De landbouwpolitiek van de nieuwe Amerikaanse Regering. De Deense Landbouw» Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 25 APRIL 1953. Verschijnt iedere Zaterdag 32ste JAARGANG Nr 1560 Beheer Zeebergkaai, 5, Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN O. CAUDRON. Bij de jongste presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten hebben de lei ders der twee partijen (Republikeinen en Democraten) naar de gunst van de boeren om het meest gedongen door hun de belofte te doen het bestaande stelsel van de landbouwpolitiek te zullen handhaven en uit te werken. Tijdens de verkiezingscampagne heb ben Eisenhower en andere vooraan staande mannen van de republikeinse partij zich uitgesproken voor de voor lopige handhaving van de starre prijs steun van de basisproducten in de land bouw. De landbouw wet van 1949 behelst het systeem van de beweegbare prijs steun, waardoor de regering gemachtigd is voor ieder jaar de steunprijzen voor de landbouwproducten vast te stellen binnen zekere procentuele verhoudingen van de richtprijs of pariteitsprijs. Deze pariteitsprijzen worden aan de hand van bepaalde indexcijfers door het Ministerie van Landbouw opgesteld. De regering zou dan bij de bepaling van de steun prijzen de verschillende marktfactoren in aanmerking kunnen nemen en de land- bouwvoortbrengst binnen zekere gren zen kunnen aanmoedigen of beperken. Kort vóór de verkiezingen nam het Congres, met instemming van de repu blikeinen en democraten, echter een wet aan, welke de regering verplichtte voor de zes basisproducten nl. tarwe, mais, rijst, grondnoten, katoen en tabak de steunprijs tot eind 1954 op 90 °/0 van de pariteit te houden. Het gevaar van deze methode is, dat ze een zekere mate van overproductie in de hand werkt. Ook de nieuwe regering heeft zich verplicht deze starre steun tot 1954 te handhaven. Zij heeft aldus nog de tijd om zich te bezin nen op een herziening van de land bouwpolitiek. President Eisenhower heeft reeds vóór de overdracht van de regering een commissie benoemd om de hiertoe vereiste aanbevelingen te doen. Voorzitter is William Myers die als voorstander ener elastische prijssteun- politiek bekend staat. De daling van het landbouwinkomen. De toestand waarvoor de nieuwe Minister van Landbouw Benson zich geplaatst ziet wordt gekenmeikt door een voortdurende daling van de prijzen der landbouwproducten en een dalende opbrengst of rentabiliteit. De landbouw heeft in het afgelopen jaar geen even redig deel in de welvaart kunnen ver werven. Vooral cte tweede helft van 1952 werd gekenmerkt door een enigs zins lager inkomen van de boeren tenge volge van dalende prijzen tegenover met noemenswaardig veranderde voort- brengstkesten, en zulks ondanks goede oogsten en een aanzienlijke productie in de sector van de veeteelt. Volgens voor lopige schattingen is bet netto inkomen van de boer in 1952 met ongeveer 5 th. gedaald beneden dat van het vorige jaar en een wending ten goede mag niet worden verwacht in de naaste toekomst. De uitvoer van landbouwproducten daalt belangrijk, o.a. van tarwe en ka toen. De teruggang is onder meer het gevolg van het herstel van de landbouw in de verbruikslanden, de beperking van de Amerikaanse hulp aan het bui- tenlard en de verschuiving van de invoer uit de Verenigde Staten naar niet dol lar- landen. De uitvoer van landbouwproducten wordt door velen inde Verenigde Staten als een zeer belangrijke kwestie be schouwd. De productie van katoen, ta bak, tarwe, reuzel, verse en gedroogde vruchten kan enkel dan op het tegen woordig peil worden gehouden als het gelukt 25 tot 30 van de productie uit te voeren. Een van de belangrijkste organisaties van de landbouwers, de Farm Bureau Federation, heeft daarom gewezen op de noodzakelijkheid van een liberalise ring van de Amerikaanse handelspoli tiek. De stijging van de steunultgaven. Tengevolge de hoger geschetste prijs ontwikkeling heeft de steun aan de prij zen verleend door de regering een grotere omvang aangenomen. Dit komt tot uitdrukking in de toeneming van de hoeveelheden tarwe en katoen, welke bij de Comodity Credit Corporation wer den beleend Het meeste hoofdbreken kost thans de prijssteun van koter a's gevolg van de afzetcrisis van dit product. Van 30 No vember 1952 tot 20 Januari 1953 bad de regering ter ondersteuning van de bo- terpiijs reeds ongeveer 37,3 millioen pounds aargekccht, ter waarde van 25 miliicen dollar en aan het eind van Ja nuari bedroeg de aankoop van de rege ring per dag zelfs circa één mi lioen pourd. Gevreesd werd, dat einde Maart 1953 100 miliicen pounds ge steunde boter in voorraad zou zijn. De nieuwe minister van Landbouw heeft orlangs beslist, dat de steur prijs, die op het ogenblik 90 van de pari teit bedraagt, voor een jaar gehand haafd zal blijven, hoewel hij bevoegd was een s eunprijs tussen 75 en 90 te geven. Hieruit b ijkt dat Minister Ben son niet de bedoeling beeft cp korte ter mijn ingrijpende wijzigingen te brengen in de Amerikaanse landbouwpolitiek. Er is een tijd geweest dat de pioniers van de vooruitgang op landbouwgebied ten onzent, volgaarne Denemarken als voorbeeld stelden. Inderdaad bleek er in dit klein landeken heel wat te leren zowel op maatschappelijk, organisato risch als technisch gebied. De beide oorlogen hebben deze tendenz eerder tegengewerkt. In het Vlaamse land bijzonder zijn al te velen zich gaan blind kijken op Nederland met al de nadelen aan deze eenzijdigheid verbonden. Ook thans nog kan het voor ons allen interes sant zijn even na te zien water geschiedt in dit Skandinavisch land waarvan vele omstandigheden en toestanden gelijkenis vertonen met de onze. De aard zijner werkzaamheden heeft schrijver dezes verplicht er een zestal weken te verblijven. Wat we mededelen zijn dus eigen ervaringen, desgevallend getoetst en aangevuld met getallen welke we aan officiële gegevens ontleenden. Totale volledigheid beogen is een onmo gelijkheid. Veeleer zullen we ons beper ken tot al wat het belangrijkste lijkt voor onze landbouwers. Willen we allereerst ons geheugen verfrissen en even nadenken, met het boek van aardrijkskunde uit de school voor ogen, waar Denemarken ligt. Kijkt even dichter bij. Dan stelt U vast dat Denemarken hoofdzakelijk be staat uit een schiereiland. Jutland en 491 eilanden waarvan de twee bijzondersten zijn Fionië en Seeland met als hoofdstad Kopenhagen. <4 De totale oppervlakte van het land bedraagt 42 932 vierkante kilometer waarvan 74,4 hetzij 3.200.000 hek- taar besteed aan landbouwgrond en 8,1 °/o ingenomen door bossen. De bevolking bedraagt 4.045 000 inwoners waarvan 967.413 boeren hetzij dus bijna een vierde. Deze cijfers zullen U heel wat meer belangstelling inboezemen als we U zeg gen dat de totale landbouwoppervlakte de helft groter is dan bij ons. Inderdaad bebouwt Denemarken 3 200.000 hektaar en België amper 2 000.000. Zeer belangwekkend is de versprei ding der hoeven en hunne gemiddelde oppervlakte in beide landen te verge lijken. DENEMARKEN BELGIË Oppervlakte Aantal hoeven Oppervlakte Aantal hoeven in ha in ha 0,5 tot 10 101.573 1 tot 10 251.225 10 tot 30 80.136 10 tot 30 34.892 30 tot 60 21 906 30 tot 50 2.026 60 tot 120 3534 50 tot 100 2.024 120 en meer 996 100 en meer 464 208 147 292 263 Zetten we deze getallen in verstaan bare taal om dan stellen we vast 1. Dat België met een totale opper vlakte landbouwgrond welke 50 °/0 kleiner is dan deze van Denemarken ongeveer 84 000 boeven meer telt. 2. Dat het aantal kleine hoeven, dit ziin dezen van minder dan 10 ha, bij ons 150 000 meer bedraagt dan in Dene marken. 3. Dat het aantal hoeven van meer dan 1C0 ha minstens tweemaal zo groot is in Denemarken als ten onzent. 4. Het aantal hoeven van meer dan 10 ha bedraagt in Denemarken: 1C6.572; in België 40 938. Zulke cijfers moeten ons meer dan gewoon deen nadenken. Hoevele bedrij ven zijn ten onzent niet gezakt beneden de ekonomische rentabiliteitsgrens Ligt hier weer niet het bewijs dat in België de versnippering der hofsteden tot in het krankzinnige toe gegaan is. (We laten de versnippering der percelen nog buiten beschouwing). En toch gaat de ruilveikaveling niet vooruit Moeten nog enkele duizenden boeren het leger der werklozen in de stad gaan vervoegen eer men tot verwezenlijkingen komt Keren we terug tot Denemarken. De verdeling van de Deense land bouwgrond tussen de verschillende teel ten ziet er als volgt uit graangewassen: 41.9 °/0 knol- en wortelgewassen 17,1 37,9% weiden en 3,1 °/o verschillende min belangrijke teelten. Inzake weiden is het bijzonder opval lend dat 58,9 °/o hiervan gewoonweg deel uitmaken van de teeltafwisseling, dus slechts tijdelijke weiden zijn. Dit cijfer stijgt zelfs tot 74,6 °/0 voor de kleine uitbatingen van minder dan 10 ha. In de groote eilanden Fionië en See land zijn praktisch geen blijvende wei den, wel in het noorden van Jutland dat echter heel wat armer is. Het zal voor ons allen wel interessant zijn de opbrengsten per eenheidsopper vlakte tussen heidelanden te vergelijken. België Denemarken Tarwe 100 112.4 Rogge 100 775,1 Gerst 100 114,1 Haver 100 100 Aardappelen 100 86.7 Suikerbieten 100 118,7 Deze vergelijking valt niet zo erg ten onzen nadele uit. Het meest verwonder- lij e is wel het verschil van opbrengst inzake tarwe. Denemarken heeft noch tans doorgaans een kouder klimaat dan het onze, ook minder goede gronden dan bij ons in Haspengouw. Waar ligt de oorzaak L ■Zie vervolg 2eJ>ladzijde le kolom. nu imnrmii in in iwiMiTiiiliini i i n ir--f-r;Ti De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars. Handregister Aalst Nr 145. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Nr 1425.93. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden. (Zie vervolg 2e bladzijde onderaan le kolom)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1953 | | pagina 1