De benarde toestand van de inlandse tabaksteelt. Leghennen één of twee jaar houden Weekblad Arbeid adelt Voor en door de Landbouwers AALST 27 OOGST 1955. Verschiint iedere Zaterdag 34ste JAARGANG Nr 1681 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Vóór dat de Senaat met verlof ging, nl ter zitting van 27 Juli 1.1., werd eens te meer de aandacht van de regering gevestigd op de ernstige toestand van de inlandse tabaksteelt tijdens een interpellatie gericht tot de minister van Land bouw door de heren d' Aspremont Lynden en Mullie. Terwijl de heer d' Aspremont Lynden de achteruit gang van de tabaksteelt schetste in de streek van de Semois en de oorzaken ervan uiteenzette, han delde de heer Mullie over het ge leidelijk wegkwijnen der teelt in het Vlaamse land, meer bijzonder in de streek van Wervik en duidde de maatregelen aan die zich op dringen om de ondergang van de inlandse tabaksteelt te voorkomen. Reeds herhaalde malen werd bij de regering aangedrongen om maatregelen tot redding van onze inlandse tabaksteelt. Tot heden werden echter door de overheid geen afdoende redmiddelen getrof fen al werden enkele, doch onvol doende schikkingen getroffen tot steun aan de kuituur, o.m. een ge ringe teeltpremie en maatregelen tot verbetering van de kwaliteit van de inlandse tabak met het oog op zijn aanpassing aan de eisen ge steld door de tabaksfabrieken. De ernst van de crisis. Deze wordt aangetoond door de voortdurende teruggang van de teelt, welke veroorzaakt wordt door de slechte verkoopprijzen be komen door de voortbrengers. Vóór de eerste wereldoorlog wer den niet minder dan 4.000 ha be steed aan de tabaksteelt, deze oppervlakte daalde tot 2.000 ha kort vóór de tweede wereldoorlog. In 1945 bleven er amper 1.900 ha over en sedertdien is de kuituur ge daald tot 1.400 ha. De oorzaak van deze teeltinkrimping is ontegen sprekelijk de zware verliesprijzen waartegen de inlandse tabak sedert jaren dient verkocht. Aldus be droeg de verkoopprijs vóór de oor log 8 tot 10 fr. het kg., naar de heer Mullie mededeelde, is hij thans in het Wervikse niet veel hoger. Het bedrijfsverlies dat dergelijke prijzen meebrengen voor de plan ter worden duidelijk wanneer men weet, betoogde de heer Mullie, dat de kostprijs voor het winnen van een ha tabak 80.000 fr. bedraagt en vijf- tot zesmaal hoger is dan voor de graanteelt. Anderzijds heeft de tabaksteelt een aanzienlijk sociaal belang daar zij een intensieve fa miliale teelt is. Men heeft inderdaad berekend dat een hectare tabak werk geeft aan één man gedurende één jaar. Naar de heer Minister van land bouw verklaarde, bebouwt op 5.000 planters de helft geen 25 aren. Oorzaken der crisis en redmiddelen. De bijzonderste oorzaak van de benarde toestand waarin onze ta baksteelt verkeert is de niet aan passing van het tolrecht op buiten landse tabak bij het tot stand ko men van de Beneluxtolovereen- komst. Vóór de oorlog bedroeg het tolrecht op vreemde tabak inder daad 5 fr. het kg, zijnde ongeveer 50 t. h. van de prijs Bij het opma ken van het Beneluxtoltarief wer den wel het accynsrecht, doch niet het tolrecht aangepast aan de minderwaarde onzer munt en aan de stijging der levensduurte. Het tolrecht werd zelfs verminderd tot 4,13 fr. het kg. Aldus heeft men voldoening gegeven aan de wen sen van de Nederlanders die er op stonden de grondstof voor hun uit gebreide tabaksindustrie zo goed koop mogelijk uit het buitenland te betrekken. Onder de maatregelen die zich opdringen tot afdoende hulp aan onze tabaksteelt, komt dan ook in de eerste plaatsde perekwatie van het tolrecht op vreemde tabak tot 15 fr. het kg., zijnde dus de toe passing van het verhogingscoëffi- cient 3 op het vóóroorlogsrecht welke ten volle gerechtvaardigd is. Om de terugslag van deze verho ging op het afgewerkt product te milderen, kan een verlaging van het accynsrecht worden toegepast. Naar het schijnt zou de verho ging van het tolrecht op het scherp verzet van Nederland stuiten. In dien onze regering er tegen opziet de houding van de Nederlandse regering te doen wijzigen, kunnen andere maatregelen worden toege past ten bate van de inlandse ta baksteelt: zoals de heffing van een vergunningstaks op de invoer van buitenlandse tabak die aan ver gunning zou worden onderworpen; het toekennen aan de planters als toelage van een gedeelte van het accynsrecht geïnd bij de fabricage van de tabak. Een tweede maatregel is de ver plichte verwerking door de Belgi sche tabakfabrikanten van inlandse tabak die aan bepaalde kwaliteits- vereisten voldoet in de afgewerkte tabaksproducten. (Zie vervolg 4e blad 1 kolom V" Wij hebben de tijd nog gekend dat men op een pluimveebedrijf nog kippen zag rondlopen van al lerlei leeftijd. Dat is trouwens nog veel het geval op de boerderijen, waar zo nog wat van alles door elkaar scharrelt. Tegen het najaar werden er dan wel enkele vooreen appel en een ei aan de poeldenier verkocht om wat ruimte vrij te ma ken voor de jonge hennen (poel jen). Eigenaardig was wel, en dat wijst er op hoe weinig onze kwekers destijds van hun vak afwisten, dat dikwijls juist de beste legsters wer den opgeruimd. De hennen met een schoon voorkomen, deze dus die goed in de veren zaten, hield men graag verder, terwijl deze, die er haveloos uitzagen, werden ver kocht, omdat men dacht dat ze waardeloos waren. Doorgaans wa ren dat echter de beste legsters, die door het leggen wat sleet ver toonden. Zoals men ziet, in die tijd had men nog heel wat te leren. Op die wijze zullen er natuurlijk wel oude kippen zijn blijven rond lopen, want een kip kan betrekke lijk oud worden. Bij toeval hebben wij er zo een aangetroffen, die zo maar 19 jaar oud was. Ze legde nog eieren ook en de poten waren bo vendien mooi gaaf gebleven. De leeftijd is dus aan het uitzicht van de poten zeker niet te bepalen, al zijn er, die dit nog steeds durven te beweren. Intussen is er op de pluimveebe- drijven wel een en ander veran derd. Bijna alle kwekers houden tegenwoordig hun jonge hennen afzonderlijk. Soms worden ze ge merkt ook, zeker als er tweejarige hennen wordenbijgehouden. Velen echter ruimen hun hennen elk jaar op en houden uitsluitend jonge. Daar is veel voor te zeggen, al was het alleen maar dat men met jonge hennen veel kans heeft in het najaar en de eerste winter maanden volop eieren te rapen. Dan zijn de eierprijzen juist op hun hoogst. Maar niet altijd komt die berekening goed uit. Is de opfok bv. niet goed verlopen, doordat er fouten zijn gemaakt of heeft men last gehad met ziekten, dan kan de leg hard tegenvallen. Als men uitsluitend met jonge hennen wil werken, moet men in ieder geval vroeg in het jaar eensdagskuikens aanschaffen, liefst zulke, die vóór 1 Maart geboren zijn. Beter is nog begin Februari. Vroege kuikens hebben minder last van ziekten, gewoonlijk ver loopt de opfok beter, als men er ten minste op gelet heeft de kunst moeder niet te heet te stoken, want daarmee wordt in 't vroege voor jaar wel eens veel bedorven. Is de opfok echter vlot verlopen, dan gaan de hennen reeds in Juli aan de leg, zodat ze de poeljeneieren al gelegd hebben tegen dat de eierprijzen hoog zijn geworden. Men hoeft tegenwoordig niet meer zo bang te zijn, dat deze vroege hennen in November of December in de rui zullen vallen. Dank zij de betere samenstelling van het legmeel, zullen de hennen in 't algemeen doorleggen en dus veel eieren van normale grootte geven. Zo kan er winst worden gemaakt, want zulk een koppel jonge hen nen kan vóór 1 Februari gemakke lijk een gemiddelde van 100 eieren halen per hen. Als daarna de pro- duktie terugloopt, wat nog niet al tijd het geval is, moeten de hennen uitgezocht (geselecteerd) worden. Alle afwijkende dieren moeten dan verwijderd worden. Zelfs in het geval dat de leg goed blijft aanhouden is een selectie tegen Maart of zelfs nog eerder van groot belang. Er zullen immers bijna al tijd hennen tussen zitten, die door de langdurige leg te veel versleten zijn of afwijkingen hebben gekre gen. Zit aan het houden van jonge hennen menig voordeel vast, een groot bezwaar er tegen is het grote risico bij de opfok. Ieder jaar keert dit risico terug en indien iets ver keerd loopt zijn de gevolgen wel zeer ernstig. Er komen dan immers te weinig leghennen voor het ko mend legseizoen. In dit geval hen nen bijkopen is duur en bovendien zeer gevaarlijk, vanwege de mo gelijkheid dat men zieke of besmet te dieren op zijn erf haalt. Wie dus de kunst van goed op fokken niet machtig is, of er regel matig mee sukkelt, raden wij af ie der jaar uitsluitend met jonge hen nen te werken. Men kan dan veel beter ieder jaar een 40°/o oude hen nen behouden en een 60 jonge hennen bijkweken. De kans, dat er onder die 40 °/0 overjaarse hennen veel sterfte zou optreden is zeker gering (die hebben immers veel meer weerstand tegen verschillen- (Zie vervolg 2e bladz. Ie kolom.) De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1955 | | pagina 1