De Techniek van de Pluimveehouderij. Verhoging der vrijstellingen bij de toepassing der erfenisrechten. Weekblad Arbeid adelt Voor cn door dc Landbouwers AALST 19 DECEMBER 1953. Verschijnt iedere Zaterdag 32ste JAARGANG Nr 1594 Beheer t Zeebergkaai, 5, Tel. 242.67 Aalst Voor dc Ontwikkeling cn dc Standsverdediging van dc Landbou wers Lai R Orgaan van de adbouwersvereniging EDT U ZELVEN De heer O. Caudron, stichter en bestuurder van onze vere niging Redt U Zei ven en van ons blad De Koornbloem die nu sinds 35 jaar op de bres staat voor de verdediging van het stoffelijk en zedelijk welzijn van onze landbouwers stand, is op 17 December 1.1. 65 jaar geworden. Bestuur, personeel en leden van onze vereniging wensen dhr Caudron van harte geluk en nog vele vruchtbare jaren. De wet van 10 November 1953 (Stsbl. van 21 November) heeft de vrijstellingen van erfenisrechten op hetgeen verkregen wordt door erfgenamen in rechte linie of tussen echtgenoten met gemene kinde ren merkelijk verhoogd. Anderzijds en als compensatie voor het verlies aan in komsten dat hierdoor voortspruit voor de schatkist, werd het vorige succesie- recht op de erfenissen in de zijlinie en tussen vreemde personen verhoogd met ongeveer 10 °/o. Alvorens nader in te gaan op de be tekenis van de wet van 10 November 1.1. blijkt het ons nuttig een zeer beknopt overzicht te geven van de bijzonderste bepalingen van het wetboek op de suc cessierechten. Wij zeggen van het wet boek op successierechten. Wij zeggen terecht zeer beknopt overzicht daar het niet mogelijk is de talrijke bepalin gen van bedoeld wetboek in een bijdra ge toe te lichten. Onze bedoeling is en kel onze lezers een algemeen inzicht te geven in de wetgeving betreffende de de rechten van toepassing op de over dracht van nalatenschappen. (Zie vervolg^2* blad. 1kolom.) Komt er bij de pluimveehouderij ook al vakkennis te pas Kan niet iedereen kippen houden Dat is nu toch zo n kunst niet, hoor ik al zeggen. Inderdaad, in de simpelste vorm kan iedereen het. Als de kippen maar een onderdak heb ben voor de nacht en als ze op geregelde tijdstippen maar wat voeder krijgen, dan leggen ze in het voorjaar en in de zomer ook wel eieren. Alleen als de omstandig heden in het najaar en gedurende de winter en het vroege voorjaar ongunstig zijn, laten ze de kippenhouder in de steek. 't Is nog maar een goede halve eeuw geleden, dat de primitieve kippenkweek nog algemeen was, want eerst na 1900 is er van technische vooruitgang spraak. Inmiddels zijn de meeste kippenhouders wel zo ver dat ze stilaan weten, dat de pluimveehouderij tal van technische kan ten heeft. Eigenlijk kan men beter spre ken over technische vraagstukken. Want de moeilijkheden waar men voor komt te staan, als men werkelijk een goede kippenhouder wil zijn of worden, zijn zeer groot. De Fokkerij. Het vraagstuk dat het eerst is aange pakt, ook al vóór 19C0, is de fokkerij. Het is vele liefhebbers van kippen al lang vóór 1900 gelukt door teeltkeuze (selectie) een aantal uitwendige eigen schappen als vorm, kleur, verentekening, enz. in een bepaalde richting te veran deren, zodat ten zekere eenvormigheid ontstond. Zo zijn tal van rassen en kleur- slagen ontstaan. Hoewel het fokken op uitwendige eigenschappen een grote kunst is, toch heeft men ervaren dat het verbeteren van eigenschappen, die ver band houden met het productievermo gen, veel moeilijker en veel ingewikkel der is, omdat daarbij tal van andere eigenschappen een rol spelen, die nu niet direct met de productie in verband staan. Het is inderdaad gelukt rassen te fok ken met hoge opbrengst. De Witte Leghorn en de Rhode Island Reds zijn daar voorbeelden van. Maar nu is in de loop van de laatste jaren gebleken, dat die rassen bij sommige kwekers zeer vatbaar zijn geworden voor ziekten en dus kennelijk aan weerstand hebben ingeboet. Hier zijn dus technische fouten gemaakt, want men heeft blijkbaar niet voldoende gelet op de eigenschappen die verband houden met het weerstands vermogen tegen ziekten. Deze kippen- rassen zijn derhalve tot op zekere hoogte verzwakt. Het gevolg hiervan is geweest dat er een grote vraag is ontstaan naar kippen die goed leggen, maar daarenboven ook meer weerstand vertonen. Zo zijn aan vankelijk de eerste kruisingen van twee rassen sterk in trek gekomen. Nu vraagt men al kruisingen van drie rassen en zelfs hybriden. De ondervinding heeft echter al geleerd, dat dit ook maar een tijdelijke verbetering meebrengt, want ook onder de kruisingsproducten begint hoe langer hoe meer uitval te komen, precies als bij de zuivere rassen. Men is nu al zo ver, dat men weet, dat men nooit zal opschieten als er geen hennenrassen gefokt kunnen worden met een hoog productievermogen en tegelijk met een behoorlijk weerstands vermogen. Want dan alleen zullen de nakomelingen aan de gestelde eisen vol doen en ook de kruisingen hiervan. Dat vraagstuk, dat verre van gemak kelijk is, is een vraagstuk dat door de fokbedrijven zal moeten opgelost wor den. De Huisvesting. Een ander probleem in de pluimvee teelt vormt de huisvesting. Daar is in de loop van de jaren al veel geprobeerd en veel gedokterd. Alle mogelijke soorten van hokken zijn ontworpen en sterk aanbevolen als zijnde de beste. En toch zijn wij er nog niet. Een ding staat echter vast en dat is dat men nu weet, dat een hok in de eerste plaats moet voldoen aan de eisen die de kip zelve aan de huisvesting stelt. De tijd dat de huisvesting gebaseerd was op de opvattingen van mensen, die hokken maakten zoals zij die uitdachten, zonder daarbij acht te slaan op de levenseisen van de kippen zelf, is nu wel voorbij. IHB** De tijd dat men hokken ontwierp en bouwde met een minimum aan verluch ting is eveneens voorbij. Want het is nu wel algemeen bekend, dat kippen veel meer zuurstof nodig hebben dan andere dieren, zodat overvloedig frisse lucht één der voornaamste levenseisen is van de kip. Nu bouwt men hokken met een halve tot een hele kubieke meter luchtinhoud per kip, met zeer ruime mogelijkheden tot verluchting. Alleen in zulke hokken is het bv. mogelijk gedurende een deel van het jaar of langer nog de kippen binnen te houden en toch een goede productie te krijgen. Toch zoekt men nog steeds naar ver betering op dat gebied, want met goede hokken alleen is men er ook nog niet. Er zijn immers tal van andere punten, die bij de huisvesting een rol spelen. Kuikens bv. stellen heel andere eisen dan volwassen kippen. Terwijl de kunstmoe der ook als een deel van de huisvesting kan beschouwd worden. Technisch is men zover, dat men hok ken kan bouwen die aan de voornaamste levenseisen der kippen voldoen, waarin ziekten die doorgaans een gevolg zijn van de huisvesting, zoals bv. tuberculose en snot, weinig meer voorkomen. Tuber culose is zelfs nu al grotendeels van de baan. (Zie vervolg 2e bladz. 3e kolom) ■'•fg Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars. Handregister Aalst Nr 145. Po^cd.,. S. M. 0.,. U Z,lv„ I STICHTER EN BESTUURDER Nr 1423.91. j O. CAUDRON. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden. oornbloem

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1953 | | pagina 1