Onze tabaksteelt de ondergang nabij.
De wettelijke Ruilverkaveling
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
Waar blijft de regering
Studieweekeind te Lier.
AALST 5 FEBRUARI 1955.
Verschijnt iedere Zaterdag
34ste JAARGANG Nr 1653
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
Onze tabaksteelt die eertijds in
Vlaanderen en de Semoisstreek
een flinke bloei kende verkwijnt
geleidelijk uit oorzaak van de kort
zichtige politiek gevolgd door ons
land sedert het einde van de jong
ste wereldoorlog.
Voortdurende inkrimping
van de teelt.
Wegens de verlieslatende prij
zen waartegen de telers hun pro
ductie moeten van de hand doen,
is de beteelde oppervlakte van jaar
tot jaar gedaald, zoals blijkt uit de
volgende gegevens
1913 4.022 ha 1952 1.984 ha
1925 3.242 ha 1953 1.991 ha
1939 2.308 ha 1954 1.739 ha
Voor 1955 wordt een nieuwe
sterke inkrimping van de teelt
voorzien, indien eindelijk geen
doelmatige maatregelen door de
overheid worden getroffen om onze
tabaksteelt van de ondergang te
redden.
Inderdaad op het huidig ogen
blik is een groot deel van de oogst
1953 nog niet verkocht. De prijzen
van de oogst 1954 zijn nog niet ge
kend. De makelaars en tussenper
sonen onthouden zich van alle aan
koop daar zij van de fabrikanten
nog geen opdrachten hebben ge
kregen.
Familiale en
arbeidsintensieve teelt.
De tabaksteelt is om sociale en
economische redenen volkomen
verantwoord in ons land. Inder
daad deze teelt wordt uitsluitend
beoefend door kleine en middel
matige landbouwbedrijven. De sta
tistieken wijzen uit dat in 1950, 88
tot 90 °/o van de totale beteelde op
pervlakte behoorde tot bedrijven
met minder dan 20 ha.
Men mag aannemen dat 1 ha
tabak bestendige arbeid verschaft
aan één arbeidskracht, zodat een
normale uitbreiding van de tabaks
teelt in het Vlaamse land waar zij
sedert jaren is ingeburgerd in de
zandleemstreek (streek van Wervik
en Appelterre) zou bijdragen tot
opslorping der werkloosheid.
De verwerking door onze fabrie
ken van grotere hoeveelheden
goede inlandse tabak zou het aan
zienlijk bedrag verminderen dat
België elk jaar besteedt aan de in
voer van uitheemse tabakken. In
1953 bedroeg deze uitgave niet
minder dan 906 millioen frank, som
welke voorzeker niet te onder
schouten is voor onze handelsba
lans.
De oorzaak van de teleur
gang van onze tabaksteelt.
De grote oorzaak is voorzeker
het niet aanpassen van het invoer
recht op vreemde tabak bij het af
sluiten van de Beneluxovereen-
komst in voege sedert 1948.
Vóór de oorlog, toen onze ta
baksteelt reeds te lijden had onder
de invoer van vreemde tabakken,
bedroeg het invoerrecht 5 Ir. per
kg voor ongestripte tabak in blade
ren en 9 fr. voor gestripte tabak in
bladeren.
Rekening gehouden met de
waardevermindering onzer munt
in 1947, met de stand van de index
der groot- en kleinhandelsprijzen
op dit tijdstip, ware het logisch ge
weest dit invoerrecht te verhogen
met het coëfficiënt 3 tot 4; hetzij 15
tot 20 fr. per kg voor ongestripte
tabak.
Doch in plaats daarvan, vermin
derde het Beneluxtoltariel het tol
recht voor de ongestripte tabak op
4,13 fr. het kg en voor de gestripte
tabak op 5,78 fr. het kg. Onze rege
ring had toegegeven aan het Ne
derlands standpunt. Daar toen
schier geen tabaksteelt in Neder
land bestond en de handel en ver
werking in tabak en tabaksproduc
ten er zeer uitgebreid was, waren
de Nederlanders gekant tegen een
verhoging van het invoerrecht op
tabak, te meer dat zij de opvatting
toegedaan waren dat de invoer
van tabak uit Nederlands-Indië
diende behouden en bevorderd.
De vreemde mededinging kreeg
door het Benelux-toltarief dus de
ruimste mogelijkheden op de Bel
gische markt tegen de inlandse ta
baksteelt.
Hierbij kwam dan de verhoging
der voortbrengstkosten sedert de
jongste oorlog, waarbij inzonder
heid de stijging der lonen, welke
60 °/o van de productiekosten in de
tabaksteelt uitmaken, een belang
rijke rol speelt.
Het onhoudbare van de toestand
wordt aangetoond wanneer men
de kostprijs en de gemiddelde ver
koopprijs van onze tabak verge
lijkt.
Vóór de laatste oorlog bedroeg
de gemiddelde kostprijs per kg van
8 tot 9 Ir. terwijl de gemiddelde
verkoopprijs voor het land schom
melde tussen 6,50 fr. en 8,50 fr.
Thans bereiken de gemiddelde
voortbrengstkosten per kg van 27
tot 30 fr. terwijl de gemiddelde ver
koopprijs in 1953 enkel 19,36 fr. per
kg bedroeg.
(Zie vervolg 5e bladz. 3e kolom.)
landbouw in staat stellen een ho
gere opbrengst te bereiken, en dat
met vermindering der kosten.
Wanneer wij hiertegenover zet
ten het enorme grondverlies dat
wij jaarlijks te lijden hebben door
de aanleg van wegen, de uitbrei
ding der steden, vliegvelden, enz.,
dan zullen wij ons des te beter kun
nen indenken hoe broodnodig het
is land bij te winnen en tevens te
zorgen voor een doelmatige schik
king. Tussen de landbouwtelling
van 15 Mei 1953 en deze van 1954
heeft men het verlies genoteerd van
zo maar 13.158 ha, ttz. het verlies
van bijna 2.000 boerderijen van 7
ha. En dat op één jaar tijd.
Voegen wij hier dan nog bij dat
wij hier in België leven in een duur
land. Als wij bv. de prijzen uit de
ons omringende landen vergelijken
met de onze voor wat aangaat
pachten, grondprijzen, grondstof
fen, lonen, enz. dan ligt het voor de
hand dat wij geweldig gehandica-
peerd zijn wanneer de internatio
nale concurrentie haar volle uit
werking gaat hebben.
Het gaat hier zeker niet op aan
struisvogelpolitiek te doen. Al veel
te lang wordt in ons land de poli
tiek gevoerd van laat alles maar
gaan, terwijl de percelen onderling I gebeuren, wij zullen wel zien waar
Zoals wij hebben aangekondigd,
heelt verleden Zaterdag en Zon
dag een studieweekeind plaats ge
had te Lier, dat werd ingericht
door de Stichting Lodewijk de Raet.
Daarin werden onderzocht de ver
schillende vraagstukken betreffen
de de wettelijke ruilverkaveling,
die nu plots zo aktueel geworden is
door het neerleggen van een wets
ontwerp.
In de loop van de buitengewone
interessante besprekingen, die de
inleidingen, die door verschillende
vooraanstaande persoonlijkheden
werden gehouden, zijn gevolgd,
hebben wij volgende vaststellingen
gedaan
1De ruilverkaveling is gewenst
en noodzakelijk voor onze
huiaige landbouw.
Daarover waren het vrijwel alle
deelnemers eens.
Onze landbouwers zijn voldoen
de vertrouwd met de huidige stand
van zaken. Door de tot in het on
zinnige doorgedreven versnippe
ring van de landbouwgronden
worden de uitbatingskosten van
onze bedrijven aanzienlijk ver
hoogd. Te grote afstanden moeten
worden afgelegd om van de hoeve
naar de verschillende percelen te
eveneens te ver van elkaar verwij
derd liggen.
De vorm, waarin vele stukken
grond verkeren, laten geen doel
matige bewerking toe, zeker niet
als er gebruik wordt gemaakt van
moderne machines. De talrijke
grenzen en scheidingsvoren ont
trekken een aanzienlijke opper
vlakte land. Verschillende stukken
zijn volledig door andere ingeslo
ten en eisen een losweg, wat weer
al verlies aan grond betekent, ter
wijl hierdoor hinderlijke beperkin
gen aan de keus der teelten worden
gesteld. Trouwens deze scheidings
grenzen en loswegen zijn heel dik
wijls de oorzaak van onvruchtbare
geschillen onder geburen.
De wegen en afwateringsgrach
ten verkeren in vele gevallen in
een erbarmelijke staat en beant
woorden zeker niet aan de eisen
die door een economische bedrijfs
voering gesteld worden.
De ruilverkaveling, die gepaard
gaat met de passende kultuurtech-
nische werken, dus een ruilverka
veling die zich niet alleen bepaalt
tot het hergroeperen van de perce
len, maar die terzelfdertijd ook de
nodige werken uitvoert voor grond
verbetering (drainage, afwatering,
wegenaanleg, enz.) zal in grote
mate de bovengenoemde bezwa-
ren opheffen en daardoor onze
we terechtkomen». Wij moeten met
open oog het gevaar in het aange
zicht zien en zoeken naar de mid
delen om onze bedrijven sterker te
maken. Want de concurrentie komt.
Ze is er trouwens al. Zoals wij el
ders in dit nummer kunnen lezen
wij hebben geen enkele reden om
op onze lauweren te gaan rusten.
Algemeen wordt dan ook ver
wacht dat het merendeel van onze
landbouwers met vreugde de wet
op de wettelijke ruilverkaveling
zullen begroeten en dat ze, eers
als het zo ver is, met man en macht
zullen meewerken om ze op een
vlotte manier tot stand te brengen.
Want als er bij een ruilverkave
ling iemand voordeel kan hebben
dan is het wel de boer. Waar
schijnlijk zal er hier ol daar wel
iemand zijn die tegen wind in wil
en stokken in het wiel zal proberen
te steken, een of ander herberg-
profeet, die zijn wijsheid zal ver
kondigen. Maar dat de boeren ge
waarschuwd wezen in de ons om
ringende landen, in Nederland,
Duitsland en Frankrijk is men ons
sinds jaren vooruit met de ruilver
kaveling. De werken gaan daar in
snel tempo vooruit. In Nederland
bv. zijn reeds aanvragen ingediend
die volstaan om gedurende de
(Zie vervolg 2bladz. 1' kolom)
matmwt
tmetmm.-
I wmmaam .mmnnmmMMM
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden,