Zuivelproductie en uitvoer
in Nederland.
De Huisvesting van Kippen.
Weekblad
Rechtskundige Dienst
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
Nederland één van de belangrijkste
zuiveluitvoerders ter wereld.
AALST 25 JULI 1953.
Verschijnt iedere Zaterdag
32ste JAARGANG Nr 1573
Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
O. CAUDRON.
Alhoewel Nederland zich van oudsher
heeft toegelegd op de melk- en zuivel
productie, ontstond de zuivelindustrie
eerst in 1880, toen de eerste zuivel
fabrieken werden opgericht. Van die
tijd af heeft de zuivernijverheid zich
echter snel ontwikkeld. Begin 1953 be
droeg het aantal in werking zijnde
fabrieken niet minder dan 568, waarvan
159 boter- en 155 kaasfa'brieken waren.
Behalve fabriekskaas wordt op onge
veer 4 000 Nederlandse boerderijen in
West-Nederland de bekende boeren
kaas gemaakt waarvan een aanzienlijk
deel wordt uitgevoerd. Van deze 568
bedrijven zijn 400 samenwerkende en
168 particuliere zuivelfabrieken.
De zuivelbereiding is over gans
Nederland verspreid in Zeeland is zij
echter maar van geringe betekenis.
Centra van kaas fabricage zijn Friesland
en Noord-Holland, de boter wordt voor
een belangrijk deel op de zandgronden
vervaardigd.
In het Noorden, Oosten en Zuiden is
de industriële zuivelbewerking hoofd
zaak, het Westen legt zich meer toe op
de bereiding van verbruiksmelk.
Van de totale melkvoortbrengst in
Nederland bedragende in 1952, 5 mil-
lioen 592 000 ton geleverd door onge
veer 1 1 /2 millioen stuks melkvee, gaat
circa 5/6d,n regelrecht naar de zuivel
fabriek, het overblijvende wordt op de
boerderij gebruikt voor menselijke en
dierlijke voeding, het maken van kaas
enz.
De ontwikkeling en de richting
der productie.
De huidige Nederlandse melkproduc
tie heeft met de hierboven vermelde
cijfers het vóóroorlogs peil (in 1939 ruim
5,3 millioen ton) overschreden. Het bin
nenlands melk verbruik is na de jongste
wereldoorlog sterk toegenomen. Deze
stijging vindt haar oorzaak niet alleen
in de groei der bevolking, doch ook in
een hoger verbruik per hoofd der bevol
king (thans ongeveer 215 kg. per jaar
tegen 165 kg. vóór de tweede wereld
oorlog). In 1952 heeft de zuivelnijver-
heid voor rechtstreeks verbruik door de
Nederlandse bevolking 1,7 millioen ton
consumptiemelk bereid. Behalve deze
verbruiksmelk, hebben de Nederlandse
zuivelfabrieken in 1952 de hierra ver
melde producten vervaardigd. Ter ver
gelijking zijn de cijfers over de jaren
1939 en 1951 insgelijks opgegeven
1939 1951 1952
in duizend ton
Boter 104 83 73
Room onbekend 12 12
Fabriekskaas 94 121 126
Gecondenseerde melk 143 179 226
Melkpoeder 37 34 49
Casëine 2,1 4,6 0,5
Weipoeder 0,9 7,5 6,5
Verder werden in 1951 en 1952 on
derscheidenlijk 22.000 en 19.000 ton
boerenkaas voortgebracht.
De totale Nederlandse zuivelproduc
tie had in 1952 een waarde van 1,9
milliard gulden.
Bovenstaande overzicht der produc
tiecijfers toont duidelijk een verschuiving
aan in d samenstelling van de voort-
brengst. Na de tweede wereldoorlog
heeft de Nederlandse zuivelnijverheid
zich ingespannen om op de wereldmarkt
kwaliteitsproducten te brengen waarin
zoveel mogelijk de melk ten volle wordt
verwerkt. Zulks had voor gevolg dat er
een verschuiving plaats had naar volle
producten ten koste van de fabricage
van magere producten. Zo was van de
totale kaasproductie in 1952 ten bedrage
van ongeveer 145.000 ton, niet minder
dan 90.000 ton volvette kaas.
In dit verband kan ook gewezen wor
den op de sterk toegenomen voort-
brengst van geconsendeerde melk en van
volle melkpoeder en op het feit, dat men
ook op de zandgronden na de jongste
oorlog meer en meer gaat overschake
len van de boterproductie op die van de
kaas en van volle melkproducten. Een
en ander betekent een grotere verschei
denheid in het productie-programma
van de Nederlandse zuivelnijverheid.
Gecondenseerde melk het
belangrijkste ultvoerproduct.
De uitoefening van een streng toe
zicht op hoedanigheid en gewicht heb
ben de goede faam van de Nederlandse
zuivelproducten ten zeerste gediend.
(Zie vervolg 2e bladz. 3e kolom
Onze rechtskundige zal zijn
zitdag houden op Zondag 26
Juli, tussen 10 en 12,30 uur,
in het lokaal De Koornbloem
Grote Markt, Aalst.
Deze raadplegingen zijn volle
dig kosteloos voor onze leden.
Een onzer medewerkers gaf in ons
vorig nummer een kijk op de wijze van
huisvesten in Amerika. Deze wijze is
voor ons gans nieuw en op velerlei ge
bied volledig in tegenstelling met wat
hier bij ons door de voorlichtingsdien
sten tot nu toe werd aangeraden en ook
toegepast.
En omdat wij hier omzeggens voor
een omwenteling staan, vinden wij het
nuttig hierop even terug te komen. En
wel aan de hand van een voordracht, die
door Ir. Bos op de pluimveedag te
Woudenberg in Nederland werd ge
houden.
Zoals iedereen weet was hier te lande
een der voornaamste eisen voor een
goede hennenkweek een ruime uitloop.
Bij een bezoek dat de spreker in de loop
van 1952 aan de Verenigde Staten
bracht, stelde hij vast dat op een groot
aantal kippenbedrijven geen enkele kip
buitenliep. En dat niet alleen op die be
drijven die zich bezig houden met de
productie van verbruikseieren, maar
eveneens op de fokbedrijven, die de
broedeieren leveren.
De kuikens komen op een leeftijd van
ongeveer 8 weken binnen en blijven
binnen. Eerst in de zomerhokjes tot ze
ongeveer 4,5 maand oud zijn. Een veer
tiental dagen vóór het aanbreken van de
leg, worden de jonge hennen uitgeraapt
en overgebracht naar de leghokken.
Daar komen ze niet meer uit, ook niet
op de fokbedrijven.
Nu zijn de broedeieren in Amerika
daardoor wel niet beter dan bij ons,
maar ze zij a toch ook niet slechter. De
bekomen broeduitkomsten zijn minstens
even goed als de onze. Dat dit goede
resultaat zou bekomen zijn door een be
tere voedersamenstelling is evenmin
juist, daar de voordrachtgever kon vast
stellen dat onze mengsels wellicht de
voorkeur verdienen. De oorzaak moet
dus ergens anders liggen.
Er werd ook een bezoek gebracht aan
het reusachtige bedrijf van Wallace, de
man die destijds de hybridemaïs op de
markt heeft gebracht. Zoals men weet
is, door het gebruik van deze hybride
maïs, de opbrengst per hectare enorm
gestegen. Welnu, de zoon van deze
Wallace, die het prachtige resultaat van
zijn vaders werk zag, kwam op het ge
dacht hetzelfde te proberen met kippen.
Zo kwam hij, zij het ten koste van grote
kapitalen, tot de fameuze kruising, waar
over hier in Europa zoveel wordt ge
sproken. Dat fokbedrijf van Wallace is
wel zo groot dat het in staat is heel ons
land van kuikens te voorzien. En ook op
dit bedrijf kwamen de jonge hennen,
eens dat ze in de zomerhokjes zaten,
nooit meer buiten.
Nu is het wel eigenaardig dat men in
Amerika, waar men toch gronden in
overvloed ter beschikking heeft, de kip
pen opsluit, terwijl wij in ons land, waar
voor iedere vierkante meter gescharreld
wordt, het nog altijd houden bij een zo
groot mogelijke uitloop. De vraag is nu
wie van beiden heeft het goed voor
Wanneer wij de uitslagen bezien die
in Amerika met deze methodes worden
bereikt, kunnen wij moeilijk beween dat
ze het verkeerd voor hebben. Wel inte
gendeel. Als wij zien welke voordelen
aan deze methode vast zitten kunnen wij
ons in gemoede gaan afvragen of het
voor ons niet de tijd is nieuwe wegen in
te slaan. Want het valt niet te ontken
nen dat onze bedrijven, ook deze die
over een prachtige en verzorgde uitloop
beschikken, voortdurend geplaagd zit
ten met allerlei darm parasieten terwijl
men in Amerika dit euvel grotendeels
onder de knie heeft.
Een ander kenmerk waardoor wij ons
van de Amerikaanse methode onder
scheiden is de totaal verschillende opvat
ting betreffende de hygiëne. Men kan
moeilijk ontkennen dat wij, wat hygiëne
betreft, aan de spits staan. Maar Ir. Bos
vraagt zich af cf wij de gezondheids
maatregelen wel op de juiste wijze toe
passen.
Het is verder een kenmerk van onze
pluimveehouderij dat wij een uitgespro
ken voorkeur hebben voor kleine kop
pels. Hierop heeft de voorlichtingsdienst
in Nederland voortdurend gewezen,
evenals op de hygiëne. Maar aan de
hand van wat men in Amerika heeft ge
zien moeten wij wel gaan aannemen dat
wij op de goede weg te ver zijn gegaan.
Want hoe kleiner de koppels, hoe meer
de arbeidskrachten op het bedrijf gaan
drukken en dus ook op de prijs van de
eieren.
In Amerika is de kuikenopfok nog
betrekkelijk jong. Deze heeft zich pas
gedurende de laatste 15 jaren ontwik
keld. Vóór die tijd hield men ginds on
geveer 50 millioen piepkuikens en nu 700
tot 800 millioen. Die reusachtige ont
wikkeling ging gepaard met de bouw
van een droot aantal nieuwe hokken.
Deze zijn veel groter en vooral veel die
per dan de onze. Waar bij ons hokken
worden aangeraden van 6 op 4 meter,
trof Ir. Bos er aan van 120 meter lang en
14 meter diep, zonder middengang, dus
in ééa aaneengesloten ruimte, waar zo
maar 15 tot 20 000 kuikens in verblijven.
Deze methode biedt het voordeel dat
de verzorging van de kuikens veel min
der werk vraagt. Vooral daar waarde
aanvoer van het voeder automatisch
geschiedt. De kuikens worden daar uit
sluitend gekweekt met meelvoeder, dus
zonder bijvoedering van graan.
De voordelen van de Amerikaanse
methode bepalen zich niet alleen 'ot een
besparing aan arbeidskrachten. Zij heb
ben daar ook merkelijk minder last van
darmparasieten.
Zit vervolg 2e bladzijde le kolom.
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars.
Handregister Aalst Nr 145.
Postcheckr, S. M. Redt li Zeiven
Nr 1435.93.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.