De zuivelpolitiek
in Nederland*
Het Inkuilen van Groenvoeders.
Weekblad
Voor cn door de Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 20 JUNI 1953.
Verschijnt iedere Zaterdag
32ste JAARGANG Nr 1568
Beheer t Zeeberg kaai, 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor dc Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
O* CAUDRON*
(2de bijdrage)
In ons vorig nummer hebben wij aan
de hand van de interessante bijdrage ge
publiceerd door de heer J. Lommez in
het Landbouwtijdschrift van Maart 1953
de aandacht onzer lezers gevestigd op
het belang van de zuiveleconomie voor
Nederland en op de bijzonderste doelen
nagestreefd door de zuivelpolitiek der
Nederlandse regering.
In een volgend hoofdstuk handelt de
heer Lommez over
De toepassing van de
zuivelpolitiek.
Komen vooreerst aan de beurt de or
ganismen die met de uitvoering dezer
politiek zijn belast en hun opdracht
1) De Stichting voor de Landbouw.
Deze stichting is een centraal organis
me, erkend door de regering en waarin
de grote landbouwers- en landbouw-
werkliedenverenigingen vertegenwoor
digd zijn. Zij speelt een zeer belangrijke
rol bij het bepalen van de economische
en sociale politiek in de landbouw en
brengt adviezen uit over de verschillende
vraagstukken die oprijzen.
2) Het bedrijfschap voor Zuivel.
Dit is samengesteld uit vertegenwoor
digers van de voortbrenging, de nijver
heid en de handel. Het heeft voor op
dracht de zuivelpolitiek uit te voeren
onder het toezicht van de regering. Het
verleent zijn medewerking aan de uit
werking der reglementering van de bui
tenlandse handel in zuivelproducten en
zou, indien vereist, meewerken aan een
reglementering van de productie. Het
bedrijfschap beheert het zuivelfonds.
In geval de minimum-waarborgprijs
niet bereikt wordt voor de zuivelpro
ducten in hun geheel genomen, is het
Bedrijfschap gehouden een toeslag te be
talen aan de voortbrengers. Te dien
einde kunnen kredieten worden geopend
op de begroting van het Landbouwega-
lisatiefonds.
3) Het Zuivelfonds.
Dit Fonds wordt gevormd door hef
fingen op de prijs van al de melk, hetzij
die geleverd wordt aan de zuivelfabrie
ken, hetzij zij bestemd is voor het plaatse
lijk verbruik of aangewend wordt voor
de bereiding van boerenkaas.
Zijn bijzonderste taak bestaat in de
gelijkschakeling van het inkomen voort
komend van de verkoop van consumptie-
melk en van de melk bestemd voor de
verwerking. Inderdaad, terwijl de con-
sumptiemelk nog altijd onderworpen aan
het regime van de grensprijs in de klein
handel, kennen de prijzen der zuivelpro
ducten een vrije ontwikkeling en worden
beïnvloed door de prijs van deze pro
ducten in het buitenland. Het verschil
tussen de prijzen van de verbruiks- en
van de industriemelk zou de bevoorra
ding der verbruikers van verse melk
kunnen in het gedrang brengen. Daarom
is een gelijkschakeling van de ontvangs
ten noodzakelijk. Het Zuivelfonds komt
in de tweede plaats tussenbeide om het
tekort van het Aan- en Verkoopbureau
voor Zuivelproducten te delgen.
Het wordt elk jaar vereffend, het
vormt dus geen reserve die in crisistijd
zou kunnen gebruikt worden. De kas-
voorraad kan teruggestort worden aan
de voortbrengers naar rato van hun
melkleveringen, ofwel kan het Bedrijf
schap, organisme dat het Zuivelfonds
beheert, beslissen het saldo over te dra
gen op het Fonds van volgend jaar.
4) Het Aan- en Verkoopbureau
voor Zuivelprodukten (I.V.Z.)
Dit bureau, dat afhangt van het Mi
nisterie van Landbouw, koopt tegen
vastgestelde prijzen de boter, de kaas en
het afgeroomde melkpoeder die hem
worden aangeboden. Aldus wordt een
waarborg verleend aan de fabrikanten
van zuivelproducten en bijgevolg aan
de industriemelk.
Het verlies dat het Bureau boekt bij
de terugverkoop wordt aangevuld door
het Zuivelfonds. Dit is trouwens ook het
geval voor de boter die het Aan- en
Verkoopbureau voor Zuivelproducten
aan Engeland levert volgens de bepa
lingen van een regeringscontract.
5) Het Landbouwegalisatiefonds.
Dit Fonds moet er vcor zorgen dat
de prijzen der landbouw- en voedings
producten op een juist peil gehouden
worden. Dit gebeurt door een stelsel van
heffingen en toelagen, gepaard met een
tussenkomst van de schatkist om het te
kort van het Fonds te dekken.
Er wordt door bet Egalisatiefonds een
toelage verleend op de consumptiemelk,
teneinde toe te laten dat ze in de klein
handel verkocht wordt aan een lagere
prijs dan diegene die zou overeenstem
men met de basisprijs aan de voort
brenger, verhoogd met de winstmarges
toegestaan aan de verschillende stadia.
Desgevallend kan het Landbouwegalisa
tiefonds een steun toekennen aan het
Bedrijfschap, om door tussenkomst van
het Zuivelfonds, aan de voortbrengers
een toeslag op de melkprijs uit te keren,
wanneer de basisprijs niet zou bereikt
worden voor de zuivelproducten in hun
geheel genomen.
Het mechanisme van de
toepassing der zuivelpolitiek.
Deze steunregeling geschiedt op vrij
ingewikkelde wijze.
(Zie vervolg 2e bladz. 4e kolom)
In vorige bijdragen hebben wij een
en ander gezegd over de hooiwinoing en
daarbij vastgesteld dat gedurende het
drogen onvermijdelijk ernstige verliezen
aan voedende bestanddelen optreden.
Ten einde deze verliezen tot een mini
mum te beperken gaven wij de raad
gebruik te maken van ruiters, vooral als
het gaat om jong en eiwitrijk gras. Maar
hoe men het draaie of kere, of men nu
gebruik maakt van ruiters of niet, toch
blijven de verliezen aanzienlijk en is het
risico bij het drogen toch nog altijd te
groot, daar het weder steeds een belang
rijke rol speelt.
Vandaar dat men heeft uitgezien naar
meer bedrijszekere bewaarmethoden
voor de groenvoeders. Ten einde een
globaal overzicht te hebben van de
waarde der verschillende in gebruik
zijnde methodes, geven wij hieronder
een tabel (naar Leignes Bakhoven) die
in benaderende en gemiddelde cijfers de
verliezen aan voedende bestanddelen
aangeeft.
Verliezen bij de verschillende bewaarmethodes van groenvoeders
Bewaarmethodes
Verlies aan
verteerbaar
ruw eiwit
Verlies aan
zetmeel
waarde
Opmerkingen
Gewoon hooien
30
40 °/o
De uitslag is zeer afhankelijk van
de weersomstandigheden.
Hooien op ruiters
25
37
Hier hebben de weersomstandig
heden iets minder invloed.
Gewoon inkuilen
zonder bewaarmiddel
40 °/o
35 °/o
Weinig afhankelijk van het we
der, grote onzekerheid nopens
einduitslag.
Inkuilen met bewaar
middel, zodat pH niet
boven de 4 ligt
10°/o
20 °/o
Weinig afhankelijk van het we
der. Bij goede werkwijze grote
zekerheid betreffende einduitslag.
Kunstmatig drogen
7.5'lo
5°/o
Zeer grote zekerheid, eindpro-
dukt benadert krachtvoeder, kost
echter duur en vraagt speciale
installatie.
Een blik op bovenstaande tabel laat
ons onmiddellijk zien dat de zekerste
methode, waarbij een produkt van hoge
hoedanigheid wordt bekomen, het kunst
matig drogen is. Dat bestaat hierin dat
jong gemaaid gras onmiddellijk in droog
installaties wordt gebracht, waar het op
een paar minuten omvormd is tot een
goed houdbaar, smakelijk en hoogwaar
dig voeder. i
Verliezen van ongeveer 7,5 °/o aan
verteerbaar ruw eiwit en slechts 5 °/o
zetmeelwaarde, zijn bijzonder laag. Deze
methode, hoe goed ook, is echter zeer
kostelijk. Op een grasdrogerij, die wij
verleden jaar in Nederland bezochten,
werden de droogkosten van 1 kg ge
droogd produkt geschat op ongeveer
1,50 fr. Trouwens zulke installatie voor
het drogen kost zeer veel geld, zodat
wij met deze methode, hoe interessant
ook, geen rekening dienen te houden.
Voorlopig althans niet.
Wij dienen dus te kiezen tussen hooien
en inkuilen. Buiten beschouwing gelaten
dat in bepaalde omstandigheden en
trouwens ook voor de behoeften van
het bedrijf steeds zal moeten gehooid
worden, en dat er langs de andere kant
voeders zijn (bv. beetkoppen) die alleen
voor inkuilen in aanmerking komen,
kiezen wij voor het inkuilen Nu zult ge
misschien opwerpen dat het inkuilen
zonder bewaarmiddel toch de hoogste
verliezen geeft. Inderdaad. Maar hier
valt alleen af te leiden dat wij deze
methode dus niet mogen gebruiken. Het
inkuilen met bewaarmiddel komt er heel
wat gunstiger uit dan het hooien. Bij
gewoon hooien bedragen de verliezen
aan voedende bestanddelen immers meer
dan het dubbele dan bij het goed inkui
len met een bewaarmiddel.
En hier leggen wij de nadruk op
goed inkuilen. En niet zonder reden.
Men zou, in aanmerking nemend de vele
grotere bedrijfszekerheid van het inkui
len, mogen verwachten dat deze methode
ten alle kante veel bijval geniet. Niets is
minder waar. Men zou daarbij kunnen
menen dat onze landbouwers niet tot
inkuilen komen omdat de bouwkosten
van een silo te hoog zijn. Ook dat be
twijfelen wij. Want wij kennen verschil
lende gevallen waar reeds gebouwde
silo's reeds enkele jaren ongebruikt blij
ven liggen. Er zijn, ons inziens slechts
twee redenen waarom zo weinig belang
stelling bestaat voor het inkuilen voor
eerst denken veel boeren dat ze silovoe
der best kunnen missen en langs de
andere kant zijn er vele die er slecht mee
uitgespeeld zijn.
Zie vervolg 2e bladzijde le kolom.
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars.
Handregister Aalst Nr 145.
Postcheckr. S, M, Redt U Zeiven
Nr 1425.93.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.