De Belgische bloementeelt.
Behoorlijke opfok van Poeljen.
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adeit
AALST 11 JUNI 1955.
Verschijnt iedere Zaterdag
34ste JAARGANG Nr 1671
C&IEl
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEM
Nr 14.2593.
O. CAUDRON.
Ter gelegenheid van de schitte
rende Gentse Floraliën die onlangs
plaats hadden, hebben de Week
berichten van de Kredietbank in
hun nummer van 17 April 1.1. een
flinke studie gewijd aan de Bel
gische bloementeelt waaruit wij
enkele gegevens overnemen tot
voorlichting van onze lezers.
Structuur en economisch
belang van de bloementeelt
Volgens de tuinbouwtelling van
Mei 1954 beslaat de teelt van snij
bloemen, bloembollen en potplan
ten in ons land 770 ha, wat 1,3
vertegenwoordigt van de totale
tuinbouw- en 0,55 °/0 van de glo
bale landbouwoppervlakte.
De teelt is ingedeeld als volgt
- in open lucht, 610 ha, waarvan
190 ha snijbloemen, 246 ha bollen
en knollen (begonia's 175 ha, tulpen
27 ha en andere 44 ha) en 174 ha
andere planten
onder glas, 162 ha waarvan 36
ha azalea's, 3 ha palmen, 3 ha or
chideeën en 120 ha andere planten.
Het aantal bloemisterijen wordt
geraamd op 4.000, waarvan onge
veer 2500 zich in hoofdzake toe
leggen op de teelt van snijbloemen.
De meeste bedrijven hebben een
louter familiaal karakter, het aan
tal bezoldigde arbeiders in het be
drijf wordt geschat op 3.000.
De producten van de Belgische
bloemen- en sierteelt zijn zeer uit
eenlopend. Toch kunnen zij wor
den ondergebracht in vier reeksen
nl. de groene planten, de azalea's,
de bloembollen (begonia's en glo
xinia's) en de snijbloemen.
De groene planten (ook appar-
tementsplanten genaamd) worden
hoofdzakelijk in het Gentse en in
meer bescheiden mate ook in de
streek van Brugge geteeld. De
voornaamste winplaatsen zijn Me-
relbeke, Melle, Sint Amandsberg
en Oostakker. De gemeente Ever-
gem heeft bekendheid verworven
door haar voortbrengst van uit
heemse varens.
De groene planten worden hoofd
zakelijk in serres gekweekt, waar
van de warming varieert naarge
lang de soorten. De meeste bedrij
ven hebben een oppervlakte die
schommelt tussen 1.000 en 2.500 m2
glas. Een paar uitzonderlijke groot
bedrijven beschikken nochtans
over ongeveer 20.000 m2. Algemeen
wordt aanvaard dat een bedrijf
minstens 800 m2 glas moet hebben
om voldoende renderend te zijn.
Uit deze cijfers kan worden afge
leid dat de teelt van groene planten
aanzienlijke kapitaalbeleggingen
vergt, wanneer men bedenkt dat
de kostprijs van een serre, naar ge
lang van het aantal lopende me
ters verwarmingsbuis per m2 glas,
zowat 800 fr. per m2 glas bedraagt
voor een warme kas, en ongeveer
600 en 400 fr. voor een gematigde
of koude kas. De kosten voor aan
leg der waterleiding kunnen op 10
fr. per m2 worden geraamd. Voor
de grond waarvan slechts 75 °/0
wordt beplant mag een maximum
prijs van slechts 50 fr. per m2 wor
den aanvaarddit verklaart trou
wens waarom de bloemisterijen
zich verwijderen van de steden.
Wat de planten betreft, mag niet
uit het oog worden verloren dat de
productiecyclus van vele groene
planten over drie tot vier jaar loopt,
zodat een voorraad planten die
regelmatig rendeert, een aanzien
lijk kapitaal vertegenwoordigt. De
veranderlijke kosten behelzen voor
twee derden lonen,waarbij het aan
tal arbeiders op 1 per 700 m2 glas
wordt geschat, en brandstof. In een
warm bedrijf is deze laatste als ele
ment van de kostprijs even belang
rijk als de lonen. Stippen wij aan
dat de sanseviercultuur uitzonder
lijk hoge investeringen vergt, daar
de moederplanten uit de Verenigde
Staten van Amerika worden inge
voerd, en dicht uitgeplant in kas
sen met een standvastige tempera
tuur van 20 graden.
De azaleacultuur, die insgelijks
een belangrijke plaats bekleedt in
de bloemisterij van het Gentse,
wordt er bevorderd door natuurlijke
factoren. De Indische azalea gedijt
immers bij voorkeur in een magere
en poreuse grond en in een vochti
ge maritieme lucht, twee voor
waarden waaraan in de voornaam
ste productiecentra Evergem en
Doornzele, doch vooral Lookristi
uitstekend wordt voldaan.
De teelt geschiedt gedeeltelijk
onder glas en gedeeltelijk in open
lucht. Van April tot Juni worden
de plantjes in een koude kas geënt
(stamvorm) of gestekt (struikvorm),
om pas in de zomer van het vol
gend jaar vrij in open lucht te wor
den uitgeplant. Wanneer zij in Sep
tember een kroondoorsnede heb
ben bereikt van 12,5 cm., kunnen zij
reeds in knop worden verkocht om
later door de voortverkoper in bloei
te worden getrokken. In de meeste
gevallen'verlaten zij echter na drie
of meer jaren de kwekerij. De vroe
ge soorten worden met Kerstmis en
Nieuwjaar op de markt gebracht,
terwijl de halflate pas in Februari-
Maart en de late soorten pas in
April aan de" verbruiker te koop
worden geboden.
(Zie vervolg 2e bladz. 3e kolom
Belangrijk geheel van allerlei zorgen...
om puike legsters te bekomen.
De broedperiode is voorbij.
Alleen de hennetjes die in Maart,
April en ten laatste half Mei gebo
ren zijn, naar gelang ze tot zware
of lichte rassen behoren en daarbij
flink opgekweekt werden, zijn in
staat om tijdens de herfst en de
winter mild te leggen. Zij alleen
zijn oprecht interessant en geschikt
om de kippen te vervangen die
het tweede, liefst het eerste legjaar
doorgemaakt hebben.
't Is inderdaad afdoend bewezen
dat de aanleg tot Herfst en Winter
leg van poeljen deze vanoude kip
pen merkelijk overtreft. Zij die later
geboren worden de dwergras
sen uitgezonderd - zijn niet vol
doende ontwikkeld in October en
leggen niet tijdens 't guur seizoen
om 't even de voorwaarden van
midden (hok, uitloop, voeding en
verzorging) waarin ze gehouden
worden. Gedurende gans de Win
ter verbruiken ze duur voedsel, ei
sen zorgen, brengen niets op en
beginnen slechts te leggen einde
Februari of begin Maart, precies
dan als al de hennen, zelfs de
slechte, aan de leg gaan en dat
er overvloedig eieren op de markt
komen waardoor de eierprijs daalt
en op zijn laagste gebracht wordt.
Het is trouwens een onbetwist
feit dat laat geboren hennetjes de
uitbating in verlies brengen, ten
minste als het gaat om eierproduc-
tie. We leggen er bijzonder de na
druk op daar de verhouding die
bestaat tussen de eier- en de voe-
derprijzen nog altijd zwaar op de
hoenderuitbating drukt.
Uit deze kortbondige beschouwin
gen blijkt duidelijk dat het broe
den voor één jaar verschoven is.
Er mag bijgevolg geen sprake meer
zijn nu nog eiers aan een klokhen
toe te vertrouwen noch in een
broedmachine te leggen, tenzij al
leen vleesproductie beoogd wordt
of het om krielen gaat.
Aankoop van poeljen.
Voor boeren en familiale kwe
kers, die geen kuikens bezitten wel
ke op het geschikte ogenblik ter
wereld kwamen, blijft er nog één
middel om de stapel aan te vullen
of te vernieuwen de aankoop van
poeljen van twee of drie maanden
oud. Deze aankoop moet natuurlijk
gebeuren in een vermaarde, be
trouwbare en wel onderhouden
kwekerij waarvan de stapel de ma
ximum-waarborg biedt onder dub
bel opzicht van rendement en ge
zondheid. Dergelijke kwekerijen,
nl. selectie- en vermeerderingsbe-
drijven, ontbreken in ons land niet,
zo in Wallonië als in Vlaanderen.
Op 't eerste zicht kan zulke aan
koop wel kostelijk schijnen, daar
voor dusdanige poeljen een hogere
prijs geëist wordt dan voor een-
dagskuikens. Doch, als men de
zaak van naderbij onderzoekt, komt
men weldra tot een ander besluit.
Inderdaad, door dit procédé is
men ontslagen van de tijdrovende
kuikenopfok, bespaart men duur
kuikenvoeder, worden de sterfte-
risico's in hoge mate verminderd
en is men zeker uitsluitend poeljen
te bezitten die van dezelfde stam
voortkomen, dezelfde ouderdom
hebben, bijna allen te zamen be
ginnen te leggen juist dan als de
eiers schaars en duur zijn, en daar
bij gans het jaar blijven doorleg
gen uitgenomen tijdens de ruipe-
riode. Vaak zijn ze reeds volop in
October aan de leg zodat hun aan
koopprijs betaald wordt door de
eerste eiers die ze voortbrengen.
Deze kostbare voordelen recht
vaardigen gewis de tamelijk hoge
prijs van zulke poeljen, op voor
waarde zich niet te laten verleiden
door de aanbiedingen van beun
hazen.
Van de sleur afzien.
Kuikens voortbrengen is een as
pect van de hoenderuitbating,
maar ze oordeelkundig opkweken
is een ander dat, hoewel het zeer
gewichtig is, doorgaans verwaar
loosd wordt, voornamelijk op de
hoeven. Men mag niet uit het oog
verliezen dat jonge hennetjes, om
't even hun oorsprong, waarvan de
wasdom en de ontwikkeling aan
het toeval worden overgelaten of
sleursgewijze gebeuren, later min
derwaardige dieren zijn en nooit
het zelfde rendement geven dan
wanneer ze verstandig opgefokt
zouden zijn.
't Is trouwens aan de verkeerde
opfokmethode, die zo vaak in ons
land toegepast wordt, dat grote
kuikensterfte en belangrijke afval
onder hennetjes toe te schrijven
zijn, hetgeen voor gevolg heeft dat
de voortbrengers zich dan ook ver
plicht zien hoge prijzen voor deze
laatste te vergen.
Deze verkeerde opfokmethode is
natuurlijk niet alleen verantwoor
delijk voor deze sterfte en afval.
Komt insgelijks in aanmerking de
hoedanigheid van de broedeiers
waaruit soms zwakke, zie
kelijke kuikens komen die gewoon
lijk snel wegkwijnen, moeilijk in-
pluimen, traag opgroeien en ver
der onvermijdelijk 't profijt van het
bedrijf erg in gevaar brengen. Het
Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom)
De Koornbloem
r^STÖt
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden,