
16,1
18,1
14,1
0,3
75,3
Paarden
Rundvee
a) melk
b) vlees
Varkens
Pluimee
Schapen
28.157.081
Ontwikkeling
van 't effectief
van de vee
stapel -j- 761.710 2
Totaal 28.918.791 773
Plantaardige
productie 8.491.211 22,7
Landbouw
productie 37.410.002 100
T uinbouw-
productie 6.318.997
Alg. totaal 43.728.999
De zuivelproductie bereikt dus in
waarde meer dan 9,6 milliard frank, het
zij 25,8 van bet totaal der landbouw
productie (tuinbouw niet inbegrepen).
De zuivelproductie gaat nauw samen
met de productie van rundvlees. Voor
beide samengenomen bedraagt de totale
waarde meer dan 15,6 milliard frank,
hetzij ongeveer 42 van het totaal van
de eigenlijke landbouwvoortbrengst.
Uit sociaal standpunt beschouwd, is
de zuivelproductie eveneens van het
grootste belang, zoals blijkt uit de vol
gende tabel die, voor het jaar 1950, de
verdeling geeft van het aantal uitsluitend
melkkoeien, volgens de uitgestrektheid
der bedrijven waar ze gehouden worden.
Zulks is voorzeker waar voor het
Vlaamse land met zijn landbouwbedrij
ven met geringe oppervlakte.
Bedrijven
Totaal aantal be
drijven waar koeien
gehouden worden
Zonder teelten
minder dan 1 ha
van 1 tot 3 ha
van 3 tot 5 ha
van 5 tot 10 ha
van 10 tot 20 ha
van 20 tot 30 ha
van 30 tot 50 ha
van 50 tot 100 ha
van 100 ha en meer
Totaal
Aantal
24
1.336
71.925
48.230
56.600
31.890
7.668
3.547
1.735
285
223.240
Procent
0,6
32.2
21.6
25,4
14.3
3,4
1,6
0.8
0,1
100,0
Totaal aantal
koeien
Aantal Procent
93
1817
125.508
145.134
264.127
225.664
74.107
43.047
28.204
5.652
913.353
0,2
13.8
15.9
28,9
24,7
8.1
4,7
3,1
0.6
100,0
Gemidd.
aantal
koeien
p. bedrijf
3,9
1.4
1.7
3
4.7
7
9,7
12.1
16.2
19,8
4,1
Het gemiddeld aantal koeien per be
drijf, waar er gehouden worden, is dus
slechts 4.1 en bijna 60 van de melk
koeien verblijven op de bedrijven van
minder dan 10 ha. Dit bewijst tevens
dat de melkveehouderij in hoofdzaak een
familiaal bedrijf is. Zij is insgelijks een
Zie vervolg onderaan hierneven
t Er was een tijd waarin het veel een
voudiger ging voor de vaststelling van
de winst die gedurende een jaar op een
of ander bedrijf verwezenlijkt werd.
Men ging met een bundeltje fakturen
naar een bediende op zitdagof men
vertelde hem hoeveel koeien en varkens
men had en alles was voor mekaar.
Voor een landbouwer is het nu nog
geen al te lastige karwei. Men heeft ons
landeke ingedeeld in eventjes 26 land
bouwstreken, met elk hun eigen winst
per ha, zodat het voor iemand, die deze
winstcijfers bezit een spelletje wordt. Dit
geldt echter slechts voor de gewone
landbouw, want indien men er een ben
de mestvarkens of een paar honderd
hennen bij houdt, wordt men beschouwd
als INTENSIEF KWEKER, en daar
voor zijn geen vaste winstcijfers voor
zien.
De kweker moet in dit geval zijn
winstberekening voorleggen en voor zo
veel mogelijk BEWIJZEN.
Het is me echter totaal onmogelijk in
het bestek van een artikel of zelfs van
een reeks bijdragen de geheimen van een
winsberekening uiteen te zetten, doch
wel kan ik uitleggen wat de kweker
alles moet aantekenen en bewaren om
dan daarmee naar de controleur der be
lastingen of een ernstig fiscaal raadge
ver te gaan, die alles voor elkaar zal
kunnen brengen.
Één ding wil ik echter van in het be
gin voor ogen leggen: WEES RECHT
ZINNIG in wat u verklaart en voorlegt
aan uw RAADGEVER; want dan
alleen kan hij voor u iets goeds doen.
Ik stel me voor bijzonderlijk de winst
berekening in de HENNENTEELT te
behandelen, omdat ik meen dat het bij
onze leden de meest verspreide is, doch
wat ik voorhoud dient even goed voor
varkensteelt of andere gespecialiseerde
bedrijven.
Ontvangsten i
1. Dienen aangetekend, en voor zo
veel mogelijk gestaafd door bewijzen
Verkoop van eiers, hennen, kuikens,
poeljen, haantjes, enz. Wanneer ik
spreek van bewijzen moet men niet da-
dadelijk denken dat alles nu ineens met
fakturen moet gaan. Wanneer er anders
wettelijk geen faktuur vereist was is dat
nu evenmin nodig. Een gewoon briefje,
waarop de koper de berekening ge
maakt heeft, is voldoende. U zet daar de
DATUM op en bewaart het in een
daartoe bestemd schof of omslag.
2. Gebruik voor het eigen gezin. Het
is meestal genoeg de hoeveelheden aan
te tekenen, omdat de marktprijzen op
dat ogenblik wel kunnen nagegaan wor
den, maar wanneer men de prijzen erbij
aantekent zal het achteraf ook veel een
voudiger gaan en veel opzoekingen ver
mijden.
3. Kleinverkoop. Het gebeurt wel in
de meeste bedrijven dat eieren en hen
nen aan geburen en kennissen verkocht
worden. Deze verkopen moeten dus ook
aangetekend, best met aantal en ontvan
gen som.
Uitgaven t
Huurprijs of kadastraal inkomen. De
ze sommen zullen nooit geheel in reke
ning mogen gebracht worden, doch en
kel in zover zij betrekking hebben op de
bedrijfsgebouwen of onroerende goede
ren der waarden gebruikt voor het be
drijf, maar de raadgever zal vlug inzien
welk gedeelte hij mag in aanmerking ne
men. Het kadastraal inkomen staat ver
meld op het aanslagbiljet der grondbe
lasting.
Vuur Alle uitgaven voor verwar
ming der bedrijfslokalen dienen aange
tekend en zo mogelijk met bewijzen ge
wettigd. De uitgaven voor de verwar-
Zie vervolg 2e bladzijde le kolom.
vorm van intensieve uitbating, verschaft
arbeid gedurende gans het jaar, bezorgt
een regelmatig inkomen en is daardoor
een uiterst interessante bedrijvigheid.
Omvang van de melkproductie.
Om deze omvang te schatten steunen
Gemiddelde
1936-38
Aantal melkkoeien 966.000
Gemid. individuele
melkgifte in liter 3.100
(3
Totale productie (in 1.0001.) 2.994.600
(3
Vergeleken met de referentieperiode
1936 38, stellen wij dus een merkelijke
verbetering vast, zowel wat betreft de
hoeveelheid als wat aangaat de kwali
teit. De stijging der gemiddelde produc-
de stellers der bijdrage zich op geraam
de gemiddelde melkgiften per koe en op
de getalsterkte van de melkveestapel.
Onderstaande tabel geeft, voor de
jaren 1936-38 (gemiddelde) 1949, 1950
en 1951, een schatting van de totale
melkproductie.
1949
900.000
1950
950.000
1951
950.000
3.300 3.3C0 3.350
(3.2%) (3,3 o/o) (3,3 o/0)
2.970.000 3.135.000 3.102.500
(3,2 o/0) (3,3 o/o) (3,3
tie per koe bedraagt immers 10 zo
wel wat betreft de hoeveelheid als voor
de hoedanigheid (het vetgehalte).
(Wordt voortgezet).
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
Het overnemen van artikelen zonder
Handregister Aalst Nr 145.
Nr 1425.93.
verantwoordelijk voor hun bijdragen
aanduiding der bron is verboden.
in 1000 fr.
in procent van
de totale land
bouwproductie