Onze buitenlandse handel in landbouwproducten. Oogsten en Inkuilen van Groenvoedermaïs. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt Demonstratie te Bogaarden* AALST 12 SEPTEMBER 1953. Verschijnt iedere Zaterdag 32ste JAARGANG Nr 1580 Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN O* CAUDRON. (4de bijdrage). Aan de hand van de gegevens voor komende in de studie Enkele struc turele en economische beginselen van de Belgische landbouw uitgegeven door het Bestuur der Economische diensten van het Ministerie van Landbouw, heb ben wij in onze twee vorige bijdragen een overzicht verstrekt van de uitvoer van varkens- en varkensvlees, eieren, aardappelen, zuivelproducten en fruit geteeld in open lucht en onder glas. Er zijn nog enkele land- en tuinbouw producten die een niet te onderschatten belang bieden voor de Belgische uitvoer. De uitvoer. Alhoewel ons land vrij belangrijke hoeveelheden verse groenten invoert gedurende de eerste maanden van het jaar, voert het anderzijds ook aanzien lijke hoeveelheden uit van sommige groenten, zoals witloof, bloemkolen en asperges. Nochtans vindt de groentenvoort- brengst in hoofdzaak afzet op de binnen landse markt. Aldus gaat de productie van erwten en bonen in hoofdzaak naar onze conservenfabrieken. Deze onder vonden de laatste jaren zware moeilijk heden tengevolge van de massale invoer uit de vreemde. Aldus werden in 1947 niet minder dan 113.360 ton ingevoerd tegen 10.650 ton in 1930. Tegen deze onverantwoorde invoer, overwegend uit de Verenigde Staten tegen de zo kost bare dollars, hebben wij destijds scherp protest aangetekend in ons blad. Op dit ogenblik vertoont onze eigen conserven- uitvoer een zekere heropleving. Wij willen even stilstaan bij de uit voer van onze bijzonderste groente, het witloof. De geldelijke opbrengst van de witloofteelt is grotendeels afhankelijk van de uitvoermogelijkheden naar Frank- Uitvoer van witloof in ton, volgens Nationale Dienst voor Afzet van Land- Totaal Frankrijk Nederland Duitsland Engeland Zwitserland Verenigde Staten Andere landen De hofbouwprodueten. Onder deze benaming worden meestal samengebracht de bloembollen en -knollen, de sierplanten en de boom kwekerijproducten. A) Bloembollen. Hier dienen bijzonder vermeld de be gonia's en gloxinia's die vooral Gentse specialiteiten zijn. Onze huidige uitvoer heeft bijna in gewicht deze van vóór de oorlog bereikt, zoals blijkt uit volgende rijk dat veruit tot heden de belangrijkste afnemer is in het buitenland. Herinneren wij even aan de instorting der prijzen, toen Frankrijk einde 1948 de invoer stop zette en slechts kleine hoeveelheden over zijn grenzen liet en dan nog in ruil voor Franse sla, die op haar beurt de Belgi sche markt kwam verstoren. Op dit ogenblik is de toestand voorzeker heel wat verbeterd en de uitvoer naar Frank rijk verloopt opnieuw op basis van de contingenten voorzien in het handels- accoord. Nochtans moet men steeds rekening houden met de sterk protec tionistische politiek van Frankrijk die tot uiting komt onder de vorm van strenge contigentering en tevens van hoge tol rechten zodat het noodzakelijk is naar andere afzetgebieden uit te zien in het buitenland. In Zwitserland en Engeland is de afzet gestegen sedert de jongste oorlog, terwijl landen als Duitsland. Nederland en de Verenigde Staten ins gelijks de aandacht waard zijn met het cog op de verruiming van onze uitvoer van witloof. Een flinke propaganda wordt gevoerd door de Nalionale Dienst voor de Afzet van Land- en Tuinbouw producten in de landen waar ons witloof nog niet voldoende gekend is, zoals in Verenigde Staten. De binnenlandse markt blijft evenwel in de huidige omstandigheden het voor naamste afzetgebied voor het witloof, doch ondanks de uitgebreide werking om het verbruik op te voeren, kan de binnenlandse markt tot heden slechts 25.000 ton afnemen, zodat tijdens de laatste jaren zowat 35 000 ton afzet moest vinden in het buitenland. Onderstaande tabel geeft een over zicht betreffende de ontwikkeling van de uitvoer en de belangrijkste afzetgebie den in het buitenland. de gegevens van de en Tuinbouwproducten. 1937 38 1938 39 1949-50 1950-51 1951-52 1952-53 47 660 33.209 26.617 32.483 25 083 26.809 42 049 28.782 21.537 24 225 17.731 18.637 1.803 1 062 469 1.914 672 300 1.006 1.271 1.085 1.602 1.586 2.006 432 385 411 579 560 568 1.412 861 2.281 3.076 3.233 3.734 839 758 563 674 583 601 119 90 271 413 718 963 statistiek gewicht Waarde in Jaren in ton 1.000 B. fr. Gemiddelde 1936-37-38 956 12602 1948 498 38 929 1949 666 43610 1950 718 43 253 1951 854 57.108 1952 829 63.572 (Zie vervolg 3' blad. 1' kolom.) Er bestaat wel geen enkel volmaakt landbouwbedrijf, evenmin als er iets anders volmaakt op ie wereld is. Hier uit volgt dat er op ieder bedrijf een of meer onderdelen voor verbetering vat baar zijn. Wat vóór 20 jaar heel modern was, lijkt nu reeds verouderd en dient opnieuw aan de tijd aangepast te worden. Wetenschap en de daarmee gepaard gaande vooiuitgang staan geen ogen blik stil, nieuwe werkmethodes komen in de plaats van de oude, zodat de pro ductiemogelijkheden van een bedrijf steeds maar worden opgedreven. Men kan echter moeilijk eisen dat de landbouwer al die nieuwigheden zelf gaat ontdekken en zelf gaat probreren. Dat ware al te gevaarlijk. De talrijke moeilijkheden die daaraan zijn verbon den zouden trouwens iedere vooiuitgang van meet af aan lam leggen. Niet iedere nieuwigheid betekent een verbetering of is in alle omstandigheden wenselijk. De modernisering van een bedrijf vraagt daarenboven grote kapitalen, zodat het onredelijk ware de boeren zelf het volle risico te laten dragen. Deze risico's tot een minimum te her leiden door de landbouwers op voor hand met een en ander \ertrouwd te maken is de taak van de voorlichtings diensten. Wij moeten daarom de in spanningen van dhr. Verbelen, Rijks- landbouwkundige voor de omschrijving Brussel naar waarde weten te schatten. Verleden jaar had er onder zijn leiding te Zellik een demonstratie plaats over het inkuilen en stomen van aardappelen. Dit jaar, opnieuw te Zellik organiseerde hij een demonstratie over het inkuilen van groenvoedermaïs, die, zij het dan ook in ruimere verhoudingen, herhaald werd te Bogaarden op het bedrijf van de heer Peters. De bedoeling van de demonstratie te Bogaarden was 1) De mogelijkheid aantonen de groenvoedermaïs te oogsten met een machine, die tegelijkertijd de stengels en bladeren voldoende klein hakselt, zodat de maïs onmiddellijk kan ingekuild worden. 2) De landbouwers vertrouwd te maken met een nieuwe en intensieve methode van groenvoederwinning. Wat de machine aangaat, deze kan men best vergelijken met een gewone maaimachine, waaraan een haksel machine werd toegevoegd. Deze hak selmachine wordt aangedreven door een aftakas van een tractor, die trou wens de trekkracht levert. De maïssten- gels, die per rij werden afgereden, wor den door een transportband in de hakselmachines gebracht, worden daar klein gemaakt en vervolgens met een ingebouwde blazer op een aanhangwa gen, die achter de oogstmachine is ge vestigd, geblazen. Men hoeft deze aanhangwagen maar alleen af te koppelen om de gehakselde maïs naar de silo te brengen. Deze machine kan vengoed gebruikt worden voor het oogsten van klavers, lu zerne, enz. De aankoop van zo'n installatie, wij schatten de kostprijs rond de 100.000 fr., is natuurlijk niet door één boer te doen, zeker niet door een kleine boer. Coöpe ratieve aankoop zal hier dan ook weer de oplossing moeten brengen. Een an dere mogelijkheid, die heel wat goed koper zou uitvallen en die ons inziens een veelzijdiger gebruik zou toelaten, is een hakselmachine op het hof zelf. Daarmee zou men dan niet alleen maïs kunnen hakselen, maar ook beetkoppen, rapen, enz. Reeds vroeger hebben wij in ons blad de nadruk gelegd op het voordeel van hakselen, wanneer men gaat inkuilen. Gehakseld voeder laat zich immers veel gemakkelijker samenpersen, zodat de lucht beter uit de voedermassa wordt gedreven. Dat heeft als gevolg een veel betere bewaring, met heel wat mindere verliezen aan voedende bestanddelen. Wij herhalen hier even de cijfers die wij meedeelden toen wij schreven over het inkuilen in Denemarken bij inkui len van beetkoppen, die niet waren ge hakseld, stelde men een verlies vast van 27,6 van de droge stof en 31,2 van het eiwit, tegenover slechts een ver lies van 18,5 van de droge stof en 22,6 van het eiwit bij gehakselde beetkoppen. Het inkuilen hier bij de demonstratie had plaats zonder toevoeging van een be waarmiddel. Alleen had men er op gelet de maïs te oogsten in het zogenaamde melkstadium, t.t.z. op het ogenblik dat de maïskorrels een melkachtig sap ver tonen. De stengels zijn dan nog niet te taai geworden en het suikergehalte is dan op zijn hoogst (17 tot 21 van de droge stof). Het is nu juist dat hoog ge halte aan suiker dat voor een goede be waring moet zorgen. Men kan zich hier echter de vraag stellen of het toevoegen van een gepast zuur niet lonend zou zijn. Doorgaans is het zo dat de betere bewa ring, die bij toedienen van een zuur wordt bekomen, de kosten ruimschoots dekt. Zit vervolg 2e bladzijde 4e kolom. De Koorabloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars. Postcheckr. S> M. Rrdt U Zeiven STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn Het overnemen van artikelen zonder Handregister Aalst Nr 145. Nr 1425.91. verantwoordelijk voor hun bijdragen aanduiding der bron is verboden,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1953 | | pagina 1