HET GROENE PLAN Het Sproeien van Fruitbomen» I Weekblad Rechtskundige Dienst Voor cn door de Landbouwers Arbeid adelt Ontstaan en doeL AALST 11 APRIL 1953. Verschijnt iedere Zaterdag 32ste JAARGANG Nr 1558 Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersverenigin REDT U ZELVEN O. CAUDRON» Het Groene Plan is een der bestand delen van het streven der West-Euro pese landen naar het scheppen van een Verenigd Europa. Op het economisch plan heeft dit streven een gedeeltelijke uitslag bereikt door de oprichting van de Europese Kolen- en Staalgemeenschap welke onlangs haar werking heeft aan gevangen en waarbij de zes landen die deelnemen aan deze gemeenschap nl. Frankrijk, West-Duitsland, Nederland, Italië, België en het Groot Hertogdom Luxemburg zich hebben verbonden een eenheidsmarkt tot stand te brengen voor de twee industriële basisproducten kolen en staal. Op het politiek plan tracht men thans aan dit zelfde streven een concrete vorm te geven door de inrichting van de Europese Defensiegemeenschap welke beoogt een Europees leger tot verdedi ging van West-Europa tegen het com munisme met de hulp en onder de leiding van de Verenigde-Staten van Amerika. Op het politiek plan insgelijks werd de organisatie van de Europese Kolen- en staalgemeenschap (ook genaamd het Schumanplan) als vertrekbasis en kader genomen tot oprichting van een Euro pese Regering en van een Europees Parlement aan dewelke de deelnemende landen een gedeelte van hun soevereini teit of macht zouden overdragen. Het Groene Plan heeft als doel het tot stand brengen ener Europese een heidsmarkt voor land- en tuinbouwpro- dukten. Door eenheidsmarkt dient ver staan het vrije verkeer van of de vrije handel in landbouwproducten op gans het grondgebied der deelnemende lan den. Zulks heeft voor gevolg de af- schaffig der tolrechten en der contingen ten alsook van allerlei beperkingen op de in- en uitvoer der land en tuinbouw- produkten in de betrokken landen. Ontworpen naar het model van het Schumanplan (Europese Kolen- en Staal gemeenschap) zou, in theorie althans, de Europese eenheidsmarkt voor land- bouwprodukten een meer doelmatige, beter gerichte en meer economische productie moeten toelaten. Zij zou de rationalisatie en moderni sering der uitbatingsmethodes bevorde ren alsook een sterker doorgedreven specialisatie der voortbrengst welke de voorwaarden zijn ener hogere producti viteit. Zij zou bijdragen tot een geleide lijke verminde ring van de kostprijs en tot de stabiliteit der verkoopprijzen. Verder zou de landbouwproductie beter kunnen aangepast worden aan de behoeften van voedingsmiddelen der be volking en bijdragen tot de verhoging van de levensstandaard der bevolking wonende op het grondgebied der landen die deelnemen aan de landbouwgemeen- schap. Theoretisch beschouwd is het doel van het Groene plan voorzeker lofwaar- dig. Er blijft echter na te gaan of de voorgestelde methode van organisatie en werking zal leiden tot de uitslagen welke verwacht worden door de voor standers van de uitgebreide planificatie die vervat is in het Groene plan. Wanneer wij de toestand objectief en realistisch beschouwen is er een onmete lijk verschil tussen de productievoor- waarden voor de landbouwproducten en deze voor de kolen en staal, waarvan de organisatie als model wordt genomen. In de landbouw kan men geen vaste vooruitzichten maken wat betreft de omvang der productie omdat deze af hankelijk is van de wisselvalligheden van het klimaat en de natuur. Men kan dien volgens op voorhand geen plannen ma ken tot regeling van de voortbrengst, tot verdeling dezer laatste, noch tot vast stelling of reglementering der prijzen. De voorwaarden der landbouwpro ductie zijn trouwens fundamenteel ver schillend in de landen die bij de land- bouwgemeenschap betrokken worden, o m. in zake klimaat, bodemgesteldheid, enzovoort. In de landbouw spelen de sociale fac toren een merkelijk grotere rol dan in de nijverheidsector kolen en staal. Voor eerst is het aantal voortbrengers in de landbouw onmetelijk groter dan in de kolen- en staalnijverheid en schommelt het procent der actieve bevolking dat zijn bestaan vindt in de landbouw van 15 tot 40 naar gelang de landen die bij het Groene Plan zouden worden be trokken. De landbouwstructuur is ook totaal verschillend in deze landen, o.m. wat be treft de oppervlakte der uitbating, de wijze van bebouwing (gespecialiseerde of gewone teelten). De vakbekwaamheid der land- en tuinbouwers, hun organisa tie of instellingen ter behartiging hunner economische, sociale en technische be langen verschillen grondig van land tot land. De inrichting ener Europese land bouwmarkt welke enkel rekening zou houden met technische en economische factoren of imperatieven zou ongetwij feld een maatschappelijke ontreddering veroorzaken in meerdere landen en blijkt ons hierom niet uitvoerbaar. Zit vervolg 4e bladzijde 4e kolom." Onze rechtskundige zal zijn zitdag houden op Zondag 12 April, tussen 10 en 12,30 uur, in het lokaal De Koornbloem Grote Markt, Aalst. 3 Deze raadplegingen zijn volle dig kosteloos voor onze leden. In een vorige bijdrage kwamen wij na een onderzoek naar de waarde van een winterbespuiting tot het besluit dat deze alleen verantwoord is in enkele, zeer bepaalde omstandigheden. De slagzin de winterbehandeling is de basis van een effectieve insectenbestrijding moe ten wij derhalve als overdreven afwijzen en wij moeten uitzien naar een meer doeltreffende manier van werken. De ondervinding, die door een nauw keurige waarneming werd opgedaan in de opzoekingsstations in ons land heb ben tot het besluit geleid dat de para sieten het voordeligste (voor wat de kosten betreft) en het meest doeltreffend (voor wat de resultaten aangaat) kunnen bestreden worden op het ogenblik dat zij het stadium hebben bereikt, waar ze het meest gevoelig zijn voor een bestrij ding. Het komt er nu op aan, voor iedere fruitsoort en voor iedere parasiet afzon derlijk dit gevoelig stadium vast te stel len, opdat men dan met het gepast: product en op het juiste ogenblik, de bestrijding zou kunnen doorvoeren. Op die wijze is men verzekerd van een maximum doeltreffendheid. De moeilijkheid zit hem echter in het vaststellen van dit gevoelig stadinm. Om dit te begrijpen moet men enig inzicht hebben in de levenscyclus der parasieten. Zoals overal in de natuur krijgen wij ook daar ieder jaar dezelfde cyclus te zien. Evenals de bomen ieder jaar om streeks dezelfde tijd beginnen uit te lopen, in bloei komen en in winterrust gaan, zo kennen ook de parasieten hun regelmatige op- en neergang. Doorgaans loopt de ontwikkeling van een bepaalde parasiet evenwijdig met deze van zijn waardplant (d.i. de plant waar d; parasiet op leeft). Dit verschijn sel heeft men als grondslag genomen voor het opstellen van zogenaamde be- strijdingsschema's. Deze schemas's, in prachtige kleuren gedrukt en dikwijls met mooie foto's aantrekkelijk gemaakt, werden enkele jaren geleden door de fabrikanten en handelaars in sproeistof- fen in massa onder de fruitkwekers ver spreid. In die schema's werd voor ieder groeistadium van de boom de aangepaste bestrijdingsmethode aangegeven. Het was dan voor de doorsneekweker niet zo moeilijk zijn werkprogramma op te stellen. Zo werd bij volledige winterrust een winterbehandeling aanbevolen met car- bolineum, bij het schuiven der botten mocht men deze winterbehandeling nog doen, maar dan met gele kleurstoffen of gele oliën. Vóór de bloei weid een be handeling voorgeschreven, en na de bloei (bv. na het vallen van de kroon- blaadjes) werd weer een andere bespui ting aangeraden, enz. enz. Moeilijk was dat zeker niet. Men kon moeilijk deze schema's mis verstaan. Nauwgezette kwekers hebben zich dan ook aan het avontuur gewaagd en als ze na de bloei reeds aan hun 4de bespui ting toe waren, en daarbij vaststelden dat het hele geval een dure geschiedenis ging worden, troostten zij zich met het gedacht, dat ze nu wel prima fruit zou den oogsten. Zo zijn er genoeg kwekers geweest die tot 7 8 maal aan het spui ten gingen... om dan bij het oogsten vast te stellen dat niettegenstaande de grote kosten en het vele werk het fruit toch aangetast was. Met deze schema's kon het ook moei lijk anders, omdat ze gebaseerd waren op een onjuiste veronderstelling. Er werd immers uitgegaan van de veron derstelling dat de levenscyclus van de boom en van de parasiet volkomen even wijdig aan elkaar verlopen. Men ging uit van de menig dat op een bepaald ogenblik in de ontwikkelig van de fruit boom, bv. vlak na de bloei, een bepaalde parasiet, dan in zijn gevoelig stadium verkeerde. In enkele gevallen was dat wel zo, maar jammer genoeg bleek dat ook zeer dikwijls tamelijk ver uit elkaar te lopen. Want loopt beider ontwikke ling min of meer evenwijdig, toch zijn de faktoren die deze ontwikkeling bepalen bij allebei niet volledig dezelfde. Wij weten allen dat de eerste warm te in het voorjaar de bomen opnieuw tot het leven roept en dat dezelfde warmte ook de slapende parasieten wekt. Maar waar enkele dagen slecht weer het bloeien van een boom niet tegenhouden, kunnen ze wel het verschijnen van een bepaalde parasiet totaal doen afwijken. Het is, zoals in het werkje De voor naamste parasieten van onze fruitbo men wordt geschreven Deze methode is ongetwijfeld niet alleen te eenvoudig opgevat, maar ze is zelfs vals in vele gevallen. Ofwel is het schema onvolledig en dan bestaat het gevaar dat de fruitkweker zeer on- aangename verrassingen oploopt, of- wel zal het volledig zijn en dan dienen er minstens 20 behandelingen vermeld te worden, zodat het probleem voor een beginneling onmiddellijk belache- lijk wordt. Wij beweren nochtans niet dat een sproeischema totaal nutteloos is. Neen, het heeft zijn waarde om aan de totale onwetendheid van sommige kwekers iets te verbeterenhet is de eerste stap, niet om de toestand te n redden, maar om de fruitkweker te leiden naar de goede weg Voor iemand die met de levensge woonten van de parasieten vertrouwd is, moet het duidelijk zijn dat de fiktoren die hun ontwikkeling bepalen niet altijd dezelfde zijn als deze die de ontwikkeling van de waardplant beïnvloeden. Bene vens de invloeden die op allebei even sterk inwerken kent men er andere die het evenwicht verstoren. Nemen wij bv. de aardappelbloesem- snuitkever. Wanneer de stand van een appelaar zou laten veronderstellen dat de kever zou aanwezig zijn dan kan deze (Zie vervolg 2e bladz. Ie kolom De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars. Postcheckr, S. M, Redt U Zeiven STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn Het overnemen van artikelen zonder Handregister Aalst Nr 145. Nr 1425.93. verantwoordelijk voor hun bijdragen aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1953 | | pagina 1