De landbouw en wijnbouw in het
Groot-Hertogdom Luxemburg.
VREDE
Weekblad
Arbeid adelt
Aan al onze Lezeressen en Lezers een
Zalig en Gelukkig Nieuwjaar 1956
Voor en door de Landbouwers
aan de mensen
die van goede
AALST 31 DECEMBER 1955.
Verschijnt iedere zaterdag
34ste JAARGANG Nr 1699
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
De Nederlandse Kamer van
Koophandel voor België en Luxem
burg heeft haar decembernummer
1955 gewijd aan de economische
activiteit van het Groot Hertogdom
Luxemburg. In dit nummer werd
ook een interessante bijdrage op
genomen van de heer J. P. Buchler,
landbouwingenieur en regerings
adviseur over de Luxemburgse
landbouw en wijnbouw. Daar tus
sen het Croot-Hertogdom en België
sinds 1921 reeds een economische
unie bestaat en Luxemburg de der
de partner is in Benelux, dient met
de bijzonderste belangen van de
Luxemburgse landbouw rekening
gehouden bij de uitvoering en de
verdere ontwikkeling dezer twee
internationale overeenkomsten.
Het is dan ook niet van belang
ontbloot voor onze lezers kennis te
maken met de voornaamste ken
merken van de Luxemburgse land
bouw. Een samenvatting van de
bijzonderste gegevens, voorkomen
de in voormelde bijdrage, biedt hun
hiertoe gelegenheid.
Plaats van land- en wijnbouw in het
economisch en sociaal leven.
De economische structuur van
het Groot-Hertogdom, dat nauwe
lijks 300.000 inwoners telt, wordt in
ruime mate bepaald en beheerst
door een machtige staal- en ijzer
nijverheid. Als factor van econo
misch en maatschappelijk even
wicht in de Luxemburgse economie
is dan ook aan de landbouw en de
wijnbouw een voorname plaats
voorbehouden. Zij verzekeren het
bestaan aan ongeveer één vijfde
van de bevolking en bedrijvigheid
aan l/4de van de werkzame be
volking.
Tezamen beslaan land- en wijn
bouw 144.000 ha of 55 °/0 van de
oppervlakte van het land waarvan
1.250 ha aan de druiventeelt zijn
gewijd.
Dc structuur van de landbouw.
De landbouw wordt gekenmerkt
door het overheersen van kleine
en middelgrote familiale eigen
dommen, door de uitbating in ei
gendom van de 4/5 de van de land-
bouwoppervlakte en door de bui
tensporige versnippering van de
gronden. De gemiddelde uitge
strektheid van de landbouwperce-
len is slechts van 0,25 tot 0,30 ha
en meer dan de helft van 11.500
boerderijen boven de 2 ha hebben
hun uitbating verdeeld over meer
dan 15 percelen. De druiventeelt
telt bijna 2.000 bedrijven waarvan
60 °lo minder dan 50 aren bezitten.
Het probleem van de herkave-
ling der landbouwgronden stelt
zich dus even dringend voor het
Groot-Hertogdom als voor België.
De natuurlijke produktievoor-
waarden van de landbouw en de
wijnbouw mogen ongunstig wor
den genoemd. De grote verschei
denheid en de armoede van de
bodem, de sterk hellende vorm van
de landbouwgronden die gelegen
zijn op hoogten van 140 tot 580 m,
het ondankbare en wisselvallig kli
maat bemoeilijken het werk in
land- en tuinbouw en hebben een
ongunstige invloed op de rendabi
liteit van de bedrijven. Globaal be
schouwd, biedt de Luxemburgse
bodem niet de mogelijkheid aan
landbouw en wijnbouw om op ei
gen krachten aan de internationale
mededinging het hoofd te bieden.
Zij hebben af te rekenen met vol
gende drie hinderpalen 1) een te
hoge kostprijs als gevolg van de
lage opbrengsten2) een ongunstig
economisch midden; 3) een weinig
gunstige afzet op de binnenlandse
markt.
Wat het economisch midden be
treft, dient genoteerd, dat de sa
mentrekking van een zeer machtige
ijzer- en staalnijverheid op een zeer
beperkt grondgebied en de vol
strekte onafhankelijkheid van deze
nijverheid van de buitenlandse
markten voor gevolg hebben dat
de economische politiek van het
land noodzakelijkerwijze dient af
gestemd op de toestand van deze
nijverheid en op de eisen voort
vloeiende uit deze toestand. Welnu,
waar deze eisen gericht zijn naar
het laag houden der kostprijzen en
bijgevolg op lage kosten van le
vensonderhoud, zijn zij in tegen
stelling met deze van landbouw en
wijnbouw, die slechts kunnen voort
brengen tegen betrekkelijk hoge
prijzen. Zie verv. 3e bh. 3e kol.).
KERSTVERHAAL
door
F. P. De Roy
(Vervolg en slot).
Men kan zich de wanhoop van
de arme moeder voorstellen die,
zelf uit de voeten niet goed kun
nende, daar nu alleen zat met een
voor weken te bed liggend man en
een gans lamme dochter, want
Mina bleef lam en sprakeloos en
zou, zonder een wonder, aldus blij
ven, had de geneesheer gezegd.
Toen vader Snoeck echter een
paar dagen later beter tot berus
ting gekomen was en hij van op
zijn bed de hulpeloosheid der arme
moeder kon gadeslaan, begon hij
cok te begrijpen dat deze toestand
onhoudbaar was. Hij had wel ge
hoord van op zijn bed, dat Liesje op
het hof en in de stallingen terug
kwam werken, en begreep dat ze
nog niet in huis durfde komen. Op
zekere dag sprak hij er zelf met de
moeder over, om haar terug als
voorheen met de huishoudelijke
zorgen te belasten, omdat het an
ders toch niet zou gaan. Dat was
tenminste een pak van moeders
hart en toen Liesje, het arme meisje,
de eerste maal terug in huis kwam,
en schuin naar de kamer blikte,
kwam er een krop in moeder
Snoeck's keel, terwijl er bij Mina,
die alles beweegloos en sprake
loos moest aanzien, dikke tranen
langs de wangen biggelden...
Eens Liesje terug in haar doe
ning, gingen de zaken wat beter.
Zij kon ten minste buiten het huis
houdelijk werk Mina verzorgen.
Aan het bed van vader Snoeck
was ze nog niet geweest, doch op
een dag, toen hij niet buiten haar
kon, riep hij haar om hem te hel
pen. Wanneer ze hem aanraakte,
sidderde hij, nam haar hand en
stamelde beschaamd Vergiffe
nis, Liesje... ik was krankzinnig
Daarmee waren de banden van
vroeger min of meer hersmeed,
maar daarmee was het onheil toch
niet verholpen of hersteld.
Middelerwijl had de moeder, bui
ten de weet van Snoeck, door mijn
heer pastoor en de onderpastoor,
alsook door de secretaris der ge
meente, die hen nog genegen was,
langs alle kanten doen informeren
naar Fiel, doch niemand wist waar
hij heen was. Er was geen spoor
van te vinden...
De ontroering die door het voor
val in het dorp was ontstaan, was
in de eerste dagen groot geweest.
De Snoeken hadden het de Palin
gen bij elke aangelegenheid ver
weten, dat zij de schuld waren van
dat groot onheil en dat burgemees
ter Palings hierdoor niet meerwaar
dig was het ambt van burgemees
ter te blijven bekleden. De herbe
noeming van deze laatste bleef dan
ook uit, evenals de benoeming van
Snoeck. Zes weken na het voorval
echter, toen vader Snoeck's been
uit de plaaster gedaan was, kwam
de tijding toe dat Snoeck burge
meester genoemd was. Alhoewel
nog ten zeerste onder de indruk
van het voorgevallene, kende de
vreugde der Snoeken geen palen.
Snoeck zelf hoorde het nieuws
als met de meeste onverschillig
heid aan. Maar toen zijn mede
raadsleden hem zegden, dat hij
hierdoor toch gewroken was op
de Palings, kwam er hem, voor de
eerste maal na Kerstmis, gedurende
enkele stonden, een blos van ge
noegen op de wangen.
Na beraadslaging werd er ech
ter besloten dat er geen officiële
inhaling zou geschieden en alles
zich zou bepalen bij een gezellig
samenzijn in het lokaal waar de
nieuwe burgervader de partijgeno
ten zou trakteren. Het was echter
geen uitbundig feest. Fiel's afwe
zigheid en al die oorzaken en ge
volgen wogen er op Met de be
noeming van Snoeck was de hitte
uit de strijd, doch het vuur van de
politieke haat bleef smeulen en
kwam nu en dan weer eens tot uit
barsting...
Door de Palingen werd de bur
gemeester, die nu met een trek-
been,, ging, de "hinkende Snoeck,,
genoemd en meer dan eens kon
men hem, wanneer hij dat hoorde,
zijn stevige mispelaren stok, waar
op hij steunde, krampachtig zien
omvatten en bleek worden. En in
de raad ging het er ook alles be
halve vriendelijk toe...
Zo verliepen 5 volle jaren. Intus
sen was er in het huishouden van
de nieuwe burgemeester weinig
(Zie vervolg 2' bladz. le kolom),
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
tnksserïj «gKmewwBKBMKSir s wb
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.